Winkelwagen

Les 38: Postmoderne kunst

Hoe dichter we bij de tijd komen waarin we nu leven, des te lastiger is het om de belangrijkere kunststromingen te benoemen. We hebben in de vorige pagina’s over kunststromingen gezien dat de kunstcritici er in hun tijd vaak naast zaten met het waarderen van de kunst die wij nu, later in de tijd, als belangrijk en kostbaar waarderen. Zonder voldoende afstand in tijd en waarneming is het moeilijk om te zien welke kunst, die op de markt wordt gebracht, vernieuwend of innovatief is. Op zich is dit niet zo belangrijk, want kunst is van mensen voor mensen. De waardering is altijd individueel: een persoon vindt iets interessant of niet. En hij of zij schaft op basis van deze waarneming een kunstwerk aan of laat het aan zich voorbijgaan. Uiteraard spelen bij deze keuzes de culturele referenties van de beschouwers altijd een rol. Juist deze stroming in de kunst gaat uit van het gegeven dat de waarheid niet meer is dan een standpunt vanuit een bepaalde referentie.
Het is een feit dat men met de term postmodernisme ofwel de postmoderne kunst zo’n beetje alle kunst bedoeld die na het modernisme ontstond. In die zin lijkt het modernisme wel op het postmodernisme, al zullen de postmoderne kunstenaars vast een andere mening verkondigen. Ook toen functioneerde de titel modernisme als een samenvatting van veel onderling verschillende kunststromingen, net zoals dit nu gebeurt in het postmodernisme. Anything goes was een veel gebruikte term door de postmoderne kunstenaars. Met andere woorden: wat je ook maakte als kunstenaar, je er kwam er mee weg. Alles werd als kunst gezien, ongeacht wat je maakte.
Deze kunststroming werd rond 1975 populair, al werd de term postmoderne kunst al sinds de zestiger jaren gebruikt, en bleef tot ongeveer 2010 de heersende kunststroming.
De veranderingen gaan echter snel, zowel in de technologie als in de kunsten. Vanaf 2010 verscheen er alweer een nieuwe kunststroming aan het firmament van de kunstwereld: het metamodernisme

De goochelaarster van Andre Castinel uit 1979. Het schilderij maakt deel uit van de verzameling van de Gooise Galerie.
Afbeelding: Het schilderij De Goochelaarster, uit 1979, van de Franse kunstschilder Andre Castinel (1934-2021). Deze kunstenaar heeft zeker een eigen en kenmerkende stijl, maar in zijn postmodernisme zie je ook de invloeden van tal van stromingen. André Castinel was zijn hele leven op zoek naar de waarheid, zowel in zijn werk als in zijn privéleven. Dit resulteerde in krachtige en kleurrijke schilderijen waarin fauvistische en surrealistische invloeden zichtbaar waren, kenmerkend voor de postmoderne kunststroming. Het was voor hem een intuïtieve zoektocht naar geluk. Kunst was in zijn ogen licht, vreugde en gezondheid. In een bewust vereenvoudigde compositie werden de personages, landschappen, figuren en circusscènes door de kunstenaar geschilderd in effen kleuren, gecombineerd met schaduwtinten om overgangen te creëren tussen de verschillende delen van het schilderij. Hij paste in zijn werk graag de werkelijkheid aan en hij toonde in zijn schilderijen aan dat `wat je ziet niet altijd is wat het lijkt’. Als kind verkleedde hij zich graag en hij was niet zeker over zijn eigen `ik’. Deze worsteling met zijn identiteit vind je terug in zijn schilderijen. In dit schilderij zijn ook invloeden van het maniërisme zichtbaar, herkenbaar in de iets verlengde ledematen. Een wandeling door zijn atelier voerde je langs schilderijen en tekeningen met vaak een vrouw als middelpunt van zijn kunstwerken. Hij was daarmee één van de laatste kunstschilders die werd geïnspireerd door een muze. Hoewel spreken over één muze is niet helemaal correct. In André Castinel zijn leven speelden drie vrouwen een hoofdrol. Met al deze drie vrouwen onderhield hij een relatie. Vandaar dat wij al deze drie vrouwen als muze terugvinden in zijn kunstwerken; zelden gezamenlijk, bijna altijd alleen. Castinel was tijdens zijn leven niet alleen kunstschilder, maar ook goochelaar. Vandaar dat hij in dit schilderij zijn muze als goochelaarster verbeeldde. 
Locatie: Het schilderij `De Goochelaarster’ van André Castinel maakt deel uit van de collectie van de Gooise Galerie. ©Ronnie Rokebrand.

