Op het moment dat de fotografie haar intrede deed dachten de gebruikers nog niet aan kunst. Zij namen de plaats in van de kunstschilders die in het tweede kwart van de 19de eeuw portretten maakten en landschappen schilderden. Daar stond tegenover dat de kunstschilders hun positie en kunstwerken gingen heroverwegen. De markt voor portretten daalde en het realistisch vastleggen van steden en landschappen kreeg met de komst van de fotografie minder nut. Eén van de gevolgen was het ontstaan van de kunststroming het impressionisme, waarbij de kunstenaars meer een impressie van hun objecten op doek vastlegden.
Afbeelding: De twee manieren van leven (The Two Ways of Life) werd in 1857 gemaakt door de Engels-Zweedse fotograaf Oscar Rejlander (1813-1875). Hij was een goed voorbeeld van een fotograaf die in de voetsporen van de beeldende kunstenaars trad en hun werk als inspiratiebron koos. De erotische lading in de afbeelding was omstreden, maar werd zelfs door de Britse koningin Victoria aangekocht voor haar echtgenoot prins Albert. Het vervaardigen van de afbeelding was in die tijd een kunstwerk op zich. Oscar Rejlander monteerde in 6 weken tijd 32 afbeeldingen naadloos aan elkaar, waardoor deze 99 centimeter brede foto ontstond. Op de afbeelding staan twee jonge mannen te kijken naar een soort schouwtoneel met goede en slechte engelen. Zij worden begeleidt door een patriarch die tussen hen in staat. De jongen rechts kijkt naar alle deugdzame genoegens in het leven, terwijl de jongen links naar de zondige genoegens kijkt, voorgesteld door 6 naakte vrouwen.
Locatie: Deze afbeelding werd voor het eerst tentoongesteld op de Manchester Art Treasures Exhibition in 1857. Het is nu in het bezit van het George Eastman Museum, gelegen aan de East Avenue op het landgoed van de George Eastman, de oprichter van Eastman Kodak, in Rochester in de staat New York (VS).
Gustave Le Gray, op zoek naar de samensmelting van kunst en fotografie
Toch waren er een aantal fotografen die meer wilden, dan alleen het maken van portretten. Zij zochten aansluiting bij het werk van de kunstschilders. Een goed voorbeeld is de Franse fotograaf Gustave Le Gray (1820-1884). Hij was van oorsprong kunstschilder en hij wilde met zijn foto’s hetzelfde kunstniveau bereiken als met zijn schilderijen. Door gebruik te maken van waspapieren negatieven werden zijn foto’s rokeriger en zachter omlijnd. Onder meer de impressionist Monet was een bewonderaar van de foto’s van Le Gray. De meeste mensen in de kunstwereld haalden echter hun neus op voor de samensmelting van kunst en fotografie; volgens hen was dit geen kunst en kon dit het ook nooit worden.
Zoals we echter in de andere beschrijvingen van kunststromingen hebben kunnen lezen, is niets zo veranderlijk als de mening van de kunstcritici en de rest van de kunstwereld. Meningen en oordelen over kunst veranderden met de tijd; zoals dit ook in het gewone leven met andere onderwerpen het geval was.
Afbeelding: `Brig on the water’, uit 1856, van de fotograaf Gustave Le Gray. Hij maakte gebruik van waspapieren negatieven waardoor zijn foto’s rokeriger en zachter omlijnd werden. Hij probeerde met zijn foto’s op het niveau van de schilderkunst te komen.
Locatie: Deze foto van Gustave Le Gray hangt in de National Gallery of Art, gelegen aan de National Mall, tussen 3rd en 9th Streets, aan Constitution Avenue NW in Washington D.C. (VS).
Foto’s als kunst
In 1910 kocht de Albright Art Gallery als eerste foto’s aan voor haar kunstcollectie. Het was een periode waarin de fotografen vooral het werk van kunstschilders probeerden na te maken. Dat was begrijpelijk, omdat fotocamera’s alleen op een statief konden worden meegenomen, net als een schildersezel, en de belichtingstijd van de afbeeldingen nog relatief lang was.
