Winkelwagen

Les 11: Japanse kunst

Japan kent een lange en interessante geschiedenis en is een goed voorbeeld van de acculturatie tussen de vele Aziatische culturen, waaronder de Chinese kunst en cultuur, en de eigen cultuur van de inwoners van Japan. Bijzonder is het rijke gevoel voor eenvoud en schoonheid in de kunst. De kersenbloesem en de symmetrisch gevormde vulkaan Fuji zijn voor de Japanners typerende symbolen van schoonheid. Geen wonder dat er tal van kunstvoorwerpen, prenten en schilderingen bestaan in de Japanse kunst waarop deze symbolen van schoonheid staan afgebeeld. U vindt deze symbolen bijvoorbeeld op de Japanse houtblokprenten van de kunstenaar Okada Koichi (1907-1991): `De berg Fuji vanaf het Meer van Kawaguchi’ en `Avondblik op de berg Fuji door Nihondaira’, beide uit de serie `Twaalf uitzichten op Japan’.

De berg Fuji vanaf het Meer van Kawaguchi, van Okada Koichi. De kersenbloesem en de symmetrisch gevormde vulkaan Fuji zijn voor de Japanners typerende symbolen van schoonheid. Locatie: Deze Japanse houtblok prent van Okada Koichi maakt deel uit van de collectie van de Gooise Galerie. ©Ronnie Rokebrand.
Afbeelding: De berg Fuji vanaf het Meer van Kawaguchi, van Okada Koichi. De kersenbloesem en de symmetrisch gevormde vulkaan Fuji zijn voor de Japanners typerende symbolen van schoonheid. 
Locatie: Deze Japanse houtblok prent van Okada Koichi maakt deel uit van de collectie van de Gooise Galerie. ©Ronnie Rokebrand.

Andere voorbeelden zijn de Japanse houtblokprenten met de vulkaan Fuji van de 19de-eeuwse kunstenaar Utagawa Hiroshige (1797-1858), te weten ` De zeekust op Kubota in de provincie Awa’ en `Fuji aan de linkerkant van de Tōkaidō’ (zie de hoofdafbeelding van deze webpagina), beide uit de serie ` Zesendertig gezichten op de berg Fuji’. Hij maakte deze houtblokprenten in het jaar 1891.

De invloed van religie op de Japanse kunst

Rond 550 na Chr. verspreidde het boeddhisme zich over de Japanse eilanden. Het boeddhisme richtte zich vooral op de nagedachtenis van de historische Boeddha, de Sakyamuni, en de Maitreya, de Boeddha van de toekomst die men in Japan Miroku noemde. Verder was er binnen het boeddhisme veel aandacht voor de bodhisattva Avalokiteshvara, in Japan bekend onder de namen Kannon en Kwannon. Geen wonder dat u hun beeltenissen terug vindt in de boeddhistische tempels in Japan.

De hoofdstad Nara

Het boeddhisme werd zelfs staatsgodsdienst in de tijd dat Nara de hoofdstad van het eilandenrijk was. Het 18 meter hoge Boeddhabeeld in de Todaiji-tempel, met 49 meter het hoogste houten gebouw van de wereld, en de tempel Horyuji, het oudste houten bouwwerk in de wereld, herinneren ons aan deze periode.

De tempel Todaiji in de stad Nara. Het gebouw stant uit het jaar 749, maar werd in 1709 gerestaureerd.
Afbeelding: De tempel Todaiji, die u tussen de bomen door ziet staan, is 49 meter hoog en daarmee het grootste houten gebouw ter wereld. Oorspronkelijk was het gebouw nog veel groter, maar het werd in 1709 gerestaureerd en kleiner gemaakt. Men beweerde in die tijd dat de daken boven het gebouw zweefden in plaats dat ze op de pijlers en muren rusten. Een indruk die het, met een beetje fantasie, nog steeds geeft. De tempel herbergt tevens de grootste bronzen Boeddha in de wereld, de Daibatsu. Het bronzen Boeddhabeeld werd in het jaar 749 na Chr. gegoten. Rondom de tempel lopen ongeveer 1100 sikaherten vrij rond. Deze herten verwijzen met hun aanwezigheid naar de plaats Sarnath in India waar Boeddha in het hertenkamp zijn verlichting vond. De Todaiji-tempel fungeerde vanaf de 8ste eeuw als het bestuurlijke centrum van de Japanse kloosters. 
Locatie: De Todaiji tempel staat in het Nara Park, aan de voet van de berg Kasuga, in de oude keizerlijke hoofdstad Nara op het Japanse hoofdeiland Honshu. ©Ronnie Rokebrand.

De hoofdstad Kyoto

In 794 na Chr. werd de stad Kyoto, die men toen Heian noemde, de hoofdstad van Japan. Het zou deze functie bijna 400 jaar lang uitoefenen. In deze eeuwenlange periode bouwde men ongeveer 1650 tempels en 400 shintoheiligdommen. In Japan had men de gewoonte om tempels en heiligdommen om de 20 jaar te vernieuwen, waardoor al deze gebouwen gemakkelijk de tand des tijds konden weerstaan en er dus nu ook nog staan. Zeventien van deze religieuze gebouwen staan op de Werelderfgoedlijst van UNESCO, waaronder de Kinkaku-ji ofwel het Gouden Paviljoen, de Ginkaku-ji ofwel het Zilveren Paviljoen, en de rode torii-poorten van de Fushimi Inari-taisha en de Tenryu-ji. De laatst genoemde tempel is tevens bekend om haar zentuin. In totaal zijn er in en rondom Kyoto zestig fraaie tempeltuinen opengesteld voor het publiek.