Postmoderne kunst in verscheidenheid

Het is nog niet zo lang geleden dat de toegang tot de productiemiddelen het belangrijkste was voor de mens. Dit maakte echter plaats voor het belang van de toegang tot informatie dankzij de overal aanwezige massamedia, en vooral via het Internet. Het is op het Internet moeilijk om de realiteit te onderscheiden van fantasievolle verhalen. De schijnwerkelijkheid neemt soms de plaats in van de realiteit. We merkten dit onder meer tijdens de coronapandemie toen er veel (fantasie)verhalen op het Internet verschenen over het coronavirus en het coronavaccin.
De postmoderne kunstenaars maakten ook dankbaar gebruik van de toegankelijkheid van het verleden, dankzij deze media. Het resultaat was de kunststroming postmoderne kunst die probeerde af te rekenen met de zucht naar orde en functionaliteit, een periode waarin de kunstenaars veelvuldig hun oren lieten hangen naar de idealen van de Verlichting. 
Het postmodernisme legde veel meer de nadruk op variatie, toeval en pluralisme. In plaats van orde en functionaliteit streefde men nu naar overdaad en overdrijving. Men sloot in hun kunstwerken aan bij de tijdgeest van de jaren zestig waarbij oude normen en waarden overboord werden gegooid. Luchtigheid, cynisme en ironie werden belangrijke items in hun kunstwerken als reactie op de strengere opvattingen uit de periode daarvoor. 

De vriendin, uit 1986, een levensgroot schilderij van de Zuid-Afrikaanse kunstschilderes Marlene Dumas. Op dit moment een van de bekendste kunstenaars die in Nederland woont en werkt. Zij baseerde dit schilderij op een foto van een vriendin, vandaar de titel. `Ze speelt met de psychologie die je aan een portret kan aflezen en die je er vervolgens zelf op projecteert', aldus het Singer Museum waar dit schilderij hangt.
Afbeelding: De vriendin, uit 1986, een levensgroot schilderij van de Zuid-Afrikaanse kunstschilderes Marlene Dumas (1953). Op dit moment is zij een van de bekendste kunstenaars die in Nederland woont en werkt. Zij baseerde dit schilderij op een foto van een vriendin, vandaar de titel. `Ze speelt met de psychologie die je aan een portret kan aflezen en die je er vervolgens zelf op projecteert’, aldus het Singer Museum waar dit schilderij hangt. Marlene Dumas brengt haar verf dun aan op het doek. In haar composities lijken haar figuren bijna abstract. De vele kleurcontrasten op haar schilderijen vallen direct op. Dumas baseert zich in haar werk op bestaande afbeeldingen die zij verzameld in een beeldarchief. Zij exposeerde in het Stedelijk Museum in Amsterdam, maar ook in Bazel, Londen, München, Los Angeles en New York.
Locatie: Dit schilderij maakt deel uit van de ABN AMRO Kunstcollectie. ©Ronnie Rokebrand.

De kunst werd weliswaar vluchtiger, maar ook kleurrijker. Vanaf de jaren tachtig en negentig in de vorige eeuw, gaat de postmoderne kunst alle kanten op. Kunstenaars maken een eigen keuze uit allerlei stijlelementen en kunststromingen, en combineren deze tot iets nieuws. De kunstenaars vermengden allerlei stijlen en in hun kunstwerken herkende je geen typerende stilistische kenmerken meer. De postmoderne kunst werd een kunst zonder stijl. 

Regenboog, uit 2004, van Maria Roosen. Het betreffen geblazen glasbollen en aluminium bedels bedekt met bladgoud. Het kunstwerk hangt in de centrale hal van het Antoni van Leeuwenhoek ziekenhuis in Amsterdam.
Afbeelding: Regenboog, uit 2004, van Maria Roosen (1957). 400 geblazen en gekleurde glasbollen en enkele aluminium bedels, bedekt met bladgoud, hangen aan het plafond in de centrale hal van het Antoni van Leeuwenhoek-ziekenhuis in Amsterdam. De glazen bollen hangen op verschillende hoogtes waardoor er dynamiek in het kunstwerk ontstaat. De bolvorm is, volgens de kunstenares, de meest primaire, warme en troostrijke vorm die er bestaat. Het kleurenpallet is geïnspireerd op een regenboog; van violet naar blauw, groen en geel; en van oranje naar rood en roze. Veel beschouwers zien in de bollen de vele variaties in typen cellen die er in een menselijk lichaam voorkomen, zo typerend voor een kankerinstituut.
Locatie: Het kunstwerk Regenboog hangt in de centrale hal van het Antoni van Leeuwenhoek ziekenhuis, een in kanker gespecialiseerd ziekenhuis en onderzoeksinstituut op de Plesmanlaan 121 in Amsterdam. ©Ronnie Rokebrand.

