De generatie waartoe ik behoor is tijdens zijn jeugd opgegroeid met popmuziek. Deze zogenoemde populaire muziek dankte haar populariteit vooral aan de opkomst van de radio en de platenspeler in de jaren vijftig en zestig van de vorige eeuw, waardoor muziek ineens toegankelijk werd voor bijna iedereen. De popmuziek kende tal van stijlen, met als gezamenlijke noemer de populariteit onder grote groepen mensen en dan voornamelijk jongeren. Bovendien ontwikkelde de economie zich in deze periode in een rap tempo zodat deze jongeren ook geld hadden om uit te geven aan deze muziek, zowel in de vorm van 45 toerenplaatjes en langspeelplaten (LP’s) als in het bezoeken van concerten. De mensen uit mijn generatie, ik ben zelf geboren in 1954, kennen allemaal nog wel de gillende fans bij de concerten van Elvis Presley en de Beatles. Het was tevens een periode waarin de opgroeiende jeugd op zoek ging naar een eigen identiteit en meer vrijheden. Vrouwen kwamen op voor hun rechten en men sprak voor het eerst over de seksuele revolutie. Dit alles omlijst met de klanken van de popmuziek, allemaal uitingen van een snel veranderende wereld. In de kunstwereld dateert men de kunststroming popart tussen 1950 en 1970.
Afbeelding: Marilyn Monroe (Shot Orange), uit 1964 van Andy Warhol. Op deze afbeelding ziet u een afdruk van een litho die van dit oorspronkelijke kunstwerk is gemaakt (licentie van de Andy Warhol Foundation). Andy Warhol maakte deze serie naar aanleiding van de zelfmoord van Marilyn Monroe in 1962. Het is een kenmerkend voorbeeld van de kunst van Warhol.
Locatie: Dit kunstwerk is door het veilinghuis Soteby’s verkocht voor 17, 3 miljoen dollar aan een particuliere kunstverzamelaar.
Popart als verbinding tussen de oude en de nieuwe cultuur
Het was dan ook geen wonder dat men zich ook in de wereld van de kunst ging afzetten tegen de heersende kunstelite van het abstract expressionisme en tegen de wegwerpcultuur die op dat moment in Amerika heerste. Toch vind je in de popart veel verbindingen tussen de tot op dat moment heersende culturele uitingen en de nieuwe populaire cultuur. Men wilde vooral kunst maken die populair was, kunst voor de massa.
Vandaar dat men aansluiting zocht bij bekende stripverhalen, afbeeldingen en boodschappen die in de reclame als normaal werden gezien. Op deze wijze zochten de popart artiesten de verbinding tussen de `oude’ kunst en de `nieuwe’ uitingen die de mensen herkenden uit hun stripboeken en de advertentie-uitingen.
Een opmerkelijke popart kunstenaar was Claes Oldenburg (1929-2022). Hij werd geboren in Zweden, maar groeide op in de Verenigde Staten. Zijn beeldhouwwerken bestonden uit gewone en herkenbare voorwerpen die hij uitvergrootte, zoals etenswaren en gereedschap.
Afbeelding: Balancerend gereedschap, uit 1984, voor het Vitra Design Museum. Het is een kunstwerk van de popart beeldhouwer Claes Oldenburg en zijn tweede vrouw de Nederlandse beeldhouwster Coosje van Bruggen (1942-2009).
Locatie: Dit beeldhouwwerk staat op het grasveld bij het Vitra Design Museum, gelegen aan de Charles-Eames-Straße 2 in het stadje Weil am Rhein in de Duitse deelstaat Baden-Württemberg.