Afbeelding: Een foto uit 1872 van een reliëf van de Borobudur op het Indonesische eiland Java. In die tijd kon men alleen foto’s nemen vanaf een statief met een lange belichtingstijd. Deze techniek was vooral geschikt voor statische afbeeldingen, zoals op bijgaande foto. De foto is genomen op Java in het jaar 1872, een jaar voordat de bekende fotograaf Isidore van Kinsbergen in 1873 zijn opnamen van de Borobudur maakte. Volgens het Rijksmuseum in Amsterdam is de fotograaf waarschijnlijk Kassian Céphas. Hij werkte in die tijd in opdracht van de Sultan van Yogjakarta op het Indonesische eiland Java.
Locatie: Deze afbeelding maakt deel uit van de collectie van de Gooise Galerie.
Toen men echter rond 1925 de draagbare Leica-camera in Duitsland introduceerde, veranderde dit. De Franse fotograaf Henri Cartier-Bresson (1908-2004) werd beroemd om de afbeeldingen die hij schoot van belangwekkende gebeurtenissen op het wereldtoneel. Alle grote dagbladen en tijdschriften publiceerden zijn foto’s.
In de Verenigde Staten van Amerika waren het de fotografen Ansel Adams (1902-1984) en Edward Weston (1886-1958) die de geschoten afbeeldingen tot kunst verheven. Zij gingen als eersten spelen met de lichtopening van hun lenzen. De grootte van de opening van de lens bepaalde hoeveel licht er viel op het filmrolletje. Het lijkt een beetje op de pupil van je oog. Hoe scherper de zon schijnt, des te kleiner wordt jouw pupil. Het lijkt een beetje op de pupil van je oog. Hoe scherper de zon schijnt, des te kleiner wordt jouw pupil. Als de avond is gevallen neemt de scherpte van het licht af en worden jouw pupillen groter. Tegenwoordig meten we de grootte van deze opening, het diafragma, af met een getal. Adams en Weston maakten gebruik van een kleine lensopening met een lange belichtingstijd, waardoor de afbeeldingen bijna mystiek werden. In wezen deden zij hetzelfde als de eerste fotografen, maar dan met gebruikmaking van een veel betere techniek. Zij allen staan symbool voor de kunststroming kunst en fotografie.
Afbeelding: Boeren aan het werk in het veld, op de achtergrond Mt. Williamson. Deze foto van de fotograaf Ansel Adams werd in 1943 gemaakt. Het waren echter geen boeren … Dit is in werkelijkheid een afbeelding van het Manzanar Interneringskamp in Californië. Amerikanen van Japanse afkomst werden tijdens de Tweede Wereldoorlog, in de periode 1942-1945, vastgehouden in een interneringskamp en op deze velden te werk gesteld. Dit gegeven werd in de titel van de foto om politieke redenen vermeden.
Locatie: Deze foto van Ansel Adams is in het bezit van de Library of Congress (LC). Dit is een wetenschappelijk bibliotheek die officieel onderzoek doet voor het Congres van de Verenigde Staten. In feite is het de nationale bibliotheek van de Verenigde Staten. De belangrijkste collectie van deze bibliotheek vindt u in het Thomas Jefferson Gebouw, gelegen aan de 10 First Street SE in Washington D.C..
Portret-, pers-, mode-, straat-, sport-, documentaire- en oorlogsfotografen
Vanaf dat moment nam de fotografie als kunstvorm een grote vlucht. Bekende fotografen van de kunststroming kunst en fotografie waren in de 20ste eeuw onder meer de Amerikaanse documentaire fotografe Dorothea Lange (1885-1965), bekend om haar migrantenfoto’s, en de Amerikaanse fotografe Margaret Bourke-White (1904-1971), met haar afbeeldingen van stuwdammen, oorlogssituaties en de omstandigheden rondom de tragische dood van Mahatma Ghandi.
Afbeelding: American way of life, uit 1937, van de fotografe Margaret Bourke-White. Deze foto had eigenlijk de titel `World’s Highest Standard of Living’, ook wel bekend als `Ten tijde van de Louisville Flood’. Margaret Bourke-White nam deze foto in Louisville, in de staat Kentucky in de VS, na de overstroming van de Ohio-rivier in 1937. De tegenstelling tussen de welvarende, witte Amerikanen op het billboard en de Afro-Amerikanen die in de rij staan voor hulp is uitstekend in beeld gebracht.