Bekende postmoderne kunstenaars zijn onder meer de neo-expressionist Jean-Michel Basquiat (1960-1988), de popart kunstenaar Keith Haring (1958-1990), de beeldend kunstenaar Bruce Nauman (1941-), de collagiste Barbara Kruger (1945), de fotograaf Duane Michals (1932), de Britse fotograaf en conceptueel kunstenaar Victor Burgin (1941), de beeldhouwster en conceptuele kunstenares Jenny Holzer (1950), de kunstenaar Julian Schnabel (1951), de kunstschilder David Salle (1952) en de kunstschilderes en fotografe Cindy Sherman (1954). Cindy Sherman werd beroemd met haar iconische zelfportretten (zie ook het hoofdstuk over kunst en fotografie). Het is opmerkelijk dat de bekendste postmoderne kunstenaars, met uitzondering van de Britse kunstenaar Victor Burgin, allemaal Amerikanen waren. Er waren natuurlijk ook kunstenaars uit niet-Angelsaksische landen die deze nieuwe kustvormen gingen toepassen, waaronder de Duitse beeldhouwer Joseph Beuys (1921-1986).
De machtsovername van de Taliban in Afghanistan, de leidende rol van de moellahs in Iran en het ontstaan van Al Qaida en IS toonden aan dat het postmodernisme, mede gebaseerd op het individualisme, niet in alle landen in de wereld het leven en de kunsten ging domineren.

Deze foto van een lichtinstallatie van de kunstenares Jenny Holzer is in november 2006 genomen door het glas van de lobby van het 7 World Trade Center in New York.
Afbeelding: Deze foto van een lichtinstallatie van de kunstenares Jenny Holzer (1950) is in november 2006 genomen door het glas van de lobby van het 7 World Trade Center in New York. Dit is het tweede gebouw met dezelfde naam. De eerste stortte in tijdens de terreuraanslagen van het moslimfundamentalistische paramilitaire netwerk Al Qaida op de VS op 11 september 2001. 
Locatie: Het 7 World Trade Center staat in Lower Manhattan aan de Greenwich Street in New York in de VS.

De postmodernisten maakten vaak speels gebruik van klassieke elementen, zoals timpanen en zuilen, zowel in gebouwen als op schilderijen, waarbij men er niet voor schuwde om schijnbaar nutteloze elementen, waaronder symbolen en figuratieve elementen, in de architectuur en de schilderkunst op te nemen. De kunstwereld, die het postmodernisme omarmde, schopte daarmee tegen de bestaande academische regels.
De spreuk less is more (minder is meer) veranderden de kunstenaars in less is a bore (minder is saai). Men wilde vooral de persoonlijke gevoelens en beleving van de kunstenaar tot uiting brengen op het schilderdoek, in een installatie, in performance kunst, in architectuur en in beeldhouwwerken van tal van materialen. Geen wonder dat hiermee ook de deur werd geopend voor de kunstenaars om via hun kunstwerken hun persoonlijke reflectie te uiten op de maatschappelijke ontwikkelingen om hen heen. 
Het betreft hier dus een kunststroming, de postmoderne kunst, die velerlei uitingen van kunst onder haar brede hoed herbergde, van de zogenoemde `nieuwe wilden’ tot aan de straatkunstenaars. Al deze richtingen schaarden zich onder een eigen noemer, vandaar dat er tal van onderstromingen waren – en zijn -, waaronder conceptuele kunst (dat al tijdens het modernisme populair was), streetart, installatiekunst, camp, lowbrow art, performance art, digitale kunst, inter- en multimedia, telematic art, neo-expressionisme, NFT’s of Non-Fungible Tokens en appropriation art. In de appropiation art maakten de kunstenaars gebruik van bestaande objecten of afbeeldingen waarin weinig of geen veranderingen werden aangebracht. Elsa von Freytag-Loringhoven was hier een goed eerste voorbeeld van met haar gekantelde urinoir (ook vaak toegeschreven aan haar vriend Marcel Duchamp), maar ook de afbeeldingen van Marilyn Monroe van Andy Warhol pasten onder deze titel.