De twee bekendste popart kunstenaars waren de Amerikanen Andy Warhol en Roy Lichtenstein. Toch mogen ook de kunstenaars Robert Rauschenberg (1925), Jasper Johns (1930) en George Segal (1924-2000) niet onvermeld blijven. Zij verwerkten de popart in assemblages, waarbij zij foto’s, krantenknipsels, maar ook gipsafdrukken in hun kunstwerken verwerkten. Men noemde dit de combine-paintings. Jasper Johns werd bekend om zijn schilderijen van de Amerikaanse vlag. Hij ontving voor zijn werk in 2011 de Presidential Medal of Freedom. Robert Rauschenberg werd in 1955 bekend met zijn schilderij Bed. Hij had verf op zijn dekbed, laken en kussensloop gesmeerd en deze vervolgens rechtop tegen een wand van een galerie geplaatst. Hij handelde hiermee in de geest van Elsa von Freytag-Loringhoven (een vriendin van Marcel Duchamp) die een urinoir 90 graden omdraaide, het de titel Fontein gaf en het vervolgens als kunst tentoonstelde.
Er waren echter ook kunstenaars in de popart met een ander motief: zij wilden misstanden aan de kaak stellen. Een goed voorbeeld is Edvard Kienholz (1927-1994). Hij protesteerde in zijn werk tegen de oorlog in Vietnam en tegen de betreurenswaardige toestand in de Amerikaanse gezondheidszorg.
Afbeelding: The Beanery, uit 1965, van de Amerikaanse kunstenaar Edward Kienholz. Hij besloot zijn stamkroeg Barney’s Beanery in Los Angeles op kleine schaal na te maken. Het kunstwerk heeft de tijd stil gezet op 10 over 10 op de 28ste augustus 1964. De dag waarop het krantenartikel `Children kill children in Vietnam riot’ hem inspireerde tot het vervaardigen van dit opmerkelijke, bijna surrealistische kunstwerk. De afgebeelde mensen hebben een klok als hoofd in een ruimte waar de tijd van de mensen in de bar verspild en vergeten lijkt. Kienholz zette met dit kunstwerk de tijd stil en gaf zo commentaar op de maatschappij. Alleen de barkeeper Barney houdt letterlijk zijn hoofd erbij.
Locatie: Deze Compilatie staat in het Stedelijk Museum aan het Museumplein 10 in Amsterdam. Het kunstwerk werd in 2013 gerestaureerd.
Andy Warhol en zijn alledaagse voorwerpen
All is pretty!
Andy Warhol
Andy Warhol (1928-1987) werd in 1928 geboren als Andrij Varhola; hij was de zoon van immigranten uit Slovakije. Zijn ouders veranderden hun naam in Warhol, wat zij Amerikaanser vonden klinken. Al snel ontdekte men Andy’s artistieke kwaliteiten en hij ging toegepaste kunsten studeren aan het Carnegie Institute of Technology. Na het beëindigen van zijn studie vond hij snel werk in de reclame- en tijdschriftenwereld. Dit zou zijn artistieke toekomst sterk beïnvloeden, omdat hij hier in aanraking kwam met de `wegwerp cultuur’. Hij richtte zich in zijn kunstwerken op het afbeelden van alledaagse voorwerpen uit het leven van gewone mensen. Zijn zeefdrukken van bekende Amerikaanse producten als Campbell’s-soepblikken en Coca-Cola-flessen zijn tot op de dag van vandaag wereldberoemd. In New York opende hij zijn eigen kunstfabriek waarin hij samen met zijn team zeefdrukken, boeken, tijdschriften en zelfs films produceerde.
Afbeelding: Bellevue II, uit 1963, van de kunstenaar Andy Warhol. Dit kunstwerk maakt deel uit van de serie Death and Disaster. Warhol maakte voor deze zeefdruk gebruik van een politiefoto waarop enkele hulpverlebers zich over een dood lichaam buigen. De man is van het dak van het psychiatrisch ziekenhuis Bellevue gesprongen. Door de afbeelding te herhalen krijgt het kunstwerk een bijna filmisch karakter, hoewel het gruwelijke, donkere en bijna surrealistische beeld de beschouwer ook afstoot.
Locatie: De gezeefdrukte foto is in het bezit van het Stedelijk Museum in Amsterdam, gelegen op het Museumplein 10. Het Stedelijk Museum kwam in 1978 in het bezit van dit kunstwerk dankzij een bijdrage van de Vereniging Rembrandt.