De rotstuin Ryoanji in de oude hoofdstad Kyoto
Afbeelding: De tuin van de tempel Ryoanji werd oorspronkelijk aangelegd als een tuin voor de villa van Hoskawa Katsumoto. In de 15de eeuw kwam het in het bezit van de zen-boeddhistische Rinzaisekte en ging het dienst doen als een zen-klooster. De rotstuin toont de spirituele verlichting van zen en symboliseert, zonder gebruik te maken van één enkele plant, de essentie van de natuur. De wereldberoemde Ryoanji-tuin werd in 499 na Chr. aangelegd en dient ter meditatie en als rustpunt voor de gedachten. 
Locatie: De wonderschone rotstuin Ryoanji ligt in het noordwestelijke deel van de Japanse stad Kyoto. ©Ronnie Rokebrand.

Bijzonder zijn ook de oude keizerlijke paleizen die deel uitmaken van deze historische stad.

De samoerai en het zenboeddhisme

Het zenboeddhisme werd in de twaalfde eeuw vanuit China in Japan geïntroduceerd. De samoerai waren direct enthousiast. Het zenboeddhisme bepaalde, samen met het shintoïsme, in de loop der tijd het gehele dagelijkse leven in Japan, onder meer in de architectuur, de dichtkunst, de theeceremonie, de origami, het pottenbakken en in de traditionele sporten.
De shoguns, de toenmalige militaire leiders van Japan, hielden zich in de 13de en het begin van de 14de eeuw liever in de stad Kamakura op. Zij bouwden vele tempels en heiligdommen, zoals de Daibatsu die met zijn 11,4 meter lengte hoog boven de omgeving uitrijst. Meer informatie over de boeddhistische kunst in Japan vindt u in het hoofdstuk Boeddhistische kunst.
Na deze periode, in de 14de eeuw, ging men kastelen bouwen om zich beter te kunnen verdedigen, waaronder het kasteel van Osaka (tegenwoordig – helaas – met beton gerestaureerd), het Himeji-kasteel en het kasteel Matsumoto (begin 16de eeuw).

Het kasteel van Matsumoto in Japan uit 1504.
Afbeelding: In het centrum van de stad Matsumoto staat het indrukwekkende kasteel van Matsumoto. Het kasteel is omgeven met een gracht. Op de achtergrond verrijzen de met sneeuw bedekte Japanse Alpen. De zwarte toren van het kasteel, met 6 verdiepingen en 5 daken, is opgebouwd uit een unieke combinatie van zwarte en witte kleuren, vandaar dat men het de naam kraaienkasteel gaf. De architect Kazumasa Ishikawa ontwierp en bouwde het bijna 30 meter hoge verdedigingswerk in 1504 na Chr.. 
Locatie: Het kasteel van Matsumoto staat in het centrum van de gelijknamige stad. Matsumoto ligt op het centrale deel van het Japanse hoofdeiland Honshu. ©Ronnie Rokebrand.


De invloed van de Japanse kunst op Van Gogh en Cézanne

De post-impressionistische schilders Van Gogh en Cézanne lieten zich inspireren door de Japanse schilders en met name door de Japanse houtblokprenten die onder meer werden verzameld en min of meer nageschilderd door Vincent van Gogh. De Japanse houtblokprenten vormden voor hem een belangrijke inspiratiebron. Dit zie je terug in zijn schilderijen, met name in het gebruik van duidelijke contourlijnen en ingekleurde vlakken, net zoals de Japanse prentkunstenaars dat deden. 

Hiroshige als voorbeeld voor Vincent van Gogh
Afbeelding: Vincent van Gogh met zijn Bloeiende pruimenboomgaard uit 1887 (rechts). Van Gogh baseerde dit schilderij op een houtblokprent van Utagawa Hiroshige uit 1858 dat u links ziet staan, maar hij maakte er door middel van felle kleuren een eigen versie van. 
Locatie: Dit schilderij van Vincent van Gogh hangt in het Van Gogh Museum, gelegen op het Museumplein in Amsterdam. De houtblokprent van Utagawa Hiroshige hangt in het Brooklyn Museum in New York in de VS. Het Brooklyn Museum vindt u in de stadswijk Brooklyn in New York. Het is het op een-na-grootste kunstmuseum in New York.

Hij schreef in 1888 aan zijn broer Theo `En je kunt volgens mij de Japanse kunst niet bestuderen zonder veel vrolijker en gelukkiger te worden en het doet ons terugkeren naar de natuur, ondanks onze opvoeding en ons werk in een wereld vol conventies’.

Op Pad: Vrouwen uit het Meireki-tijdperk. Een houtblokprent van de kunstenaar Mizuno Toshikata (1866-1908). Hij vervaardigde deze Japanse houtblokprent in 1891. Bijzonder is de emotie die het kind uitstraalt. In een Japans kunstwerk uit de 19de eeuw is dat echt uitzonderlijk. Locatie: Deze Japanse houtblokprent van Mizuna Toshikata maakt deel uit van de collectie van de Gooise Galerie. ©Ronnie Rokebrand.
Afbeelding: Op Pad: Vrouwen uit het Meireki-tijdperk. Een houtblokprent van de kunstenaar Mizuno Toshikata (1866-1908). Hij vervaardigde deze Japanse houtblokprent in 1891. Bijzonder is de emotie die het kind uitstraalt. In een Japans kunstwerk uit de 19de eeuw is dat uitzonderlijk. 
Locatie: Deze Japanse houtblokprent van Mizuna Toshikata maakt deel uit van de collectie van de Gooise Galerie. ©Ronnie Rokebrand.


Tradities en Japanse houtblokprenten

Tot op de dag van vandaag respecteren de Japanners hun tradities. Deze worden levend gehouden tijdens het bloemschikken, dat men Ikebana noemt, en het vouwen van papier dat als Origama bekend staat. Maar natuurlijk ook tijdens het kweken van Bonsai-boompjes en tijdens de theeceremonies. Beroemd is het traditionele Japanse theater in de vorm van Kabuki, Noh en Bunraku. Ook deze uitingen van het traditionele Japan vindt u terug in de Japanse kunst, waaronder in de prenten van bijvoorbeeld Miyagawa Shuntei (1873-1914), Ogata Gekko (1859-1920) en Kasamatsu Shiro (1898-1991).

