Zoals al eeuwen lang gebruikelijk is in de kunst, en ook in de maatschappij, zijn er kunstenaars die willen vernieuwen en innoveren. Kunstenaars zijn continue op zoek naar nieuwe manieren van expressie, zowel in de objecten die zij schilderen, beeldhouwen of bouwen, als in de technieken die zij daarbij gebruiken. Het kon dan ook niet anders dat er een reactie zou volgen op de kunststijl die in de schilderkunst het Impressionisme werd genoemd.
Deze nieuwe stijlperiode noemen wij tegenwoordig de periode van de post-impressionistische kunst en duurde ongeveer van 1885 tot het jaar 1910.
Afbeelding: Knightsbridge from Sloane Street in London (Fine December Morning), uit de periode 1903-1913, van de post-impressionistische kunstschilder Jacques-Émile Blanche (1861-1942). Het geeft een goed beeld van het dagelijkse leven in de stad Londen aan het begin van de 20ste eeuw. Opvallend op het schilderij zijn de dubbeldekker paardentrams die door de straten rijden. De Fransman Jacques-Émile Blanche schilderde tijdens zijn leven ook veel portretten.
Locatie: Dit schilderij van Jacques-Émile Blanche is in het bezit van de York Museums Trust, de beheerder van meerdere musea in de Engelse vestingstad York. De straat Knightsbridge loopt van het zuiden van Hyde Park in de richting van de Rutland Gardens, waar de straat overgaat in de Kensington Road. Sloane Street is een bekende winkelstraat in Londen met veel uitstekende restaurants.
De bekendste vertegenwoordigers van de stijlperiode de post-impressionistische kunst zijn Paul Cézanne, Henri de Toulouse-Lautrec, Vincent van Gogh, Georges Seurat, Paul Gaugain en de beeldhouwers Auguste Rodin en Camille Claudel.
De schilders van post-impressionistische kunst stopten met het alleen maar weergeven van de natuur in al zijn reële vormen. Zij wilden de natuur niet meer nabootsen, maar er een andere, eigen invulling aangeven. Men wilde meer uitdrukken dan alleen de werkelijkheid zoals men die zag. De schilderijen moesten veel meer het innerlijke gevoel van de schilder weergeven, zoals Vincent van Gogh zo treffend aangaf in zijn brief aan zijn broer Theo (zie hieronder op deze webpagina in de paragraaf Vincent van Gogh). Dit gevoel toonde men op het schilderdoek, door vormen subjectief weer te geven en kleuren te vervormen, in vlakken weer te geven of aan te dikken. Dit laatste soms letterlijk door met de dikte van de verf te spelen op het doek of de verf in kleine puntjes aan te brengen, zoals in het pointillisme.
Afbeelding: Portret van Camille Roulin, uit 1888, van Vincent van Gogh. Het is een portret van de zoon van de postbode in Arles waarmee hij bevriend was. Het is een goed voorbeeld van een schilderij waarop Van Gogh met de dikte van de verf speelt in de vorm van korte streepjes, geïnspireerd door het pointillisme. Ook de kleurstelling is subjectief, wat kenmerkend is voor het post-impressionisme. Vooral het gebruik van contrasterende kleuren maakt dit schilderij zo intens en levendig. Contrasterende kleuren zijn kleuren die recht tegenover elkaar staan, zoals in dit schilderij de rode knoop op het groene jasje en de blauwe pet met het oranjeachtige gezicht eronder.
Locatie: Dit portret van Camille Roulin hangt in het Van Gogh Museum, gelegen aan het Museumplein 6 in het stadsdeel Zuid in Amsterdam. ©Kajsa Rokebrand.
Met andere woorden de post-impressionistische kunstschilders brachten emotie op het doek, veranderden de structuur, brachten contrasterende kleuren aan en zochten naar nieuwe composities op het doek.
Het is ook een periode waarin schilders vooral hun eigen weg bewandelden. In de impressionistische stijl waren er veel overeenkomsten te vinden in de kunstwerken van de schilders. Dit veranderde in de stijlperiode van het Post-impressionisme. Niet dat de post-impressionisten het gehele verleden achter zich lieten, integendeel, zij borduurden voort op de lessen van de impressionistische kunst, maar dan met een eigen invulling die ook zou leiden tot nieuwe en experimentele stijlen, zoals het pointillisme, het cloissonisme en het synthetisme, dat men ook wel het symbolisme noemde.
Afbeelding: De Serenade in Venetië (La Sérénade, Venise), uit 1907, van Henri Le Sidaner. Een prachtig schilderij van de gondels in het Grote Kanaal van de Italiaanse stad Venetië, met op de achtergrond het oplichtende Paleis van de Doge. In dit schilderij is goed te zien dat Henri Le Sidaner zeer geïnteresseerd was in de werking van het licht gedurende de nacht. Dit thema zie je dan ook meer terug in zijn werk. Na het jaar 1900 schilderde hij in een bijna magisch, verstilde sfeer.
Locatie: Het schilderij werd in 2022 geveild bij veilinghuis Christies en is sindsdien in het bezit van een particuliere verzamelaar.
Paul Cézanne, de post-impressionistische kunstschilder van de Mont Sainte-Victoire
Paul Cézanne (1839-1906) begon zijn schilderscarrière als impressionist, maar dat bracht hem niet wat hij ervan verwachtte. Allereerst waren de kunsthandelaren niet echt enthousiast over zijn werk, al werd het wel verkocht, en eigenlijk was hij er zelf ook niet tevreden over. Vandaar dat hij op zoek ging naar een andere manier van schilderen. Hij kon zich dit veroorloven, want hij beschikte over voldoende financiële middelen. Hij vertrok uit Parijs en vestigde zich in zijn geboorteplaats Aix-en-Provence.