Het interieur van het Andy Warhol Museum in Pittsburgh in de staat Pennsylvania.
Afbeelding: Een kijkje in het interieur van het Andy Warhol Museum in Pittsburgh.
Locatie: Het Andy Warhol Museum vindt u op de Sandusky Street 117 in de stad Pittsburgh, gelegen in de staat Pennsylvania in de VS.

Alweer een teken dat de kunststromingen vanaf de vijftiger en zestiger jaren van de 20ste eeuw door elkaar heen liepen en elkaar beïnvloedden. 
Vanaf de zeventiger jaren ontstond een grote vrijheid voor de kunstenaars. Zij werkten in tal van verschillende stijlen, nieuwe media en computertechnieken. Godsdiensten en ideologieën, die in het verleden belangrijk waren, speelden geen rol meer in hun vaak interactieve kunstuitingen. Al pasten veel kunstenaars wel op speelse wijze oudere stijlelementen toe in hun postmoderne kunstwerken. Men noemde deze vermenging, van zowel historische stijlen binnen een kunstdiscipline als stijlkenmerken van verschillende kunstdisciplines, in de kunstwereld het eclecticisme.  De postmodernisten stonden argwanend tegenover de idealen en de zoektocht naar de waarheid van de modernisten. Zij geloofden niet meer in deze idealen en wilden niets meer weten van originaliteit en authenticiteit.
Men maakte geen onderscheid meer tussen kunst, volksnijverheidskunst en andere objecten die de kunstenaars onder de noemer kunst aan de buitenwereld toonden. Bovendien gingen veel kunstenaars verschillende vormen van kunst met elkaar vermengen, zodat er nieuwe creaties ontstonden. 

ELEMENT VIII setting II, van de kunstenaar Alfio Giuffrida, uit 1997-1998. Het kunstwerk is van hout en geverfd metaal.
Afbeelding: ELEMENT VIII setting II, van de Italiaanse beeldhouwer, installatiekunstenaar , decorontwerper en kunstschilder Alfio Giuffrida (1953-), uit 1997-1998. Het kunstwerk is vervaardigd van hout en geverfd metaal.  Het is bijna 4,5 meter hoog. De bovenzijde van dit kunstwerk bestaat uit rood geverfde ijzeren strips die met meerdere gewrichten aan elkaar zijn gezet. Dankzij de gewrichten kan het kunstwerk bewegen en in een andere vorm geplaatst worden door de beschouwers. Men moedigt de beschouwers aan om de vorm van de sculpturen te veranderen.
Locatie: De foto van dit kunstwerk van Alfio Giuffrida is gemaakt door Helmar Mildner. Licentie: Creative Commons Attribution-Share Alike 3.0 Unported- licentie.


Deze kunstwerken stonden dicht bij het dagelijkse bestaan van mensen, vaak met ironie en cynisme, maar altijd met de culturele en maatschappelijke referentie van de autobiografische kunstenaar als belangrijkste drijfveer. Zijn of haar persoonlijke denkbeelden, omgeven met een diep verlangen naar volledige vrijheid, vormden het fundament voor de postmoderne kunstwerken in het hier en nu.