Deze Japanse houtblokprent van Kasamatsu Shiro is onlangs in 2020 afgedrukt met de oorspronkelijke houtblokken. Het betreft dus een originele houtsnede, uitgegeven door Unsodo, de uitgever in Kyoto waar Kasamatsu Shiro mee samenwerkte. De prent draagt de naam `Theeceremonie' en werd voor het eerst uitgegeven in 1954. De afbeelding is prachtig: de bekoorlijke vrouw in traditionele kimono met haar warme uitstraling, de rust die het kunstwerk uitstraalt, de details in haar zijden kimono en de warmte die in de vorm van wolkjes uit de theepot omhoog stijgt. De kunst van het theedrinken is het genieten van sfeer en harmonie. Het drinken van thee is voor de Japanners een delicaat ritueel; fijngevoeligheid en details zijn hierbij van groot belang voor de theedrinkers. De ceremonie ziet men ook als een mentale training en als een manier om meisjes goed gedrag aan te leren voordat zij gaan trouwen. Locatie: Deze Japanse houtblokprent van Kasamatsu Shiro maakt deel uit van de kunstverzameling van de Gooise Galerie. ©Ronnie Rokebrand.
Afbeelding: Deze Japanse houtblokprent van Kasamatsu Shiro is onlangs in 2020 afgedrukt met de oorspronkelijke houtblokken. Het betreft dus een originele houtsnede, uitgegeven door Unsodo, de uitgever in Kyoto waar Kasamatsu Shiro mee samenwerkte. De prent draagt de naam `Theeceremonie‘ en werd voor het eerst uitgegeven in 1954. De afbeelding is prachtig: de bekoorlijke vrouw in traditionele kimono met haar warme uitstraling, de rust die het kunstwerk uitstraalt, de details in haar zijden kimono en de warmte die in de vorm van wolkjes uit de theepot omhoog stijgt. De kunst van het theedrinken is het genieten van sfeer en harmonie. Het drinken van thee is voor de Japanners een delicaat ritueel; fijngevoeligheid en details zijn hierbij van groot belang voor de theedrinkers. De ceremonie ziet men ook als een mentale training en als een manier om meisjes goed gedrag aan te leren voordat zij gaan trouwen. 
Locatie: Deze Japanse houtblokprent van Kasamatsu Shiro maakt deel uit van de kunstverzameling van de Gooise Galerie. ©Ronnie Rokebrand.

In 2021 was er een indrukwekkende tentoonstelling in het Sieboldhuis in de Nederlandse stad Leiden met werk van onder andere Ogata Gekko. 
Japanners beseffen maar al te goed dat het leven van een mens tijdelijk en vergankelijk is. De kersenbloesem staat hier symbool voor, omdat deze enkele dagen in volle, roze pracht bloeit, maar bij een stevige wind weer wegwaait. Zo is ook het leven van een mens snel voorbij. Dit vergankelijke bestaan legden de Japanse prentkunstenaars met houtblokken vast op hun prenten. Ze noemden het dan ook ‘prenten van het voorbijgaande en elegante leven‘ ofwel in de Japanse taal Ukiyo-e. Op deze vaak veelkleurige houtblokprenten legden zij samoeraikrijgers, geisha’s, courtisanes, acteurs in het Japanse theater en vooral veel knappe vrouwen vast die men bijinga noemde: knappe vrouwen, die onophoudelijk aan de blikken ontsnappen. In veel gevallen waren de afgebeelde vrouwen prostituees.
De kunstschilder Hishikawa Moronobu (1618-1694) beschouwd men als de grondlegger van de Ukiyo-e. Hij vervaardigde niet alleen houtblokprenten, waaronder veel zwartwit prenten met erotische afbeeldingen, maar ook schilderingen op papier. 

De danseres, van Hishikawa Moronobu, geschilderd aan het einde van de 17de eeuw.
Afbeelding: De danseres, van de kunstenaar Hishikawa Moronobu. Hij schilderde deze danseres op papier, waarna het in een zijden rol werd genaaid, zodat men het gemakkelijk kon meenemen, bijvoorbeeld op reis. Daarna rolde men het schilderij uit en kon men het ophangen en bewonderen. De kunde van het monteren van kunstwerken van bijvoorbeeld papier op zijde noemt men hyogu. Een kunst die bijna 2000 jaar oud is en uit China stamt. Het is een precies werk dat alleen een vakkundig ambachtsman kan uitvoeren. Hij moet niet alleen het vak uitstekend verstaan, maar ook het schilderij begrijpen, zodat hij weet welke kleur, welk patroon en welke zijde het beste bij de schildering past. 
In de schilderkunst van Hishikawa Moronobu waardeert men niet alleen het gebruik van de strakke lijnen in zijn schilderingen, maar ook de manier waarop zijn afgebeelde figuren contact zoeken met de beschouwer. Ook al ontsnapt de vrouw op dit schilderij bijna aan de blikken van degene die naar het schilderstuk kijkt.
Het kunstwerk werd gemaakt in de periode voor 1694, een exactere datering is niet mogelijk.

Locatie: Het schilderstuk `De danseres’ van Hishikawa Moronobu maakt deel uit van de H.O. Havemeyer Collectie in het Metropolitan Museum of Art in New York in de VS. Deze verzameling werd in 1929 aan dit museum geschonken door mevrouw H.O. Havemeyer. The Met, zoals men dit museum ook wel noemt, is het grootste kunstmuseum in de VS en bevindt zich aan de oostelijke kant van het Central Park in de stadswijk Manhattan.