Locatie: Deze afbeelding was voor het eerst te zien in het februarinummer van Life Magazine in 1937.
De fotografe Dorothea Lange (geboortenaam: Dorothea Nutzhorn) werd beroemd om haar foto van de Migrant Mother die zij tijdens de Grote Depressie maakte van een arme erwtenplukster en haar kinderen. Zij maakte deze foto in opdracht van de Farm Security Administration op het verarmde platteland. Deze foto’s konden kranten en tijdschriften gratis gebruiken en werden vaak als propaganda gebruikt.
Afbeelding: Migranten Moeder (Migrant Mother), een indrukwekkend gecomponeerde foto uit 1936 van de fotografe Dorothea Lange. Het toont een portret van de 32-jarige Florence Thompson met drie van haar zeven kinderen. Het kindje rechts op de foto was haar 4-jarige dochter Katherine. Deze afbeelding van een `zwervende moeder’ werd een icoon voor veerkracht bij tegenslag.
Locatie: De foto is in het bezit van de Library of Congress, de bibliotheek van het Amerikaanse congres. Zij gaven de foto de titel: Berooide erwtenplukkers in Californië. De hoofdingang van deze bibliotheek bevindt zich in het Thomas Jefferson Gebouw, gelegen aan de 10 First Street SE in Washington D.C..
De in Luxemburg geboren portretfotograaf Edward Steichen (1879-1973) woonde en werkte in de VS. In het begin van de 20ste eeuw maakt hij naam door zijn beroemde foto’s van de beeldhouwer Auguste Rodin. Tijdens de Eerste Wereldoorlog trok hij als oorlogsfotograaf mee met het Amerikaanse leger, onder meer richting Japan. In de periode tussen de twee wereldoorlogen werd hij bekend met de vele portretten die hij maakte van beroemde kunstenaars, filmsterren en andere beroemdheden, waaronder Greta Garbo, Marlene Dietrich en Fred Astaire, de schrijfster en kunstenares Mai-Mais Sze, de schrijver Thomas Mann, de beeldhouwer Auguste Rodin, en vele anderen.
Na de Tweede Wereldoorlog werd hij directeur van de fotoafdeling van het Museum of Modern Art in New York. In het kasteel van het stadje Clervaux, in het noorden van zijn geboorteland Luxemburg, kunt u de tentoonstelling The Family of Man; the greatest photographic exhibition of all time bezichtigen, samengesteld door Edward Steichen. Deze tentoonstelling werd in de vijftiger jaren van de vorige eeuw in het Museum of Modern Art in New York bezocht door 9 miljoen bezoekers en maakt deel uit van het werelderfgoed van UNESCO.
Afbeelding: Rodin en De Denker, uit 1905, van de portretfotograaf Edward Steichen. Op de achtergrond links ziet u Victor Hugo en rechts staat zijn bekende beeldhouwwerk De Denker.
Locatie: De afbeelding is in het bezit van het Art Institute of Chicago (AIC), en is gevestigd in Grant Park in Chicago in de staat Illinois (VS).
In het China van de jaren dertig verliet de documentaire fotograaf Zhuang Xueben (1909-1984) zijn geboortestad Shanghai om foto’s te nemen van de mensen die aan de westgrenzen van China woonden, en met name in de gebieden Sichuan, Yunnan, Gansu en Qinghai. Deze gebieden stonden in die tijd nog als witte vlekken ingetekend op de landkaarten. De onafhankelijke staat Tibet kwam hij als Chinees staatsburger niet in. Zhuang Xueben liet zijn gezin 10 jaar lang alleen achter om zijn droom waar te maken: het fotograferen en inventariseren van de bevolkingsgroepen die in deze gebieden woonden. Zijn foto’s vormden voor veel Chinezen, inclusief de autoriteiten, een eerste kennismaking met deze tot dan toe onbekende landgenoten. Tijdens de Culturele Revolutie werd ongeveer de helft van het werk van Zhuang Xueben vernietigd, een onherstelbaar verlies. De met liefde en een scherp oog voor schoonheid geschoten afbeeldingen, met name portretten, en zijn geschriften die de Culturele Revolutie overleefden vormen voor antropologen een waardevolle bron van kennis over de etnische groepen in West-China.