Sean Scully, een abstract kunstenaar

De abstracte kunstschilder Sean Scully werd geboren in 1945 in de Ierse hoofdstad Dublin. Hij had het tijdens zijn jeugd niet gemakkelijk. Zijn ouders waren arm en moesten steeds op zoek naar eten en onderdak. In zijn jeugd maakte hij deel uit van een jeugdbende, in die tijd de enige manier om in zijn milieu te overleven.
Hij was al op jonge leeftijd geïnteresseerd in kunst. Tijdens zijn werkzaamheden in een fabriek moest hij vooral karton samenpersen en stapelen. Sommige kunstkenners gaan er van uit dat hier zijn fascinatie voor strepen en gestapelde blokken zijn oorsprong vindt, al had ook een bezoek aan onder meer Marokko en het kennismaken met de islamitische kunst, met de vele vloeiend lopende lijnen, invloed op zijn ontwikkeling als kunstenaar. Het gezin verhuisde naar Londen waar hij kunst ging studeren aan de Central School of Art en het Croydon College of Art, gevolgd door een studie aan de universiteit van Newcastle waar hij in 1972 zijn BA behaalde.
In Londen bezocht hij een tentoonstelling waar hij in aanraking kwam met het schilderij `De stoel’ van Vincent van Gogh. Hij sprak de legendarische woorden `Dit kan ik ook’, waarna hij zich ging concentreren op kunst die de essentie van de emoties van de mens en de natuur probeerde weer te geven.
Sindsdien schildert Sean Scully met dit doel abstracte doeken met afwisselend strepen, blokken en rasters die in volle kleuren zijn geschilderd. De randen van de strepen en blokken lopen zacht in elkaar over en door gebruik te maken van verschillende verfdiktes en structuren lijken de werken op afstand soms driedimensionaal. Sean nam tijdens het schilderen steeds fysiek afstand van zijn werk, zodat hij het op een afstand kon bekijken. Dit is ook de beste manier om zijn werken te bekijken, met name ook omdat zijn werken vaak meters groot zijn. De kunstwerken van Scully zitten vol emotie. Zelf gaf hij aan dat de gebeurtenissen in zijn jeugd hem nog steeds beïnvloeden, al spelen ook huidige gebeurtenissen en plaatsen een rol in zijn werken. Het is moeilijk om de beroemde kunstwerken van deze veelzijdige kunstenaar in een kunststroming te vangen, maar die ruimte biedt het veelomvattende postmodernisme.
In 1975 verhuisde hij naar de VS en verkreeg hij de Amerikaanse nationaliteit. Sean Scully maakt ook aquarellen, grafiek en beeldhouwwerken. Zijn kunstwerken vindt u onder meer in de Tate Gallery in Londen, het Reina Sofia National Museum in Madrid, het Walker Art Centre in Minneapolis en het Museum of Modern Art in New York.

Blue Note, uit 2016, van de Iers-Amerikaanse kunstschilder Sean Scully.. Voor Blue Note gebruikte Scully olieverf op vier van de panelen en acrylverf op twee panelen, een combinatie geïnspireerd op zijn eigen werk uit de jaren zeventig,  Het kunstwerk is 2,5 meter hoog en 8,7 meter breed. Het werd voor het eerst tentoongesteld in het Yorkshire Sculpture Park in West-Yorkshire.
Afbeelding: Blue Note, uit 2016, van de Iers-Amerikaanse kunstschilder Sean Scully. Voor Blue Note gebruikte Scully olieverf op vier van de panelen en acrylverf op twee panelen, een combinatie geïnspireerd op zijn eigen werk uit de jaren zeventig van de vorige eeuw, Het kunstwerk is 2,5 meter hoog en 8,7 meter breed.
Locatie: Het schilderij werd voor het eerst tentoongesteld in het Yorkshire Sculpture Park in West-Yorkshire, een graafschap in het noorden van Engeland.

Camp, op het randje tussen kunst en kitsch

Opmerkelijk was de opkomst van de `camp’, een postmoderne kunststroming. Camp was – en is -een verzamelnaam voor tal van kunstuitingen met kitscherige elementen. Camp omarmde de heersende volkscultuur op humoristische wijze, maar dan met een artistieke bijbedoeling. Dit was kenmerkend voor camp, maar evenzeer voor de postmoderne kunst. Een bekend boegbeeld van de Camp-kunst is de Amerikaans beeldend kunstenaar Jeff Koons (1955). Met zijn kunstwerken bengelt hij continue op het smalle randje tussen kunst en kitsch. 
Het werk van kunstenaars als Jeff Koons, de Amerikaans beeldend kunstenaar Robert Gober  (1954) en de Israëlisch-Amerikaanse kunstenaar Haim Steinbach (1944) noemt men ook wel de neo-conceptuele kunst. Hier ligt de nadruk op de invloed van de massamedia en op de ideeën over kunst in relatie tot de moderne consumptiemaatschappij. Men maakt daarbij geen verschil meer tussen kunst en kitsch. De kunstenaars tonen luxegoederen op een aanlokkelijke manier en presenteren het kunstwerk als koopwaar.

Tulpen, een roestvrijstalen sculptuur (gegoten) uit 2004 van de camp-kunstenaar Jeff Koons.
Afbeelding: Tulpen (Tulip Balloons), een roestvrijstalen plastiek (gegoten) uit 2004 van de Camp-kunstenaar Jeff Koons. De zeven bloemen zijn meer dan 2 meter lang en 5 meter breed, en wegen 500 kilogram per bloem. Dit kunstwerk bengelt op het smalle randje tussen kunst en kitsch. Andere bekende werken van Jeff Koons zijn onder meer de `Puppies’, reusachtige beelden van honden ingelegd met bloemen.
Locatie: Dit beeldhouwwerk van Jeff Koons veilde men in 2012 voor 30 miljoen dollar en is sindsdien in particulier bezit. 