In het begin van de 19de eeuw kon men deze houtblokprenten goedkoop aanschaffen. Veel prentenkunstenaars maakten houtblokprenten voor boeken en tijdschriften, omdat dit in het toenmalige Japan gebruikelijk was. Ook drukte men met de houtblokken affiches af voor het theater. De kunstenaars hadden deze bezigheden hard nodig om voor een goed inkomen te zorgen. De esthetische waarde van de Japanse houtblokprenten ging men pas in het begin van de 20ste eeuw op zijn juiste waarde waarderen, met name nadat bleek dat de grote impressionistische schilders gefascineerd waren door de schoonheid en eenvoud die deze prenten uitstraalden. Tegenwoordig moet men dieper in de buidel tasten voor een dergelijk kunstwerk van bekende kunstenaars, zoals Mizuno Toshikata (1866-1908), Ogata Gekko (1859-1920), Utagawa Hiroshige (1797-1858), Hirezaki Eiho (1880-1968), Utagawa Kunisada (1786-1865), Kasamatsu Shiro (1898-1991), Utagawa Kunisada (1786-1865), Miyagawa Shuntei (1873-1914), Kitagawa Utamaro (circa 1753-1806), Toyohara Yoshu Chikanobu (1838-1912) en Okaida Kochi (1907-circa 1991).

Trouwe vazallen verzamelen om hun prestaties te rapporteren van de bekende Japanse kunstenaar Ogata Gekko (1859-1920). Dit is waarschijnlijk de laatste houtblokprent die hij maakte. De druk met de houtblokken werd voltooid direct na zijn overlijden. Locatie: Deze houtblok prent van Ogatta Gekko maakt deel uit van de collectie van de Gooise Galerie. ©Ronnie Rokebrand.
AfbeeldingTrouwe vazallen verzamelen zich om hun prestaties te rapporteren, van de bekende Japanse kunstenaar Ogata Gekko (1859-1920). Dit is waarschijnlijk de laatste houtblokprent die hij maakte. De druk met de houtblokken werd voltooid direct na zijn overlijden. 
Locatie: Deze houtblok prent van Ogatta Gekko maakt deel uit van de collectie van de Gooise Galerie. ©Ronnie Rokebrand.

De houtblokprenten van Katsushika Hokusai (1760-1849) werden in de gehele wereld bekend, omdat hij in staat was om landschappen op zijn houtblokprenten weer te geven die niet realistisch waren, maar toch heel realistisch op de beschouwer overkwamen. Een fraai en bekend voorbeeld is de houtblokprent `De Grote Golf bij Kanazawa’ uit 1831. 

De Grote Golf bij Kanagawa, van Katsushika Hokusai uit 1831.
Afbeelding: De prent `De Grote Golf bij Kanazawa’ uit 1831 toont drie schepen die door een zware storm varen. Centraal in de compositie staat een grote overslaande golf met op de achtergrond de symmetrisch gevormde vulkaan Fuji. De afbeelding van Fuji op de achtergrond brengt direct perspectief aan in het kunstwerk. Het werk maakt deel uit van de serie `Zesendertig gezichten op de berg Fuji’ en is het bekendste werk van Katsushika Hokusai. Hij maakte als eerste Japanner gebruik van het zogenoemde Pruisisch blauw dat uit Europa stamde. Het Pruisisch blauw, een overheersende kleur die men ook wel Berlijns blauw noemde, is een van de eerste moderne synthetische pigmenten die voor kunstenaars beschikbaar kwamen. 
Locatie: Deze getoonde prent `De Grote Golf bij Kanazawa’ hangt in de Library of Congress in Washington in de VS, de officiële bibliotheek van het Amerikaanse congres. De bibliotheek is gehuisvest in drie verschillende gebouwen in de wijk Capitol Hill in Washington. Er hangen ook afdrukken van deze houtblokprent in veel andere bekende musea.

Sōsaku hanga, de creatieve prentkunst

Men maakte in Japan al houtblokprenten sinds de 17de eeuw, met de 19de eeuw als hoogtepunt in deze Japanse houtblokprentenkunst. In de traditionele manier van het maken van houtblokprenten volgde men een vast patroon, waarbij het initiatief vaak van een uitgever kwam in plaats vanuit een kunstenaar. De kunstenaar maakte in opdracht het ontwerp, waarna de bloksnijder het ontwerp uit het kersenhout sneed van de houtblok. Voor iedere kleur gebruikte deze bloksnijder een apart houtblok. De drukker zorgde vervolgens voor het printen van de houtblokprent, waarna de uitgever de verkoop verzorgde. Bovendien werkte de kunstenaar in de stijl en de traditie van zijn leermeester, wiens naam hij ook vaak aannam.
In het begin van de 20ste eeuw gingen veel kunstenaars op zoek naar een andere manier van produceren en verkopen. Zij ontwikkelden een meer creatieve prentkunst. Tot op dat moment verdween veel van de opbrengst van een houtblokprent in de zakken van de ambachtslieden die aan de houtblokprent hadden gewerkt, zoals bloksnijders, drukkers en uitgevers. Bovendien zorgde de uitgever tot op dat moment voor het thema van een prent. De uitgever wist namelijk welke prenten goed verkochten.
Kanae Yamamoto (1882-1946), geboren in Okazaki, was hier niet blij mee. Hij wilde als authentiek kunstenaar zelf beslissen waar zijn kunstwerk over ging, zowel het thema als het onderwerp van zijn prenten wilde hij zelf bepalen. Bovendien begon hij als eerste alle delen van het proces van het maken van de houtblokprenten zelf uit te voeren. Met als gevolg dat hij in 1904 als eerste Japanse houtblokkunstenaar een houtsnede geheel zelf vervaardigde, vanaf het eerste ontwerp tot het uiteindelijk drukken van de houtblokprent. Dankzij zijn beslissing om alles zelf te doen was een nieuwe richting in de Japanse houtblokprentkunst geboren die men de creatieve prentkunst ging noemen, in het Japans de sōsaku hanga genoemd.