Afbeelding: De cover van het Liangyou magazine, dat op 15 september 1940 uitkwam. De fotografie voor deze speciale uitgave was in handen van de Chinese fotograaf Zhuang Xueben. De vrouw op de omslag behoorde tot een bevolkingsgroep uit de regio Sichuan-Guizhou. De foto kreeg de naam Embroidery (Borduursel).
Locatie: De foto toont de voorpagina van nummer 158 van het Liangyou magazine, dat op 15 september 1940 werd gepubliceerd.
Ook de foto’s uit de vooroorlogse periode hebben vaak een documentair karakter. Je krijgt als beschouwer een inkijkje in het leven van die tijd en de waarden en normen die toen gewoon waren.
Afbeelding: Op de foto een Europese man in een koets, waarschijnlijk een Nederlander, met aan de teugels een inlandse koetsier. De afbeelding is lastig te dateren, maar ik vermoed dat deze foto ergens tussen 1900 en 1914 is gemaakt. Het geeft op treffende wijze de verhoudingen aan in de koloniale periode. In dit geval op het Indonesische eiland Java. Het vervoermiddel met twee paarden was een zogenoemde deleman-koets die maximaal vier personen vervoerde, al zal dat in deze deleman behoorlijk krap hebben gezeten. De passagiers in een deleman zaten dwars op de rijrichting en keken elkaar aan. De instap voor de passagiers was aan de achterzijde. Als de passagiers waren ingestapt sloot de bestuurder een klein hekje. Daarna ging men rijden. Onder de deleman hangt een jutezak met voeding voor de twee paarden. Het relatief grote gebouw op de achtergrond is misschien een aanwijzing dat de afbeelding is genomen op een plantage.
Locatie: De afbeelding is gemaakt op het Indonesische eiland Java in de vooroorlogse periode, zoals te zien is aan de Javaanse kleding van de bestuurder van de koets. Indonesië was in die tijd een Nederlandse kolonie. De fotograaf is niet bekend. Deze foto maakt deel uit van de collectie van de Gooise Galerie. ©Ronnie Rokebrand.
Het was de periode waarin de trein in Nederland ging rijden en er allerlei infrastructurele werken werden aangelegd om deze treinen te kunnen laten rijden, waaronder spoorrails en bruggen. Al deze werken werden door fotografen gedocumenteerd. Incidenteel leidde dit tot kunstzinnige foto’s, waaronder de foto van de `Man op de voltooide brug over de Waal bij Culemborg’, die de fotograaf Pieter Oosterhuis in 1868 maakte.
Afbeelding: Man op de voltooide brug over de Waal bij Culemborg, uit 1868, van de fotograaf Pieter Oosterhuis (1816-1885). In deze tijd werden alle infrastructurele werken gedocumenteerd en gefotografeerd, maar Pieter Oosterhuis maakte er een kunstwerk van. Hij was waarschijnlijk de eerste industriële fotograaf in Nederland.
Locatie: Deze foto is in het bezit van het Rijksmuseum in Amsterdam. Het betreft hier een uitgave van Boekhandel en Drukkerij Blom en Olivierse te Culemborg. De foto werd een jaar na de dood van Pieter Oosterhuis gepubliceerd.
Oorlogsfotografen
Er waren ook tal van andere fotografen die beroemde foto’s maakten, soms ook in oorlogstijd. De bekendste oorlogsfotografen die werkten aan het einde van de 19de eeuw waren Roger Fenton (1819-1869), Mathew Brady (1823-1896) en Timothy H. O’Sullivan (1840-1882).
Afbeelding: Een oogst van de dood. Deze indrukwekkende foto is op 4 juli 1863 genomen op het slagveld van Gettysburg door de fotograaf Timothy H. O’Sullivan. In Gettysburg leden de zuidelijke troepen een zware nederlaag tijdens de Amerikaanse Burgeroorlog. De foto werd in 1866 afgedrukt door zijn collega-fotograaf Alexander Gardner. Hij schreef over deze foto in zijn boek Photographic Sketch Book of the War: `Langzaam, omdat iedereen terughoudend was om deze afschuwelijke verschrikkingen aan het licht bloot te stellen, ontwaakte een zonloze morgen over de mistige velden van Gettysburg, nadat het gebroken leger van generaal Robert. E. Lee’s was vertrokken. Door de schimmige dampen heen zag je `een oogst van de dood’. Duizenden omgekomen Union- en rebellensoldaten, hoewel veel van de eersten al waren begraven, bezaaiden het nu stille gevechtsterrein. Het land was doorweekt door de regen, die het gebied twee dagen lang had doordrenkt met zijn grillige buien.’