Cézanne was zeer gecharmeerd van de schilderijen van Nicolas Poussin (1594-1665). Vandaar dat hij weer terug wilde naar het schilderen van kunstwerken waarin structuur en balans in de compositie de hoofdtoon vormden, net zoals Poussin had gedaan.
Paul Cézanne werkte aan overzichtelijke composities met intense kleuren. Omdat hij zijn werken niet hoefde te verkopen, hij beschikte over voldoende geld, maakte hij keer op keer een schilderij van de Mont Sainte-Victoire, gelegen bij zijn geboortedorp. Steeds opnieuw probeerde hij zijn post-impressionistische kunstwerk verder te volmaken. In totaal zou hij zestig schilderijen met deze berg als het belangrijkste onderwerp vervaardigen.
Afbeelding: De Mont Sainte-Victoire gezien vanuit Bellevue, van Paul Cézanne. Het kunstwerk is geschilderd in de periode 1885-1895 in de omgeving van zijn geboortedorp. Steeds opnieuw probeerde hij zijn post-impressionistische manier van schilderen verder te volmaken. Met als resultaat zestig verschillende schilderijen met deze berg als het belangrijkste onderwerp. In dit schilderij maakte hij voor het landschap alleen gebruik van aarde kleuren, tinten die alleen in de natuur voorkwamen, in een zeer uitgebalanceerde compositie. Werkelijk alles lijkt voor de beschouwer op de juiste plek te staan.
Locatie: Dit schilderij van Paul Cézanne is in het bezit van de Barnes Foundation. Het kunstmuseum bevindt zich sinds 2012 aan de Benjamin Franklin Parkway in Philadelphia, in de staat Pennsylvania (VS).
Hetzelfde deed hij met zijn schilderijen van badende vrouwen (Les grandes baigneuses); ook hier maakte hij meerdere exemplaren van op zijn zoektocht naar het ideale schilderij.
Afbeelding: Les grandes baigneuses, uit 1906, van de kunstschilder Paul Cézanne. Hij schilderde dit onderwerp van badende vrouwen verschillende keren in zijn zoektocht naar het ultieme schilderij.
Locatie: Het schilderij `Les grandes baigneuses’ hangt in het Philadelphia Museum of Art. Dit kunstmuseum is gevestigd op Fairmount, een heuvel gelegen aan het noordwestelijke uiteinde van de Benjamin Franklin Parkway bij Eakins Oval in de stad Philadelhia in de VS.
Verder maakte hij zelfportretten en een serie ernstige afbeeldingen van zijn vriendin en latere vrouw Hortense Fiquet.
Afbeelding: Madame Cézanne aan het conservatorium, van de kunstschilder Paul Cézanne uit 1891. Zijn vriendin en latere vrouw Hortense Fiquet (Madame Cézanne) portretteerde hij vele malen.
Locatie: Dit portret van mevrouw Cézanne maakt deel uit van de collectie van het Metropolitan Museum of Art (The Met). Dit beroemde kunstmuseum bevindt zich aan de oostzijde van het Central Park in Manhattan in New York (VS).
Het ging Cézanne altijd om de juiste verhouding tussen kleuren en vormen. Om deze verhoudingen optimaal te houden schrok hij er niet voor terug om de vormen van objecten aan te passen om toch tot de juiste compositie te komen. Hij was de eerste kunstenaar die dit deed en daarmee vormde hij het fundament waarop de kunstenaars na hem voortbouwden, waaronder vooral de kubisten.
Vincent van Gogh, schilder van post-impressionistische kunst
`De ontroeringen zijn dikwijls zo sterk, dat ik werk, zonder dat ik het weet … en de streken volgen elkaar dan op met een samenhang als de woorden in een rede of een brief.’
Vincent van Gogh in een brief aan zijn broer Theo
Wie kent Vincent van Gogh (1853-1890) niet? Deze Hollandse schilder werd wereldwijd bekend. Zijn post-impressionistische kunstwerken brachten op de schilderijenmarkt miljoenen op en toch schilderde Vincent maar kort, slechts 10 jaar, waarna hij op 37-jarige leeftijd zelfmoord pleegde. Helaas heeft Van Gogh zelf niet van zijn huidige bekendheid kunnen profiteren. In al die tien jaren werken verkocht hij slechts 1 schilderij. Hij schreef in oktober 1888 aan zijn broer Theo:
‘Ik kan er niets aan doen dat mijn schilderijen niet worden verkocht. Toch zal de dag komen dat men zal zien dat ze meer waard zijn dan wat wij erin steken voor de verf en mijn al met al zeer schamele levensonderhoud.‘
Afbeelding: Zelfportret als schilder, van Vincent van Gogh uit de periode 1887 tot 1888. Hij presenteerde zich op dit schilderij als een moderne kunstschilder die gebruikmaakte van contrasterende kleuren. Hij zette ze als statement op zijn palet: rood en groen, blauw en oranje, en geel en paars. Ook in dit kunstwerk had hij zijn blauwe jasje direct onder zijn oranje baard geschilderd, wat het schilderij levendiger en intenser maakte.
Locatie: Dit zelfportret van Vincent van Gogh hangt in het Van Gogh Museum aan het Museumplein 6 in het stadsdeel Zuid in Amsterdam.
Als er iemand was die in deze periode zijn emoties in zijn schilderijen overbracht, dan was dit Vincent van Gogh. Iedere penseelvoering, alle aangebrachte kleuren en vormen, hadden maar één doel: het overbrengen van zijn gevoel op het doek. Deze gevoelens waren altijd sterk bij Vincent aanwezig. Als kind al werd hij geboren op de sterfdag van zijn broertje met dezelfde naam, een gegeven dat hij zijn hele leven als een last met zich mee droeg. Als werknemer bij een kunsthandel in Londen – eerst werkte hij in Parijs – werd hij verliefd op de dochter van zijn hospita die hem helaas niet zag staan … Na zijn ontslag werkte hij als predikant in economisch achter gebleven gebieden, waar hij zich de armoede van de mensen persoonlijk zeer aantrok. Ook deze stap in zijn carrière werd geen succes en hij voelde de teleurstelling van zijn ouders in al zijn zenuwtoppen. Hij werd vaak depressief van de gebeurtenissen die hem `overkwamen’. Uiteindelijk zou deze met regelmatig terugkerende depressiviteit hem zijn leven kosten.