Helaas werden hij en de kunstcriticus Mario Amaya in 1968 neergeschoten door de zelfverklaarde feministe en schrijfster Valerie Solanas. Zij was boos op Andy omdat hij haar manuscript was kwijtgeraakt, maar later gaf zij aan dat zijn invloed op haar leven te groot was geworden. Ze bleek aan paranoïde schizofrenie te lijden. Hij werd zo zwaar gewond dat hij zijn verdere leven met een korset om moest lopen. In 1987 overleed Andy Warhol op 58-jarige leeftijd aan een hartaanval in een ziekenhuis in New York.
Zijn bekendste werken, naast de zeefdrukken met de eerder genoemde soepblikken en Coca Cola-flessen, zijn de kunstwerken met strips, zoals Popeye, Superman en Dick Tracy. In een latere periode richtte hij zich op het afbeelden van beroemde filmsterren, zoals Marilyn Manroe en Elvis Presley. Hij portretteerde hen als echte iconen, en dat waren zij natuurlijk ook. Een hele generatie groeide met hen op.
Afbeelding: De muur van de hal van het Andy Warhol Museum in Pittsburgh in de VS, beschilderd door Andy Warhol. Het is gebaseerd op het kunstwerk `Cow’ uit 1966.
Locatie: Het Andy Warhol Museum staat in Pittsburgh, gelegen in de Amerikaanse staat Pennsylvania in de VS.
Roy Lichtenstein en zijn stripfiguren
Roy Lichtenstein (1923-1997) was, net als Andy Warhol, een belangrijke popart kunstenaar die zich in zijn beginjaren vooral liet inspireren door de kubistische kunst en dan vooral door de kunstschilder en beeldhouwer Fernand Léger. Ook hij baseerde, met name in de zestiger jaren van de vorige eeuw, zijn kunstwerken op de advertenties, die hij om zich heen zag in New York, en tal van stripfiguren. Toegankelijkheid voor de massa was voor hem een belangrijke drijfveer in het uitwerken van zijn kunstwerken. Om die herkenbaarheid nog meer te vergroten maakte hij in zijn schilderstukken veelvuldig gebruik van de primaire kleuren rood, blauw, geel en soms ook groen, waarbij hij zijn figuren met zwarte lijnen accentueerde, alsof het een striptekening betrof.
Afbeelding: Meisje met haarlint (Girl with Hair Ribbon), uit 1965 van Roy Lichtenstein. Deze afbeelding is een afdruk van een litho die naar aanleiding van dit kunstwerk door Roy Lichtenstein is vervaardigd.
Locatie: Het oorspronkelijke schilderij hangt in het Museum of Contemporary Art, een museum voor hedendaagse kunst in het Kiba-park in de stadswijk Koto in de Japanse hoofdstad Tokyo.
In zijn manier van schilderen nam hij de techniek van de drukpersen van de kranten over. In plaats van het werken met penseelstreken, schilderde hij tal van kleine stipjes op het doek, bijna zoals in het pointillisme. Deze stippen noemde men bij de drukpersen de Benday-stippen. Met deze techniek kon je bijvoorbeeld enige schaduwwerking aanbrengen in de afgedrukte afbeelding in de krant. Net als de impressionisten gaf hij een impressie van een gebeurtenis weer, bijna altijd nam een `momentopname’ de centrale positie in binnen zijn compositie op het doek: zonder er zelf een interpretatie aan te geven.
Toen Roy Lichtenstein ouder werd breidde hij niet alleen zijn onderwerpen uit – hij schilderde ook enkele landschappen in de voor hem bekende stijl – maar hij ging ook stalen beelden vervaardigen die in veel grote steden een prominente plaats kregen.
Afbeelding: El Cap de Barcelona, een kunstwerk van keramiek en beton van de popart kunstenaar Roy Lichtenstein. Hij maakte dit beeld ter gelegenheid van de Olympische Zomerspelen van 1992 in Barcelona. Het was de enige keer dat hij met keramische tegels werkte. Het is aannemelijk dat hij zich liet inspireren door Antoni Gaudi die in Catalonië woonde en werkte.
Locatie: Dit beeld van Roy Lichtenstein staat aan het Passeig de Colom in de Spaanse stad Barcelona. Foto: Bert Kaufmann, Roermond.