Bretons vrouw, houtblokprent van Yamamoto Kanae uit 1920. Hij maakte deze  deze houtblokprent tijdens zijn reis naar Frankrijk.
Afbeelding: Bretonse vrouw, een houtblokprent van Kanae Yamamoto, de stamvader van de creatieve prentkunst, uit 1920. Hij reisde naar Frankrijk om kennis te maken met de Europese kunstenaars. Daar vervaardigde hij deze bijzondere en bekende houtblokprent van een Bretonse vrouw. 
Locatie: Deze prent is te bezichtigen in het Kanae Yamamoto Memorial Museum, gelegen aan de Ninomaru straat in de stad Ueda. Deze stad ligt in de prefectuur Nagano op het Japanse hoofdeiland Honshu.


Zijn manier van werken werd in het begin van de 20ste eeuw tot aan ongeveer het begin van de Tweede Wereldoorlog door veel kunstenaars gevolgd. In deze kunststijl vond een soort kruisbestuiving plaats tussen de oosterse en de westerse kunststijlen. Men verliet het pad van de traditionele normen en waarden van de vroegere leermeesters. Het vaste formaat werd losgelaten en ook de bekende onderwerpen en thema’s waren niet meer bepalend voor hun werken. Al zie je in de eerste jaren nog wel veel combinaties van traditionele en meer authentieke kunstwerken. Ook het moderne Japan uit die tijd werd een belangrijk onderwerp voor hun houtblokprenten. Anderen toonden traditionele onderwerpen, maar dan in een moderne en meer stilistische weergave, zoals onder meer Okada Koichi (1907-1991) laat zien in zijn houtblokprenten over de vulkaan Fuji in de lente en de Avondblik op de berg Fuji. Anderen tonen vrouwen in traditionele kleding voor de spiegel, zoals Tobari Kogan (1882-1927) en Hirezaki Eiho (1880-1968), geboren in de omgeving van Tokyo, die ook het formaat van de houtblokprent wijzigde.

Bijinga bij een spiegel, een houtblokprint uit 1891 van Hirezaki Eiho. Het formaat van 18,2 × 24,2 centimeter wijkt af van het formaat dat in die tijd gebruikelijk was (36,5 × 24,5 centimeter). Dit lijkt niet bijzonder, maar dat was het wel in een tijd waarbij men niet snel van de regels afweek.Collectie: Deze houtblokprint van Hirezaki Eiho maakt deel uit van de collectie van de Gooise Galerie. ©Ronnie Rokebrand.
Afbeelding: Bijinga bij een spiegel, een houtblokprint uit 1891 van Hirezaki Eiho. Het formaat van 18,2 × 24,2 centimeter wijkt af van het formaat dat in die tijd gebruikelijk was (36,5 × 24,5 centimeter). Dit lijkt niet bijzonder, maar dat was het wel in een tijd waarbij men niet snel van de regels afweek.
Collectie: Deze houtblokprint van Hirezaki Eiho maakt deel uit van de collectie van de Gooise Galerie. ©Ronnie Rokebrand.

De moderne Japanse vrouw was een geliefd onderwerp, zoals we nu nog kunnen zien aan de houtblokprenten van de in Kyoto geboren Asahi Masahide (1900-1956), Kawanishi Hide (1894-1965) uit Kobe en Kamei Tobei (1901-1977) uit Kyoto. Zij maakten echter ook andere houtblokprenten in een modern jasje. Zij werden echter bijna altijd vervaardigd via de methode van sōsaku hanga, waarbij de kunstenaar alle fases van de ontwikkeling van de houtblokprent in eigen hand hield. 

Rotstuin van de Ryoanji, van Kamei Tobei uit het jaar 1958. Het is eigendom van het Rijksmuseum in Amsterdam.
Afbeelding: Rotstuin van de Ryoanji, uit 1958 van de kunstenaar Kamei Tobei. Het toont de rotstuin en de veranda van de Ryoanji tempel in Kyoto in vogelvlucht. 
Locatie: Deze houtblokprent werd in 1958 vervaardigd in de Japanse stad Kyoto. Het betreft een aankoop uit het F.G. Waller-Fonds door het Rijksmuseum Amsterdam.

Opmerkelijk is ook het werk van de prentkunstenaar Tanaka Kyokichi (1892-1915) die zijn prenten koppelde aan poëzie. Hij was al op jonge leeftijd ziek. Op 23 jarige leeftijd overleed hij aan tuberculose. De innerlijke strijd die hij daardoor voerde vind je terug in veel van zijn latere houtblokprenten.
In 1934 hielde de Japanse prentvereniging, waarin veel kunstenaars uit de sōsaku hanga zich hadden verenigd, tentoonstellingen in Japan en in Europa, onder meer in Geneve. Toch hadden zij met hun creatieve prentkunst in die tijd nog niet veel succes. Van de 200 aangeboden houtblokprenten in Geneve werd er op deze tentoonstelling slechts één verkocht. Nu is dat wel anders. Deze prenten zijn nu zeer populair, ook omdat de oplages in het algemeen laag zijn en ze dus schaars zijn.

Keramiek, beeldhouwwerken en andere kunstvormen

Japans keramiek

Beroemd waren – en zijn – de voorwerpen van keramiek, porselein en aardewerk die overal in Japan gemaakt werden. Bekend zijn de donker geglazuurde raku-stukken, het met bladgoud bewerkte Kyomizudera aardewerk en het kleurrijke Imari-porselein. 
De kunst van het vervaardigen van aardewerk is in Japan al zo’n 7.000 jaar oud. Tijdens de zogenoemde Jomoncultuur ontwikkelde men het pottenbakken. De potten uit deze tijd dankten hun versieringen aan indrukken van touw (jomon), vandaar de naam Jomoncultuur. Rond het jaar 3.000 voor Chr., tijdens de Yayoicultuur, verbeterde men de pottenbaktechnieken en vervaardigde men het aardewerk voor het eerst met behulp van een draaischijf. Vanaf die tijd ontwikkelde het maken van keramiek zich op de Japanse eilanden steeds verder. 