Afbeelding: Treurende oude man, van Vincent van Gogh. Hij schilderde dit meesterwerk in de maand mei in 1890, kort voordat hij in juli een einde aan zijn leven maakte.
Locatie: Het schilderij `Treurende oude man’ van Vincent van Gogh hangt in het Kröller-Müller Museum aan de Houkampweg 6 in het plaatsje Otterloo, midden in het Nationale Park de Hoge Veluwe.
Vincent van Gogh kreeg zijn eerste lessen in tekenen van Charles Bargue. Hij was echter niet tevreden met zijn resultaten, en, koppig en emotioneel als hij was, vernietigde hij al zijn tekeningen. In 1880 volgde hij in Brussel lessen bij de genre- en historieschilder Joseph van Severdonck (1819-1905). Ook dit werd niets; hij vond dat zijn leraar er niets van kon.
Zijn broer Theo, die kunsthandelaar was en hem zijn hele leven financieel en emotioneel steunde, bracht hem in contact met de kunstschilder Anthon van Rappard (1858-1892) waar hij mee bevriend raakte. Samen werkten zij in het atelier van Anthon van Rappard in het Belgische plaatsje Sint-Joost-ten-Node. Van Rappard werkte veel met streepjes; dit zouden we later veel in het werk van Van Gogh terugzien.
Na wat strubbelingen met Anthon keerde Vincent in 1881 in Nederland terug, waar hij achtereenvolgens bij zijn ouders in Etten, in Den Haag en in Nuenen woonde en werkte. In Den Haag had hij een relatie met de voormalige prostitué Sien Hoornik.
Op advies van zijn jongere broer Theo ging hij in de leer bij zijn neef Anton Mauve, een schilder van de Larense School, die toen nog in Den Haag woonde en werkte. Daar leerde Vincent schilderen en kwam hij in contact met de schilderijen van de kunstenaars die tot de Haagse School behoorden, waaronder de gebroeders Maris en Jozef Israëls.
Niet veel later strandde de relatie met Sien en ging Vincent naar de provincie Drenthe, wederom financieel gesteund door zijn broer Theo. Hier schilderde hij de kenmerkende figuren van Drentse boeren. Toen hij later naar zijn ouders in Nuenen ging, zijn vader was dominee en verhuisde met enige regelmaat naar nieuwe gemeenten, ging hij verder met het schilderen van hardwerkende en vaak verarmde boeren. In 1885 overleed zijn vader en schilderde hij zijn schilderij De aardappeleters.
Afbeelding: De aardappeleters, uit 1885, van Vincent van Gogh. Van Gogh beschouwde dit kunstwerk als een meesterproef. De gekozen compositie is lastig voor een kunstschilder. Maar hij wilde hiermee aantonen dat hij technisch een goede schilder was. Hij verbeeldde met dit schilderij het harde boerenbestaan. Vandaar dat hij koos voor eeltige, hoekige handen en verweerde gezichten. Het schilderij was niet populair. De kunstcritici vonden het werk veel te donker geschilderd. Dat hij met het spaarzame licht van de olielamp boven de tafel heel goed het zware en harde leven van arme boeren weergaf drong toen niet bij de kunstcritici door …
Locatie: De aardappeleters van Vincent van Gogh hangt in het Van Gogh Museum aan het Museumplein 6 in het stadsdeel Zuid in Amsterdam.
In hetzelfde jaar werkte hij in Antwerpen waar hij kennis maakte met de Japanse houtblokprenten die een onuitwisbare indruk op hem maakten en die hij met veel plezier verzamelde. De eenvoud, het genuanceerde kleurgebruik en de asymmetrie in de afbeeldingen trokken hem zeer aan. Hij zocht in Antwerpen ook vrouwen die voor hem wilden poseren, maar omdat hij te weinig geld had om hen te betalen slaagde hij hier niet in.
Vincent van Gogh maakte in Antwerpen onder meer schilderijen van `De Grote Markt’ en het `Kasteel het Steen’. Zijn schilderij `Portret van een vrouw met rode haarstrik’ was het eerste schilderij waarin hij felle kleuren gebruikte en waarmee hij toetrad tot de kunststroming de post-impressionistische kunst.
Afbeelding: Portret van een vrouw met rode haarstrik, van Vincent van Gogh uit 1885. Het was het eerste post-impressionistische schilderij van Vincent van Gogh.
Locatie: Dit schilderij maakt deel uit van de privéverzameling van de Amerikaanse kunstverzamelaar Alfred Wyler in New York.
Zijn studie aan de Academie voor Schone Kunsten van Antwerpen liep op niets uit. Zijn werk paste niet in het referentiekader van zijn leraren; het koppige karakter van Vincent van Gogh hielp hier ook niet bij. In deze periode verzorgde hij zich slecht. Hij moest veel tanden laten trekken, hij liep de geslachtsziekte syfilis op en werd vervolgens depressief. Halsoverkop vertrok hij naar Parijs waar hij bij zijn broer Theo introk, die daar bij een kunsthandel werkte. Hij maakte er kennis met het werk van Henri de Toulouse-Lautrec, Émile Bernard (1868-1941), Adolphe Monticelli (1824-1868), Paul Signac, Georges Seurat, Paul Gauguin, Camille Pissarro (1830-1903) en Armand Guillaumin (1841-1927).
In 1888 vertrok hij naar het plaatsje Arles waar hij veel van zijn bekendste kunstwerken schilderde, waaronder `De Twaalf zonnebloemen in een vaas’ en portretten van Augustine Roulin, de vrouw van de postbode waarmee hij bevriend was.