Het superrealisme of fotorealisme
Richard Estes, (1936), Chuck Close (1940-2021), Audrey Flack (1931) en Don Eddy (1944) kozen een geheel eigen insteek om de kunst te benaderen. Net als de hoofdstroming in de popart gebruikten zij beelden en onderwerpen uit het dagelijks leven van de gewone Amerikaan, alleen hun kunstuitingen waren anders. Zij schilderden de werkelijkheid realistisch, gedetailleerd en bijna fotografisch op het doek. Hierdoor ontstonden kunstwerken met beelden via weerkaatsingen in de ramen van vensters en glanzende auto’s op parkeerterreinen.
Afbeelding: Untitled, van de superrealistische kunstschilder Don Eddy (1944) uit de periode 1971-1978. Het betreft hier een kunstwerk met Volkswagens die hij vooral in het begin van de jaren zeventig van de 20ste eeuw schilderde. Fotorealisme is schilderkunst op basis van een foto, en dus een reproductie van een reproductie. Op de afbeelding staan gedetailleerde afbeeldingen van verchroomde bumpers, blauw reflecterende koplampen, en glimmende grills. De Volkswagens werden door de reflecties bijna illusionistisch. Don Eddy transformeerde de auto’s tot bijna levende objecten die veel verder gaan dan hun oorspronkelijke functie.
Locatie: Het schilderij werd in 2018 in Londen door Sotheby’s geveild. Sindsdien is het in particulier bezit.
Doordat zij werkten met de airbrush-techniek konden zij heel gedetailleerd te werk gaan. Airbrushen is een schildertechniek waarbij een met lucht aangedreven pen een nevel van verf op het doek spuit, waardoor een glad en gelijkmatig effect optreedt zonder streepvorming. Hoewel hun kunstwerken tot de popart behoorden, kreeg het een eigen naam: het superrealisme, ook wel hyperrealisme of fotorealisme genoemd, vernoemd naar de zeer realistische, bijna fotografische schilderingen.
New Image Painting, een nieuwe figuratieve stijl
In december 1978 organiseerde Richard Marshall (1947-2014) in het Whitney Museum of American Art in New York de tentoonstelling `New Image Painting and American Art Since 1970’. Het was de eerste erkenning van een nieuwe kunststroming in de zeventiger jaren van de 20ste eeuw. De naam `new image painting’ duidde op twee belangrijke ontwikkelingen die de kunst tot ver in het midden van de jaren tachtig zouden domineren: de verkenning van nieuwe manieren om het beeld te gebruiken met figuratieve elementen, en de heropleving van de schilderkunst, die men al lang als verloren beschouwde. Deze nieuwe richting, terug naar het figuratieve schilderen, was al in de zestiger jaren ingezet door de kunstschilders Philip Guston (1913-1980), Balthus (Balthasar Kłossowski de Rola; 1908-2001), Leon Golub (1922-2004) en David Hockney (1937). Hun terugkeer naar het figuratieve schilderen inspireerde de kunstschilders van de New Image Painting om een zelfde figuratieve richting in te gaan.
Afbeelding: My window, een van de iPad tekeningen van David Hockney, vervaardigd op 17 april 2011. Er zijn in totaal 250 exemplaren gedrukt. In een serie van 120 iPad- en iPhone-tekeningen volgde David Hockney de loop van de seizoenen door het raam van zijn huis in Yorkshire in de periode 2009 tot en met 2011. Het kunstwerk maakte oorspronkelijk deel uit van zijn boek met dezelfde titel: My Window. Toen David Hockney de iPhone als artistiek medium ontdekte, opende het voor hem nieuwe mogelijkheden om zich als kunstschilder verder te ontwikkelen. In het voorjaar van 2009 maakte hij zijn eerste digitale tekeningen. De iPhone was gebruiksvriendelijk en hij hoefde zijn bed niet uit om zijn werkdag te beginnen, waarbij hij ochtendimpressies in grote lijnen en oogverblindende kleuren direct op zijn scherm tekende. In 2010 gebruikte Hockney voor het eerst een iPad waarmee hij, dankzij het grotere scherm, meer mogelijkheden kreeg om het complexer samenspel van kleur, licht en lijn beeldend te maken. Elk beeld legt een vluchtig moment vast, van de kleurrijke zonsopgang en lila ochtendhemel tot nachtelijke indrukken en de komst van de lente. We ervaren het verstrijken van de tijd door de ogen van David Hockney.