Japans keramie uit de periode rond 1800: Japanse makaak met kind.
Afbeelding: Japanse makaak met kind. Dit beeldje is rond het jaar 1800 na Chr. vervaardigd.
Locatie: Dit beeldje staat in het Peabody Essex Museum in de stad Salem in de staat Massachusetts (VS). Het museum en de stad Salem liggen op een afstand van 28 kilometer ten noordoosten van de stad Boston.

Keramiek was – en is – van eminent belang in de Japanse artistieke traditie, mede dankzij de populariteit door de eeuwen heen van de theeceremonie, waar het gebruik van theekopjes en theekannen van aardewerk en porselein een belangrijke functie had.
De Japanse anagama-ovens kregen vanaf de 3de tot de 14de eeuw na Chr. een belangrijke rol in de ontwikkeling van het aardewerk. Sinds de 4de eeuw beïnvloedden Chinese en Koreaanse stijlen de ontwikkeling van de keramiek productie, al behield het aardewerk een eigen Japans karakter.

Wijnfles van Seto aardewerk uit de periode rond het jaar 1300 na Chr.. Opmerkelijk zijn de Chinese invloeden.
Afbeelding: Wijnfles (heishi) van Seto aardewerk uit de periode rond het jaar 1300 na Chr.. Aardewerk uit de stad Seto werd sterk beïnvloed door Chinees aardewerk uit de Song-dynastie. In Japan keek men er in die tijd met grote bewondering naar, omdat het aardewerk was geglazuurd.
Locatie: Deze wijnfles van Seto aardewerk staat in het Cleveland Museum of Art (CMA) in de University Circle van de stad Cleveland in de staat Ohio in de VS.

In de 15de eeuw legde men de nadruk op eenvoudige vormen en aardewerkkleuren, geheel in de traditie van het zenboeddhisme en de theeceremonie.
Halverwege de 17de eeuw begon Japan langzaam maar zeker te industrialiseren, wat ook in de productie van keramiek goed merkbaar was. Men begon kleurrijk keramiek te fabriceren, waarna men de producten verscheepte naar Europa. Ook tegenwoordig is er een grote keramiekindustrie in Japan.

Kleurrijk Imari porselein in de vorm van een schaal uit Japan
Afbeelding: Fraaie en kleurrijke schaal van Imari-porselein uit de 17de eeuw.
Locatie: Deze schaal van Imari-porselein staat in het Nationaal Museum van Tokyo, een belangrijk kunstmuseum gelegen in het Uenopark in de wijk Taito in de Japanse hoofdstad Tokyo.

Japanse schilderkunst

De schilderingen die u op de prenten ziet maakten de Japanse schilders ook met inkt. De weergave beïnvloedde men door het inkt met water te verdunnen. Er bestaan fraaie schilderingen die men Sumi-e noemt. Deze Sumi-e schilderingen werden meestal op zijde aangebracht en vervolgens op papier geplakt.

Pijnbomen, een 16de-eeuwse Sumi-e schildering op zijde van Hasegawa Tohaku. Het hangt in het Tokyo Nationaal Museum.
Afbeelding: Hasegawa Tohaku maakte in de 16de eeuw dit fraaie schilderij met de titel `Pijnbomen’ met inkt op zijde, een zogenoemde Sumi-e.
Locatie: Deze 16de-eeuwse Sumi-e schildering van Hasegawa Tohaku hangt in het Nationaal Museum in Tokyo (Tokyo National Museum).

De invloed van de Chinese schilderkunst op de kunstschilders in Japan was altijd groot. Men vond deze terug in de schilderingen van literaire geschriften, zoals `Het verhaal van Genji’ in de 11de eeuw, al waren de voorstellingen vaak van een wereldser karakter dan in China. Het `Verhaal van Genji’, geschreven door de hofdame Chikibu Murasaki, verhaalde over het liefdesleven van een jongeling aan het hof van de keizer. Dit verhaal maakte zo’n diepe indruk op de Japanse kunstschilders dat zij dit verhaal tot onderwerp maakten van hun schilderijen.
In de 13de eeuw schilderde men op realistische wijze oorlogstaferelen uit die tijd, onder meer de strijd tegen Kublai Khan, de Mongoolse heerser over China. Het was de tijd van de shoguns die sterk beïnvloedt werden door het zenboeddhisme.
Het zenboeddhisme was gebaseerd op zelfverlossing van de beoefenaars van deze religie. Met zen duidde men de menselijke geest aan die in wezen zuiver en goed was. Het doordringen tot het ware zelf van de eigen geest was het doel van het zenboeddhisme. Men kon door zen de eigen identiteit vinden. Door te mediteren, waarbij de eigen geest werd uitgeschakeld, kon men zijn eigen geest reinigen en zuiveren. Vervolgens bereikte men het inzicht ofwel de innerlijke vrede. Vaak stelde de zenmeester onlogische vragen aan zijn leerling om hem met een schok tot inzicht te laten komen. Bekend is de vraag: `Luister naar het geluid van het klappen in één hand’.
Het zenboeddhisme werd direct populair bij de samoerai. Het beïnvloedde vervolgens de gehele Japanse cultuur, zoals de schilderkunst, de bouwarchitectuur, het origami, de traditionele sporten, de theeceremonie en de tuinarchitectuur.
Gedurende de 15de eeuw schilderden kunstschilders met inkt op papier. Het gedisciplineerde en eenvoudige karakter van het zenboeddhisme vinden we terug in hun inktschilderingen van de natuur in zwart en wit. Een bekende kunstschilder die met inkt op papier schilderde was Kanō Masanobu (1434-1530). Hij was de belangrijkste vertegenwoordiger van de Kanō school. De Kanō school was de dominante schilderstijl vanaf het einde van de 15de eeuw tot aan de Meiji-periode die begon in het jaar 1868.