Afbeelding: Zonnebloemen, uit 1889, van Vincent van Gogh, die hij in het dorp Arles schilderde. Vincent schilderde vijf grote schilderijen met zonnebloemen in Arles, in Zuid-Frankrijk. Op alle doeken staan de zonnebloemen in een vaas, met drie tinten geel ‘en anders niets’. Hij toonde met deze manier van kleurgebruik aan dat je een voorstelling kon maken met veel varianten van één kleur zonder dat het kunstwerk aan zeggingskracht inboette.
Locatie: Dit kleurrijke schilderij is in het bezit van de Vincent van Gogh Stichting en hangt in het Van Gogh Museum in Amsterdam.
Hij werkte enkele maanden samen met Paul Gaugain. Nadat zij echter allebei verliefd werden op de lokale kroeghoudster, die zij ook op het doek vereeuwigden, kregen zij ruzie. Dit was ook het moment dat Vincent zijn oor afsneed. Er bestaat ook een verhaal dat Gaugain het oor in woede met een zwaardslag van het hoofd van Vincent sloeg, een verhaal dat zij beiden letterlijk en figuurlijk onder de pet hielden.
In 1889 werd hij tijdens een depressie opgenomen in een psychiatrische instelling in het dorpje Saint-Rémy-de-Provence. Hij maakte in deze periode niet minder dan 150 schilderijen van gele korenvelden, olijfbomen, seringen en irissen.
Afbeelding: De Irissen, uit 1889 van de Nederlandse kunstschilder Vincent van Gogh. Hij schilderde dit kunstwerk tijdens zijn verblijf in het psychiatrische ziekenhuis St.-Paul-de-Mausole in Saint-Rémy-de-Provence (Frankrijk).
Locatie: Het schilderij De Irissen hangt in het Getty Center, behorende bij het J. Paul Getty Museum. Het Getty Center bevindt zich in Brentwood, een stadswijk in het westen van Los Angeles in de VS.
In het voorjaar van 1890 werd het schilderij `De rode wijngaard’ voor een bedrag van 400 Belgische franken gekocht door Anna Boch op de tentoonstelling van de Brusselse Les XX, het zou het enige schilderij worden dat Vincent van Gogh tijdens zijn leven verkocht, naast twee tekeningen.
Na afloop van zijn opname in de psychiatrische inrichting vertrok hij naar Auvers, waar hij zijn bekende korenvelden met donkerblauwe en stormachtige hemels schilderde, bijzonder fraaie voorbeelden van post-impressionistische kunst. Hij was volkomen vrij geworden in zijn kleurkeuzes.
Afbeelding: Sterrennacht boven de Rhône, uit 1888, van Vincent van Gogh. Hij schilderde het twee jaar voor zijn overlijden. Vincent dacht al lang na hoe hij de sterrenhemel in een compositie voor een schilderij kon plaatsen. Na een avondwandeling zag hij het schilderij ineens voor hem. Het moest een dynamische samensmelting worden van de elementen water, lucht en gras. Voor deze samensmelting liet hij de kleuren blauw, geel en groen, in allerlei tinten en varianten, in elkaar overvloeien. Het romantische paar in de rechterbenedenhoek van het schilderij lijkt te genieten van deze bijzondere avond. Vincent van Gogh lijkt daarmee in een positieve stemming te zijn, al kondigen de donkere luchten zich al aan.
Locatie: Het kunstwerk `Sterrennacht boven de Rhône’ van Vincent van Gogh hangt in het Musée d’Orsay in de Franse hoofdstad Parijs. Dit kunstmuseum ligt vlakbij het treinstation Musée d’Orsay.
Op 29 juli 1890 schoot Vincent van Gogh zichzelf in zijn borst. Twee dagen later overleed hij in het bijzijn van zijn broer Theo, die, na het horen van dit onheilsbericht, pijlsnel naar zijn broer reisde. Zes maanden later overleed ook Theo. Van Gogh werd na zijn dood wereldberoemd als één van de beste schilders uit de 19de eeuw. Veel van zijn kunstwerken hangen in het Van Gogh Museum in Amsterdam en in het Kröller-Müller Museum in het Nationale Park de Hoge Veluwe. Hij oefende grote invloed uit op de kunstschilders die na hem kwamen en met name op een nieuwe kunststijl, het expressionisme.
Afbeelding: Het schilderij Boomwortels van Vincent van Gogh. Dit schilderij uit 1890 stond tijdens zijn overlijden nog op zijn schildersezel. Het was daarmee het laatste kunstwerk dat hij schilderde.
Locatie: Het schilderij Boomwortels, het laatste schilderij van Vincent van Gogh uit 1890, hangt in het Van Gogh Museum, gelegen aan het Museumplein 6 in Amsterdam. ©Kajsa Rokebrand.
Georges Seurat, Paul Signac en het pointillisme
Georges Seurat (1859-1891) werd slechts 32 jaar oud. Toch zou hij de kunstgeschiedenisboeken ingaan als de ontdekker van het pointillisme. Een stijl die men ook wel het neo-impressionisme noemde. Hij kreeg zijn opleiding aan de École des Beaux-Arts in Parijs en later bij de kunstschilder Henri Lehmann (1814-1882). Georges Seurat was vooral geïnteresseerd in de manier waarop je met kleuren het licht op het doek kon beïnvloedden. Hij probeerde dit, samen met zijn vriend Paul Signac (1863-1935), vanuit het oogpunt van de wetenschap te benaderen. Uiteindelijk koos hij voor een vorm die wij nu het pointillisme noemen, maar die hij zelf het divisionisme noemde, waarbij je ongemengde verfstipjes naast elkaar in contrasterende kleuren op het schilderdoek aanbracht. Dit kwam in de plaats van de korte verftoetsen waarmee de impressionisten werkten. Met als resultaat een lichte, bijna spirituele compositie.