Zowel de tekst als het beeld geven op sprekende wijze de ultieme tol van dood en verderf van de oorlog weer. Zoals te zien is op deze afbeelding, genomen een dag na de Slag bij Gettysburg, die plaatsvond van 1 juli tot 3 juli 1863. De lijken zijn allen zonder schoenen. Deze waren in die tijd schaars en werden direct van de gesneuvelden afgenomen. De foto roept een zweem van oneindigheid op bij de beschouwer. De lijken, deels afgesneden aan de randen van de foto, roepen een beeld op dat er nog veel meer gesneuvelden op dit slagveld liggen. Het oog trekt automatisch naar de horizon, in de richting van twee mannen met paarden wier silhouetten zich aftekenen tegen de mist.
Locatie: De foto is genomen op 4 juli 1863 door de oorlogsfotograaf (al bestond deze term toen nog niet) Timothy H. O’Sullivan en 3 jaar later afgedrukt door de fotograaf Alexander Gardner in zijn boek Photographic Sketch Book of the War. De foto is in het bezit van het Getty Center, dat deel uitmaakt van het Getty Museum, een gebouwencomplex in Brentwood, een wijk in het westen van Los Angeles in de staat Californië (VS).
Een andere bekende oorlogsfotograaf was Robert Capa. Oorspronkelijk scholen drie joodse fotografen onder de naam Robert Capa. De bekendste twee waren de Hongaarse fotograaf Endre Friedmann (1913-1954) en zijn geliefde Gerta Pohorylle, die eveneens fotografeerde onder haar pseudoniem Gerda Taro (1910-1937). Toen Gerda Taro in 1937 tijdens de Spaanse burgeroorlog sneuvelde, nam Friedmann de naam Robert Capa over. Zijn bekendste werk, en misschien wel de beroemdste oorlogsfoto uit de geschiedenis is de foto `de vallende soldaat’ (The Falling Soldier), waarop de republikeinse soldaat en anarchist Frederico Borrell García staat afgebeeld, precies op het moment dat hij in 1936 door een kogel dodelijk werd getroffen.
Afbeelding: Op de foto, tussen twee Chinese soldaten en van links naar rechts, de Nederlandse filmregisseur, film- en documentaire maker Joris Ivens (1898-1989), de fotograaf John Fernhout (1913-1987) die als camera assistent voor Ivens werkte, en Robert Capa (Endre Friedmann). Joris Ivens was bevriend met de bekende kunstschilderes Charley Toorop, de moeder van John Fernhout. Gewapend poseerden zij tussen twee Chinese militairen tijdens de Chinees-Japanse oorlog
Locatie: Deze afbeelding is in het bezit van het Rijksmuseum in Amsterdam. Het betreft een schenking van de heer W. Diepraam uit Amsterdam. De fotograaf is niet bekend.
Andere bekende fotografen
Een bekende portretfotograaf was Nadar (1820-1910), een pseudoniem van Gaspard-Félix Tournachon. Hij maakte portretten van beroemde persoonlijkheden, zoals de schrijver Jules Verne, de Russische anarchist Michail Bakoenin, de Franse actrice (van Nederlandse afkomst) Sarah Bernhardt en de componist Franz Liszt. Het was zijn doel om de persoonlijkheid van een geportretteerde op de foto vast te leggen, wat hem vaak lukte. Beroemd zijn de eerste luchtfoto’s die hij maakte vanuit een ballon.
Afbeelding: Zelfportret van Felix Nadar (een pseudoniem van Gaspard-Félix Tournachon) in een luchtballon in 1910. Felix Nadar werd geroemd als portretfotograaf van bekende persoonlijkheden. Bovendien was hij de eerste fotograaf die luchtfoto’s maakte.
Locatie: Deze foto is in het bezit van de Smithsonian Library (Smithsonian Institution), gelegen aan de 1000 Constitution Ave. NW in Washington D.C. in de VS.