Landschap van Kano Masanobu uit het Ashikaga-tijdperk.
Afbeelding: Landschap van Kanō Masanobu. In deze inktschildering zien we de natuur weergegeven in een eenvoudige vorm en in de geest van het zenboeddhisme. Op de afbeelding staat een zenmeester afgebeeld die samen met een knecht of een leerling door de natuur trekt. Ook hier zien we de invloed van de Chinese schilderkunst in de combinatie van de bergen en het water.
Locatie: Deze inktschildering op papier hangt in het Kyushu Nationaal Museum in Dazaifu, in de omgeving van Fukuoka, op het Japanse eiland Kyushu. Dit moderne museum, een ontwerp van de Japanse architect Kiyonori Kikutake, opende in 2005 voor het eerst haar deuren.

In het verlengde hiervan is de Kalligrafie nog steeds populair onder Japanse kunstenaars en de Japanse bevolking. Deze Kalligrafieën werden met inkt op een zijde ondergrond aangebracht die men vervolgens op een strook papier plakte en verzwaarde met een staafje hout of bamboe en incidenteel met een siersteen.  

Kunstnijverheid in Japan

Tegenwoordig kunt u overal de tot kunst verheven nijverheidsproducten vinden in Japan, zoals gelakte voorwerpen, parels, zijde, maskers, beeldhouwwerk, bamboevoorwerpen, schilderingen, kunstig vervaardigde samoeraizwaarden, cloisonné vazen en prachtig beschilderde kamerschermen. Ook het snijden en bewerken van hout en ivoor staat in hoog aanzien. Men heeft de handnijverheid in Japan tot kunst verheven. Niet voor niets vinden de Japanners dat het presenteren van iets net zo belangrijk is als de kwaliteit van het getoonde voorwerp. Vandaar dat men lakwerkdoosjes maakte die op zich al kunstvoorwerpen zijn.

Lakwerkkistje uit Japan uit de periode 1750-1800. Het staat in het Rijksmuseum in Amsterdam.
Afbeelding: Een rechthoekig kistje, waarschijnlijk een schrijfset, met een licht afgeronde deksel van lakwerk. Het kistje is vervaardigd in de periode 1750 tot 1800 na Chr.. De scharnieren en het slotje zijn van gegraveerd koperwerk. Op de deksel en de zijkanten staan bergachtige landschappen en een tempel aan een meer in gouden hiramaki-e. De stijl hiramaki-e is herkenbaar aan een gouden decoratie in een plat en laag reliëf. Dit alles op een meestal zwart gelakte ondergrond. In dit rechthoekige kistje zit een (niet zichtbaar) binnen kistje in nashiji-stijl. Nashiji-lak bracht men aan met houtskool. Nadat het was gepolijst werd het goud of zilver door de lak heen zichtbaar.
Locatie: Dit lakwerkkistje, uit de periode 1750-1800 na Chr.,  is in het bezit van het Rijksmuseum in Amsterdam, gelegen aan het Museumplein.

Kimono’s

De patronen voor de kimono’s zijn vaak verbluffend mooi. De kimono, letterlijk `ding om te dragen’, deed eeuwen geleden zijn intrede. Na de Tweede Wereldoorlog zijn de meeste kimono’s langzaam maar zeker uit het straatbeeld verdwenen. Alleen tijdens feesten, festivals en op familieplechtigheden haalt men de kimono’s tevoorschijn. De patronen op de kimono’s en het materiaal waarvan zij geweven zijn, wisselen met de seizoenen. Je kunt dus zowel aan het materiaal als aan het design zien wat voor jaargetijde het is. Ook in het hedendaagse Japan zijn uitstekende kledingontwerpers actief. 

Een vrouwelijke pop in een zijden trouwkimono met daarop afbeeldingen van kraanvogels.
Afbeelding: Een Japans porseleinen beeldje, gekleed in een zijden trouwkimono met kraanvogels. Deze kraanvogels staan in Japan symbool voor geluk en een lang leven. Vandaar dat deze kraanvogels populair zijn om af te beelden op trouwkimono’s. Een kimono aantrekken is niet eenvoudig. Men draagt drie lagen kleding over elkaar, terwijl alles geknoopt en gestrikt wordt, zonder gebruik te maken van ritsen of knopen. 
Locatie: Dit Japanse beeldje in een zijden trouwkimono maakt deel uit van de collectie van de Gooise Galerie. ©Ronnie Rokebrand.

Drie generaties Japanse  in de vroegere hoofdstad Nara.vrouwen in kimono's
Afbeelding: Drie generaties Japanse vrouwen in kimono’s in de voormalige Japanse hoofdstad Nara. Het dragen van een kimono is niet alleen een Japanse traditie, maar het zijn evenzo kunstig vervaardigde kledingstukken.
Locatie: De historische stad Nara ligt op het oostelijke deel van het Japanse hoofdeiland Honshu. ©Ronnie Rokebrand.

Japanse beeldhouwkunst

De beeldhouwkunst is in Japan sterk beïnvloedt door het boeddhisme en het shintoïsme, de belangrijkste godsdiensten in het keizerrijk. Het waren niet alleen beelden van goden die men beeldhouwde of in brons goot, maar ook de vele pagodes en Japanse lantaarns die bij de shintoïstische en boeddhistische tempels staan horen bij deze vorm van kunst.

Het heiligdom Toshogu in de Japanse stad Nikko
Afbeelding: Een kunstig vervaardigde pagode met op de voorgrond gebeeldhouwde stenen lantaarns. In de gehanteerde bouwstijl zijn duidelijk Koreaanse invloeden waarneembaar. Het betreft hier een pagode op het terrein van het heiligdom Toshogu in de Japanse stad Nikko. In het heiligdom Toshogu bewaart men de laatste resten van shogun Iyeyasu, de eerste shogun van de familie Tokugawa.
Locatie: Het heiligdom Toshogu staat in de stad Nikko, gelegen in de bergen van Tochigi, op een afstand van 150 kilometer ten noordoosten van de Japanse hoofdstad Tokyo. ©Ronnie Rokebrand.