Afbeelding: De seinpaal en de kliffen bij Port-en-Bessin (Les Grues et la percée à Port-en-Bessin), een pointillistisch schilderij van Georges Seurat uit 1888.
Locatie: Dit kunstwerk hangt in de National Gallery of Art, gelegen aan de National Mall in Washington D.C. in de VS.
Dit was revolutionair, omdat het juist in die tijd gebruikelijk was om verfkleuren te mengen om zo nuances in een schilderij aan te kunnen brengen. Volgens Georges Seurat en de pointillistische kunstschilder Paul Signac (1863-1935) zouden de kleuren als vanzelf in elkaar overlopen als je voldoende afstand van het kunstwerk hield.
Afbeelding: Place des Lices, van de pointillistische kunstschilder Paul Signac. De Place des Lices ligt in de Zuid-Franse badplaats Saint-Tropez. Een man zit op een bankje, in de schaduw van enkele bomen, op een zonovergoten plein.
Locatie: Dit pointillistische schilderij van Paul Signac hangt in het Carnegie Museum of Art, gelegen in de wijk Oakland in Pittsburgh, in de staat Pennsylvania in de VS.
Bekende schilderijen van Georges Seurat zijn `Baders bij Asnières’ uit 1884 en `Zondag in de zomer in La Grande Jatte’ uit 1886.
Afbeelding: Een zondagmiddag in de Grande Jatte (Dimanche d’été à la Grande Jatte), uit 1886, van Georges Seurat, geschilderd in de stijl van het pointillisme. La Grande Jatte was een eilandje in de rivier de Seine in de omgeving van de Franse hoofdstad Parijs. Het was de plek waar de beter gesitueerden uit de hoofdstad graag hun weekend doorbrachten, zeker ook omdat zij hier prostitués konden ontmoeten. Prostitutie was verboden, dus hadden de prostitués slimme manieren gevonden om aan klanten te komen. Rechts vooraan staat een vrouw met aan haar voeten een aapje. Deze dieren stonden in die tijd symbool voor seks. Hiermee kon deze vrouw, zonder een boete of gevangenschap te riskeren, aangeven dat zij in was voor betaalde seks. Bij de rivier staat een vrouw te vissen. Symbolisch staat zij te hengelen naar klanten. Het Franse woord voor `vissen’ is pêcher’ dat verdacht veel lijkt op het Franse woord `pécher’ dat `zondigen’ betekend. Bijzonder is dat het gezinsleven zich op dit schilderij bijna ongemerkt vermengd met deze zelfkant van de samenleving.
Locatie: Dit bijzondere kunstwerk van Georges Seurat hangt in The Art Institute of Chicago, gelegen aan 111 South Michigan Avenue in Grant Park, Chicago in de staat Illinois (VS).
In het begin zijn de portretten, genreschilderijen en waterrijke landschapen geschilderd in een evenwichtige compositie, later zal hij steeds meer beweging in zijn schilderijen construeren, zoals te zien is in het schilderij De opschudding (Le chahut) uit 1890 dat in het Kröller-Müller Museum hangt. In het Singer Museum zijn werken te bezichtigen van William Singer, Co Breman en Ferdinand Hart Nibbrig. Zij schilderden hun landschappen en dorpsgezichten eveneens in de stijl van het pointillisme en deels in de stijl van het luminisme, een stijlvorm die door een optische mengeling van kleuren, de nadruk legde op sterke lichteffecten en veel overeenkomsten vertoonde met het pointillisme.
In het Rijksmuseum in Amsterdam hangt het Portret van Marie Jeannette de Lange, uit 1900, van de Nederlandse kunstschilder Jan Toorop (1858-1928). Aanvankelijk schilderde Toorop in een impressionistische stijl, maar hij ging zich al snel op het pointillisme toeleggen. Later ontwikkelde hij zich tot een symbolistisch kunstschilder.
Afbeelding: Portret van Marie Jeannette de Lange, uit 1900, van Jan Toorop. Marie Jeannette de Lange was de voorzitter van de Vereeniging voor Verbetering van Vrouwenkleding, die hygiënische, comfortabele reformkleding propageerde waarin de moderne vrouw zich vrijer kon bewegen. Zo streed zij voor de afschaffing van het korset en de zware, benauwende jurken die de vrouwen aan het einde van de 19de eeuw moesten dragen. In februari 1900 poseerde zij thuis in haar reformjurk voor Jan Toorop. Ze draagt op dit schilderij loszittende kleding, een kort jasje met lange mouwen en daaronder een jurk. De achtergrond is kleurig en bont op het doek weergegeven met bloemen, behang en een petroleumlamp, terwijl haar figuur in een rustige kleur is geschilderd. Dat benadrukt haar vredige gemoedstoestand.
Locatie: Dit pointillistische schilderij van Jan Toorop hangt in het Rijksmuseum aan de Museumstraat 1 in Amsterdam. Het gebouw stamt uit 1885 en werd ontworpen door de architect Pierre Cuypers.
Henri de Toulouse-Lautrec, de schilder van het uitgaansleven
Henri Marie Raymond de Toulouse-Lautrec kortweg Henri de Toulouse-Lautrec (1864-1901) genoemd, dankte zijn lange naam aan het feit dat hij tot de adel behoorde. In die tijd hield men het kapitaal graag binnen de familie, met als gevolg dat men ook binnen de familie trouwde, zo ook de vader en moeder van Henri. Over inteelt was nog niet veel bekend. Het gevolg van deze inteelt was dat Henri de Toulouse-Lautrec geboren werd met de ziekte pyknodysostose, waardoor hij last had van zwakke beenderen, een niet dichtgegroeide fontanel en dwerggroei. Zijn vader kon hem moeilijk accepteren zoals hij was.