Jacob A. Riis (1849-1914), geboren in Denemarken, emigreerde naar New York om daar zijn geluk te beproeven als journalist en fotograaf. Hij was zeer begaan met de mensen die in de sloppenwijken van New York woonden. In 1873 kwam hij in dienst van de Evening Sun, maar vanaf 1888 werkte hij aan zijn sociaalkritische fotoboek `How the Other Half Lives’.
Afbeelding: Arme, dakloze kinderen kruipen bij elkaar om warm te blijven, een foto van Jacob A. Riis die hij in 1890 maakte in de sloppenwijken van New York. De foto staat ook bekend als `Nomads of the street’.
Locatie: Deze slapende, dakloze kinderen lagen in Mulberry Street in New York (VS). De foto is afgedrukt in het boek `How the Other Half Lives. Studies Among The Tenements Of New York’ van Jacob A. Riis.
Andere bekende fotografen zijn onder meer de Duits-Amerikaanse persfotograaf Alfred Eisenstaedt (1898-1995), de Amerikaanse mode- en portretfotograaf Richard Avedon (1923-2004), de Zwitsers-Amerikaanse sociaalkritische fotograaf Robert Frank (1924-2009), de Amerikaanse straatfotografe Vivian Maier (1926-2009), de Amerikaanse fotografe Annie Leibovitz (1949-) die voor het blad Rolling Stone werkt, de Amerikaanse sportfotograaf Neil Leifer (1942), de Amerikaan Steve McCurry (1950) met zijn foto van de Afghan Girl, de Franse fotograaf Henri Cartier-Bresson (1908-2004), de Peruaanse modefotograaf Mario Testino (1954) en de Duitse fotograaf Andreas Gurksky (1955-) met zijn symmetrische afbeeldingen. Ook in de kunststroming het socialistisch realisme gebruikte men de fotografie als een unieke kunstvorm, maar het fungeerde tevens als propagandakunst.
Er waren tal van fotografen die op allerlei terreinen de fotografie als kunstvorm vernieuwden. Er ontstond abstracte fotografie en er waren fotografen die collages maakten. Anderen vermengden afbeeldingen met nieuwsberichten en advertenties. Uit deze laatst genoemde reclamewereld stamt de fotografe Cindy Sherman, die tal van zelfportretten maakte waarin ze zelf een rol speelde in een advertentie of reclameboodschap. De Nederlandse Rineke Dijkstra (geboren in 1959 in Sittard) werd vooral bekend om haar Strandportretten, terwijl in het werk van de Nederlandse fotograaf Erwin Olaf (geboren in 1959 in Hilversum) de mens centraal stond, vaak in al zijn of haar kwetsbaarheid.
Afbeeldingen: Dit kunstwerk van Maria Murgia (1935-) draagt de titel `Altijd op weg naar de overwinning’ (Hasta a la victoria siempre). Het bijzondere fotomozaïek uit 2021 wordt gedomineerd door een grote en fel rood gekleurde afbeelding van deze uitzonderlijke arts en revolutionair op een achtergrond van honderden kleine foto’s uit het leven van Che Guevara, waarmee ze zijn geschiedenis in beeld brengt. Net zoals Maria Murgia onontkoombaar nu terugkijkt op haar eigen leven. Geen wonder: zij bereikte in 2021 een leeftijd van 86 jaar. De schilderes Maria Murgia maakte digitale fotomozaïeken op Kapafix (zie de afbeelding op deze webpagina). Zij vermengde bekende portretten van beroemdheden met fotocollages van foto’s uit hun verleden. Door over deze foto’s heen te schilderen kreeg Murgia’s kunst een nieuw uiterlijk, alsof de werkelijkheid werd gerecycled.
Locatie: Dit fotomozaïek maakt deel uit van de collectie van de Gooise Galerie. ©Ronnie Rokebrand.
Grote afbeelding: Eerbetoon aan Audrey Hepburn, van Maria Murgia (geboren in 1935 op het Italiaanse eiland Sardinië).
Locatie: Het kunstwerk Eerbetoon aan Audrey Hepburn maakt deel uit van de collectie van de Gooise Galerie. ©Ronnie Rokebrand.