U vindt deze ook in Japanse tuinen, maar ze worden ook gebruikt als grafmonument voor monniken en hoogwaardigheidsbekleders.
De beeldhouwkunst in Japan is heel oud. De eerste beeldjes van klei stammen uit de 5de eeuw voor Chr.. De eerste boeddhistische beelden werden in de 6de eeuw na Chr. uit steen gebeeldhouwd.

11de-eeuws Boeddhabeeld in Fukada in Usuki
Afbeelding: Een Boeddhabeeld uit Fukada in de voormalige kasteelstad Usuki. Het beeld is in de 11de eeuw met groot vakmanschap uit de tufstenen wand gehouwen.
Locatie: Het gebied Fukada maakt deel uit van de havenstad Usuki. Deze stad ligt op een afstand van 30 kilometer ten zuidoosten van Oita op het Japanse eiland Kyushu. ©Ronnie Rokebrand.

Enkele beelden uit deze tijd vinden we nog in de tempel Horyuji in een zuidwestelijke buitenwijk van de stad Nara. De tempel Horyuji werd in 607 gesticht door prins Shotoku Taisji, een vooraanstaand volgeling van de boeddhistische leer. U vindt zijn portret ook tegenwoordig nog op de bankbiljetten van 10.000 yen. Het is het oudste nog bestaande gebouw van hout. Het is het oudste nog bestaande gebouw van hout. In de 45 gebouwen op het tempelterrein vindt u een grote rijkdom aan onvervangbare kunstwerken.

De gouden hoofdhal uit 607 na Chr. en een vijf verdiepingen tellende pagode in de tempel Horyuji.
Afbeelding: De gouden hoofdhal uit het jaar 607 na Chr. en een vijf verdiepingen tellende pagode op het tempelterrein van de tempel Horyuji. De gouden hoofdhal is het oudste nog bestaande gebouw van hout in de wereld en herbergt perfecte beeldhouwwerken uit de 7de eeuw na Chr..
Locatie: De tempel Horyuji ligt in de wijk Nishinokyo in West-Nara op het Japanse hoofdeiland Honshu.

Huidige Japanse kunst

Beroemd in de vorige eeuw was de beeldhouwer Isamu Noguchi (1904-1988). Zijn werken vindt u in de grote musea, maar vooral in de VS en in Japan. Ook het Kröller-Müller Museum in Otterloo heeft een beeldhouwwerk van Isamu Noguchi in haar bezit. 

De schreeuw, van de Japanse beeldhouwer Noguchi in het Kröller-Müller Museum
Afbeelding: De schreeuw (The Cry), van de in Los Angeles geboren Japanse beeldhouwer Isamu Noguchi. Hij maakte dit beeld in de periode 1959-1962. Noguchi vermengde het Amerikaanse modernisme met de Japanse traditionele kunstnijverheid in zijn beelden en in zijn andere werk. Hij zag zichzelf als artistieke schakel tussen oost en west. Zoals ook in dit werk te zien is dat verwijst naar het schilderij `De schreeuw’, uit 1893 van de Noorse expressionist Edvard Munch. Hij zocht in zijn werk tevens naar het evenwicht tussen kunst en design; het figuratieve en abstracte; het organische en het geometrische, zoals De Kunsthal in Rotterdam het in 2003 verwoordde. 
Locatie: Dit beeldhouwwerk van Isamu Noguchi staat in de beeldentuin van het Kröller-Müller Museum in Otterlo, midden in het Nationale Park de Hoge Veluwe. Het nationale park heeft ingangen in Otterlo, Hoenderloo en Schaarsbergen. ©Ronnie Rokebrand.


Bekende fotografische kunstenaars zijn Nobuyoshi Araki, kortweg Araki genoemd, Hiroshi Sugimoto en Masahisa Fukase. De beeldhouwster en schilderes Yayoi Kusama maakt ook installaties. De geschilderde en vervaardigde bolletjes zijn haar handelsmerk geworden.

Coca-Cola blikjes, van de kunstenares Yayoi Kusama.
Afbeelding: Coca-Cola blikjes, van de kunstenares Yayoi Kusama. De geschilderde bolletjes op de Coca-Cola blikjes zijn haar handelsmerk geworden.
Locatie: Deze Coca-Cola blikjes met de `rode bolletjes’ van de kunstenares Yayoi Kusama staan in het Stedelijk Museum van Matsumoto (Matsumoto City Museum of Art). Deze stad ligt in de prefectuur Nagano op het Japanse hoofdeiland Honshu.

In de filmwereld is de regisseur Kurosawa een bekende naam. Ook digitale Japanse kunst, waaronder video- en computerkunst, en conceptuele kunst zijn populair bij hedendaagse Japanse kunstenaars.

Grote afbeelding: Fuji Aan De Linkerkant Van De Tōkaidō, uit de serie Zesendertig gezichten op de berg Fuji. Het betreft een houtblokprent uit 1891 van de kunstenaar Utagawa Hiroshige (1797-1858) die veel invloed uitoefende op het werk van Vincent van Gogh. 
Locatie: Deze 19de-eeuwse houtblokprent van Utagawa Hiroshige maakt deel uit van de kunstverzameling van de Gooise Galerie. ©Ronnie Rokebrand.

Delen:

Facebook
Twitter
Pinterest
LinkedIn
Utagawa Hiroshige 1797-1858 Fuji gezien vanaf de linkerzijde van de Tokaido weg.

Inhoudsopgave

error: Content is protected !!

Deze website maakt gebruik van cookies om ervoor te zorgen dat u de beste ervaring op onze website krijgt.