Henri wilde graag kunstschilder worden en ging in 1871 op schildercursus in Parijs bij de dierenschilder René Princeteau (1843-1914), een vriend van zijn vader. Toen hij daar was uitgeleerd meldde hij zich in het atelier van Léon Bonnat (1833-1922), in die tijd een bekend portretschilder die ook religieuze en historische stukken vervaardigde.
Hij startte zijn schilderscarrière als impressionist, maar vanaf het moment dat hij in 1885 zijn eigen studio in Montmartre startte werd zijn werk steeds meer post-impressionistisch, met scherpe vlakverdelingen, felle kleuren en met duidelijke omlijningen. Toch zien we bij hem ook al de kenmerken van het expressionisme en de art nouveau. In Montmartre bezocht hij de bordelen, theaters en cafés, vooral de ‘Le Chat Noir’, de dansgelegenheid ‘Folies-Bergères’, en de ‘Boule Noire’. De prostituees accepteerden hem op een bepaald moment als een van hen, waardoor hij deze vrouwen niet-geposeerd kon schilderen in de bordelen en uitgaansgelegenheden.
Afbeelding: In de Salon in de Rue des Moulins (Au Salon de la rue des Moulins), van Henri de Toulouse-Lautrec, uit 1894. Hij was een vaste bezoeker van de bordelen in Montmartre, waardoor hij deze prostitués in hun gewone doen kon schilderen; Henri hoorde er voor deze vrouwen `een beetje bij’.
Locatie: Dit schilderij hangt in het Toulouse-Lautrec Museum. Het museum is gevestigd in het bisschopspaleis, het zogenoemde Palais de Berbie, naast de kathedraal Sainte-Cecile in het Zuid-Franse stadje Albi.
In deze tijd leerde hij ook Vincent van Gogh kennen die 11 jaar ouder was dan Henri. Zij kregen beiden schilderlessen in het atelier van de historieschilder Fernand Cormon (1845-1924). Afgaande op de overeenkomsten in hun techniek en stijl in deze periode hebben ze een tijdje goed samengewerkt.
Henri de Toulouse-Lautrec schilderde de rijke mannen in hun goedgesneden pakken en wandelstokken, de trotse legerofficieren en zijn kunstenaar collega’s met hun breedgerande hoeden en elegante kledij. In relatie tot hen schilderde hij de meisjes van plezier en de chic opgemaakte maîtresses die rondom de heren zwierden. Zij probeerden op deze wijze het arme leven dat zij leidden te ontvluchtten. Hij schilderde ook met liefde de wasvrouw Carmen Gaudin die veel als model voor hem figureerde.
Afbeelding: De wasvrouw, van Henri de Toulouse-Lautrec uit 1884. Henri was gefascineerd door de koperkleurige haren van deze prachtige vrouw en schilderde haar veelvuldig. Carmen Gaudin was een wasvrouw in Montmartre. Zijn verdere verhouding tot haar is niet duidelijk. Het verhaal gaat dat hij haar niet meer als model wilde nadat zij haar haren bruin verfde.
Locatie: Dit schilderij van de kunstschilder Henri de Toulouse-Lautrec is in het bezit van een particuliere verzamelaar.
In 1891 begon Henri de Toulouse-Lautrec affiches te maken voor onder meer de Moulin Rouge, een cabaret in Parijs, waarbij hij steeds beter werd in de meerkleurige lithografie. Met deze affiches werd hij een bekend kunstenaar. Henri de Toulouse-Lautrec had veel seksuele verhoudingen, onder meer met prostituees, maar hij zou nooit trouwen. In 1901 werd hij ernstig ziek. Zijn, ondertussen gescheiden, moeder nam hem in huis. In het bijzijn van zijn moeder overleed hij op 36-jarige leeftijd.
De onrustige, reizende Paul Gaugain
Paul Gaugain (1848-1903) was de zoon van een buitenlandcorrespondent, met als gevolg dat het gezin, waar hij deel van uitmaakte, veel in het buitenland verbleef. Tot zijn 7e verjaardag woonde hij in Lima, de hoofdstad van het Zuid-Amerikaanse land Peru. Toen het gezin terugkeerde in Parijs kon hij maar moeilijk wennen. Net als veel andere kinderen die hun jeugd in een bepaald land hebben doorgebracht, was de aanpassing aan andere gewoontes, normen en waarden lastig voor de opgroeiende Paul.
Op 25-jarige leeftijd trouwde hij met de Deense Mette Sophie Gad (1850-1920). Samen kregen zij 5 kinderen. Hij verdiende in die tijd zijn geld als beursmakelaar voor een verzekeringsmaatschappij. Toch wilde hij zich op de schilderkunst richtten, met als gevolg dat hij te weinig verdiende en zijn vrouw met de kinderen het hazenpad koos, terug naar haar familie in Denemarken. Ondertussen was hij samen met Camille Pissarro (1830-1903) in de openlucht gaan schilderen, in de traditie van de impressionisten.
Paul Gauguin bleef echter onrustig, zowel in de richting die hij in het schilderen wilde ontwikkelen als in het zoeken naar een thuisbasis. Hij was op zoek naar het diepste wezen van de onderwerpen die hij schilderde; alleen de puurheid van mensen, objecten en landschappen wilde hij op zijn doeken vastleggen. Vandaar dat hij veel onderweg was. Eerst ging hij schilderen in Bretagne, waar hij onder meer de schilderijen `De dansende Bretonse meisjes’, `De dans van de vier Bretonse meisjes’, en `De baders’ vervaardigde.
Afbeelding: De dansende Bretonse meisjes, van Paul Gauguin, uit 1888. De drie meisjes die dansen in een hooiveld is een bekend werk van Gauguin uit de periode dat hij in Bretagne werkte. De driehoekige mutsen en witte kragen waren typerend voor de Bretonse klederdracht.