Halverwege de zeventiger jaren bood de `new image painting’ een verfrissend alternatief voor de abstracte en industriële vormen van het minimalisme. Men schilderde weer in een figuratieve stijl, vaak in de vorm van silhouetten van vogels, paarden, jurken of wolkenkrabbers, vaak in één enkele effen kleurtint. Men keerde de intellectuele strengheid van het minimalisme en de conceptuele kunst de rug toe. De schilders van de `new image painting’ kozen voor meer sensuele en open communicatieve kwaliteiten. Zij hielden vast aan het idee van vooruitgang en misschien aan de overtuiging dat de ene generatie rechtstreeks uit de voorgaande voortkwam. Het markeerde een terugkeer naar de schilderkunst na een periode waarin een groot deel van de kunstscène zich alleen nog maar richtte op performance, installatie kunst en conceptuele kunst. De galerieën waren blij met deze beweging, omdat deze kunstenaars iets maakten dat zij konden laten zien in hun expositieruimtes dat ook echt verkoopbaar was.
Afbeelding: Swimmers Atlanta, uit 1979 van Jennifer Bartlett (1941-2022). Het schilderij is in 2009 gefotografeerd door de Amerikaanse fotografe Carol M. Highsmith (1946). Dit kunstwerk uit de New Image Painting maakt deel uit van een serie met dezelfde titel.
Locatie: Dit kunstwerk bestaat uit twee schilderijen en hangt, samen met de rest van de serie, in het Russell Federal Building & U.S. Courthouse, gelegen op het adres 75 Ted Turner Dr in Atlanta in de staat Georgia (VS). Deze foto maakt deel uit van het Carol M. Highsmith-archief en is tevens in het bezit van de Library of Congress. De foto is door mij bewerkt met als doel om de aandacht te richten op de schilderijen.
Toch was deze kunststroming geen lang leven beschoren. De kunstenaars Susan Rothenberg (1945-2020), Nicholas Africano (1948), Jennifer Bartlett (1841-2022), Michael Hurson (1941-2007), Denise Green (1946), Neil Jenney (1945), Lois Lane (1948), Robert Moskowitz (1935), Joe Zucker (1941) en David True (1942) werden in hun werken al snel overschaduwd door de neo-expressionisten. Ook zij werkten figuratief, maar combineerden dit met abstracte objecten. De resultaten waren hartstochtelijke, vaak grimmige, maar ook prikkelende kunstwerken met kleuren, allerlei vormen en vol met figuratie. Vandaar dat men de `new image painting’ vaak als een overgangsbeweging typeert. Dat past ook wel in het denken van de kunstenaars van de `new image painting’. Susan Rothenberg vertelde in een interview : `We waren geen beweging, we waren een stel individuen die beelden opnieuw introduceerden. Het leek me vreemd dat we allemaal bij elkaar konden worden gebracht en iets konden worden genoemd.’
Concluderend was de `new image painting’ een losjes gedefinieerde schilderbeweging waarvan de kunstenaars alledaagse voorwerpen verbeelden die los stonden van hun achtergrond of omgeving in een vereenvoudigde representatieve stijl. Na deze periode volgden veel van deze kunstenaars het postmodernisme, waaronder het neo-expressionisme.
Grote afbeelding: Love Comic, uit 1970, een popart kunstwerk op gordijnstof, vervaardigd door de Amerikaanse kunstenaar, textielontwerper, rock-‘n-rollmuzikant, stripboekauteur, cartoonist en illustrator Nicholas Zann (1943-2020), ook wel Nicky Zann genoemd.
Locatie: Dit kunstwerk van gordijnstof werd in 1970 vervaardigd door Nicholas Zann. Het kunstwerk maakte deel uit van de collectie van de Target Gallery London. De galerie is helaas gesloten.