Het kunstwerk zit vol ogenschijnlijke tegenstellingen. De meisjes lijken groot tussen de kleine hoopjes hooi, het kwispelende hondje en het muurtje op de achtergrond. De meisjes dansen, maar stralen tegelijkertijd ook ingetogenheid uit. De klaprozen knallen van hun borsten. Op de achtergrond ligt het in slaap gevallen Bretonse stadje Pont-Aven.
Locatie: Het schilderij met `De dansende Bretonse meisjes’ van Paul Gaugain hangt in het National Gallery of Art, gevestigd in een neoclassicistisch gebouw aan de National Mall in Washington D.C. in de Verenigde Staten.
In Bretagne werkte Gaugain aan een nieuwe stijl die hij cloisonnisme noemde, vernoemd naar de cloisonné-techniek die populair was in onder meer China. Men legde in China ragfijne metalen of koperen draadjes op een koperen ondergrond en vulde vervolgens de ontstane ruimtes tussen de draadjes in met email. Hij noemde zijn techniek cloisonnisme, omdat hij ook zijn figuren op het schilderdoek met donkere randjes omlijnde. Deze omlijnde vlakken kleurde hij in met felle kleuren.
Vanuit Bretagne reisde Gaugain naar Denemarken om zijn kinderen te bezoeken, gevolgd door reizen naar Panama en Martinique. In deze streken voelde hij zich thuis, omdat het leven wel wat leek op het leven dat hij als kind in Peru gewend was. Het is niet onmogelijk dat hij dit verleden ook een beetje romantiseerde. In Parijs ontmoette hij in 1888 Theo van Gogh, de broer van Vincent, die hem overhaalde om een tijdje met zijn broer op te trekken, zodat Vincent hiervan kon leren. Dit alles uiteraard tegen een vergoeding. Dit ging echter maar 2 maanden goed, omdat zowel Paul Gaugain als Vincent van Gogh een moeilijk en weinig sociaal karakter hadden.
Niet veel later ging hij naar Tahiti. Hij maakte daar zijn beste werken in een steeds specifiekere stijl. Zijn bijzondere kleurgebruik in grote vlakken en de fraaie afbeeldingen van de donkere, Polynesische vrouwen zijn in een unieke stijl geschilderd, waaronder de kunstwerken `Wanneer ga je trouwen?’ (Nafea faa ipoipo) uit 1892, `Twee Tahitiaansen’ (Deux Tahitiennes) uit 1899 en een levensgroot schilderij met de titel Waar komen we vandaan? Wie zijn wij? Waar gaan we heen? (D’où venons-nous, Que sommes-nous? Où allons-nous?). Deze schilderijen, die hij na 1892 op het eiland Tahiti en de Marquesaeilanden maakte, rekent men tegenwoordig tot de schilderstijl het synthetisme, dat men ook wel tot het symbolisme rekent. Hij was naar de Marquesaseilanden gereisd, omdat, zoals beschreven, Tahiti hem niet meer beviel. Hij kreeg op de Marquesaseilanden een relatie met de plaatselijke schone Paou’óura. Samen kregen zij in 1899 een zoon die zij Émile noemden. In 1903 overleed Paul Gaguin, slechts 54 jaar oud, aan de gevolgen van een slecht hart, mede veroorzaakt door de geslachtsziekte syfilis. Hij stond met zijn schilderijen aan de basis van verschillende vormen van primitivisme.
Afbeelding: Twee Tahitiaansen, uit 1899 van Paul Gauguin, geschilderd in een unieke stijl. Een schilderstijl die hij aanduidde als het synthetisme, een nieuwe decoratieve stijl. In zijn schilderijen gebruikte hij zoveel mogelijk ongemengde kleuren, gescheiden door donkere contouren. Hij wilde daarmee dichter bij zijn afgebeelde personen en figuren komen. Hij probeerde met deze kleuren en vormen de emotie zichtbaar te maken. Er zijn ook duidelijke kenmerken van het symbolisme zichtbaar, zoals op dit schilderij met het afbeelden van een `femme fatale’, een vrouw waartegen een man geen weerstand kan bieden.
Locatie: Dit bekende kunstwerk van Paul Gauguin hangt in het Metropolitan Museum of Art in New York (VS). Het museum bevindt zich aan de oostzijde van het Central Park in Manhattan.
De beeldhouwer Auguste Rodin en de beeldhouwster Camille Claudel
Auguste Rodin (1840-1917) en de 23 jaar jongere Camille Claudel (1864-1943) oefenden beiden hetzelfde vak uit: beeldhouwer en beeldhouwster. Zij beïnvloedden elkaar in hun werk en hadden samen lange tijd een liefdesrelatie, tot het moment dat Auguste de relatie eenzijdig beëindigde. Rodin woonde namelijk al die tijd samen met de naaister Rose Beuret (1844-1917). Hij zou pas op haar sterfbed met haar trouwen. Auguste Rodin en Camille Claudel plaatste men, wat betreft stijlperiode, in de stijl die men het symbolisme ofwel het synthetisme noemde, net als de Vlaamse beeldhouwer George Minne (1866-1941), de Duitse beeldhouwer, graficus en kunstschilder Max Klinger (1857-1920), en de kunstschilder Paul Gauguin.
Het leven van Camille Claudel zou op een verschrikkelijke manier eindigen. Boos op Rodin dat hij haar had verlaten werd ze langzaam maar zeker paranoïde. Haar familie liet haar in 1913 opsluiten in de psychiatrische inrichting Ville-Evard in Neuilly-sur-Marne. In 1915 werd ze genezen verklaard, maar haar moeder en broer wilden niet dat ze vrij kwam en lieten haar vast zitten. Doodongelukkig stierf zij in 1943 op 78-jarige leeftijd in alle eenzaamheid.
Afbeelding: Het marmeren beeld van Vertumnus en Pomona, van de beeldhouwster Camille Claudel uit 1905.
Dit beeldhouwwerk toont het verhaal over Vertumnus, de god van de verandering en de seizoenen. De Romeinse dichter Ovidius (43 voor Chr.-17 na Chr.) schreef dit boeiende verhaal. Vertumnus was, net als veel anderen, hopeloos verliefd op de schone Pomona, de godin van de tuinen. Helaas nam zij haar godendom serieus en had zij slechts oog voor haar werk in de tuinen. Vertumnus kon zich echter naar believen veranderen in een ander persoon, zoals ook de seizoenen steeds veranderden, en hij bezocht de schone Pomona als een oude en wijze vrouw. Vervolgens raakte de oude vrouw de knappe Pomona in haar ziel met de metafoor: zoals wijnranken zonder iep (iepen werden in die tijd geteeld om wijnranken te leiden) geen steun hebben, heeft iedereen behoefte aan een metgezel. Daarop onthulde hij zich als Vertumnus en kusten zij elkaar, zoals door Camille Claudel in dit kunstwerk verbeeldt.
Locatie: Dit witmarmeren beeldhouwwerk van Camille Claudel staat in het Rodin Museum aan de Rue de Varenne 77 in de Frans hoofdstad Parijs.
Auguste Rodin werd – en wordt – gezien als de beste beeldhouwer van de twintigste eeuw en één van de beste die ooit heeft bestaan. Men vergeleek hem met Michelangelo, het grote voorbeeld voor Rodin. Zijn beeldhouwwerken vielen op door hun realistische uitstraling. Om de echtheid van zijn beeldhouwwerken te benadrukken liet hij delen van zijn beelden onbewerkt. Deze onregelmatig gevormde oppervlakten stonden in een scherp contrast met de glad gepolijste delen van het kunstwerk. Auguste Rodin liet hiermee zien hoe het beeldhouwwerk was gemaakt. Hij wilde hiermee de vergankelijkheid en daarmee de betrekkelijkheid van zijn kunstwerken aantonen.
Locatie: Dit bronzen beeld van `Eva bij de rots’ staat in het Singer Museum aan de Drift 1 in het dorp Laren (NH). Dit museum bezit zeven beeldhouwwerken van Rodin. ©Ronnie Rokebrand.
Rodin kreeg beeldhouwlessen op de Ecole Spéciale de Dessin et de Mathématique. Al op 15-jarige leeftijd kreeg hij les van de Franse beeldhouwer en kunstschilder Jean-Baptiste Carpeaux (1827-1875) en de romantisch beeldhouwer François Rude (1784-1855). In 1876 bezocht hij Rome en werd hij als kunstenaar geraakt door de rijke Romeinse kunst, en met name door de kunstwerken van Michelangelo en Donatello.
Van 1880 tot 1890 werkte Auguste Rodin aan de fraaie Deuren van de Hel (de Hellepoorten) voor de ingang van het Museum voor Decoratieve Kunsten in Parijs, een werk dat nooit af zou komen. Enkele figuren goot hij apart in brons, zo ontstond zijn bekendste werk De Denker dat in 1881 werd gegoten. Er bestaan meerdere afgietsels van De Denker, waarvan er één in het bezit is van het Singer Museum in Laren (NH). Andere bekende beelden van hem zijn De Kus en De Kathedraal. Ook de Kus maakte oorspronkelijk deel uit van de Deuren van de Hel, evenals zijn beeldhouwwerk De Drie Schaduwen.
Afbeelding: De Denker (Le Penseur), van de beeldhouwer Auguste Rodin, uit 1881. Het bronzen beeld vertegenwoordigt de creatieve geest van de mens die aan het werk is. Men associeert dit plastiek met de filosofie, omdat de afgebeelde man diep in gedachten is verzonken. Het voetstuk van dit bronzen beeld is onbewerkt.
Locatie: Dit bronzen beeld De Denker staat in de beeldentuin van het Musée Rodin ofwel het Rodinmuseum in Parijs. Dit museum is sinds 1919 gevestigd in het voormalige Hôtel Biron in het 7de arrondissement. Er zijn nog meer afgietsels van dit beroemde beeld bekend. Er staat er onder meer een in het Singer Museum in het Gooise dorpje Laren. Er staan ook afgietsels in Detroit, Kopenhagen, Brussel en Buenos Aires.
Grote afbeelding: Herinnering, uit 1893, van de kunstschilder Jan Verkade (1868-1946). Hij was de zoon van Ericus Gerhardus Verkade, de directeur van de bekende koekjesfabriek in Zaandam. De kunstschilder Jan Verkade was lid van de kunstenaarsvereniging Les Nabis, een groep Franse schilders die zich in Bretagne vestigden en zich met hun werken richtten op het Bretonse plattelandsleven. Nabis betekent in het Arabisch en het Hebreeuws `profeet’. Deze kunstschilders waren als profeten op zoek naar een nieuwe kunst met een spirituele betekenis. Verkade vertrok in 1892 naar Fiesole in Italië, waar hij drie jaar rondreisde en werkte. Hij maakte dit schilderij in deze periode in Italië, vandaar de titel `Herinnering’ die verwijst naar zijn tijd in Bretagne. De Italiaanse invloed is goed zichtbaar in dit gevoelig geschilderde portret van deze Bretonse vrouw. Het meisje is gekleed in de Bretonse klederdracht van het dorp Saint Nolff, waar Jan Verkade verbleef tijdens zijn tijd in Bretagne. Het schilderij is opgebouwd uit fijne streepjes die samen voor een spiritueel beeld zorgen. Het betreft hier een ideaalbeeld en niet echt een portret. De afgebeelde vrouw lijkt niet alleen op een onbedorven plattelandsmeisje, maar ook op een Italiaans Madonna.
Locatie: Dit post-impressionistische schilderij is in het bezit van het Rijksmuseum in Amsterdam.