Streetart, geaccepteerd als kunstvorm

`Ik maak mijn kunst snel, maar we leven ook in een snelle wereld.
                                    Keith Haring

Het is dan ook geen wonder dat ook de straatkunst werd – en wordt – geaccepteerd als kunstvorm. Mannen als Keith Haring (1958-1990), Jean Michel Basquiat (1960-1988) en Banksy (geboortedatum onbekend) dwaalden door de schaars verlichte metrogangen en verlaten straten in volkswijken waar zij snel hun kunstuitingen op de muren aanbrachten. Het moest snel, want zij konden op ieder moment gearresteerd worden. Zij begonnen hun kunstenaarsloopbaan met het aanbrengen van graffiti, maar hun humorvolle werken hangen nu aan de wanden van toonaangevende galerieën. Opmerkelijk is dit wel, want hun werken waren bedoeld voor jongeren die nooit in een museum kwamen …

Streetart in de straten van de Argentijnse hoofdstad Buenos Aires. De muurschildering is legaal aangebracht op de voorgevel van het Centro Cultural Recoleta en is dus in wezen een vorm van Urban Art. Het thema liefde, in al zijn vormen, spat van de muren van dit gebouw af. De straatartiest is niet bekend. Om de paar maanden krijgt een nieuwe straatartiest de kans om zijn kunnen op de voorgevel van dit gebouw te tonen. Buenos Aires staat bekend om de vele uitingen van streetart op de muren van haar gebouwen. Er worden zelfs rondleidingen georganiseerd om de aantrekkelijkste schilderingen in de stad te bekijken.Locatie: Het Centro Cultural Recoleta ligt aan de Junin 1930 in Buenos Aires, op een steenworp afstand van de Recoleta-begraafplaats. ©Ronnie Rokebrand.
Afbeelding
: Streetart in de straten van de Argentijnse hoofdstad Buenos Aires. De muurschildering is legaal aangebracht op de voorgevel van het Centro Cultural Recoleta en is dus in wezen een vorm van Urban Art. Het thema liefde, in al zijn vormen, spat van de muren van dit gebouw af. De straatartiest is niet bekend. Om de paar maanden krijgt een nieuwe straatartiest de kans om zijn kunnen op de voorgevel van dit gebouw te tonen. Buenos Aires staat bekend om de vele uitingen van streetart op de muren van haar gebouwen. Er worden zelfs rondleidingen georganiseerd om de aantrekkelijkste schilderingen in de stad te bekijken.
Locatie: Het Centro Cultural Recoleta ligt aan de Junin 1930 in Buenos Aires, op een steenworp afstand van de Recoleta-begraafplaats. ©Ronnie Rokebrand.

Keith Haring, van graffiti naar de kunsthandel

Keith Haring maakte niet minder dan 10.000 schilderingen. Met zijn graffiti in de metro van New York concurreerde hij met de overal aanwezige advertenties. Als er een advertentieruimte niet verkocht was, vulde hij direct de achtergrond op met zijn krijttekeningen. Het gaf de aanzet tot zijn latere beroemdheid. Er was geen inwoner van New York die niet met zijn werk in de openbare ruimte werd geconfronteerd. Dankzij het vele en snelle werken in de metro’s, en op andere plekken, waren zijn handen en armen zo getraind dat bijna iedere streep die hij zette direct raak was. Zijn werken bestonden uit eenvoudige mens- en dierachtige lijnfiguren, incidenteel aangevuld met een korte tekst. Deze figuurtjes waren populair. Zo zeer zelfs dat hij in New York de Pop Shop opende, waarin van alles werd verkocht met het signatuur van Haring, tot schoenen en Swatch horloges aan toe. Men noemde hem ook wel een popart-icoon, vandaar dat men hem ook bij de kunststroming popart kan indelen.

Ser Humano, Ser Urbano (Mens Zijn, Stad Zijn), een schildering van Keith Haring op een metro toestel in Mexico-Stad
Afbeelding: Ser Humano, Ser Urbano (mens zijn, stad zijn), een schildering van Keith Haring op een metro toestel in Mexico-Stad. Keith Haring zijn schilderingen hadden vaak een maatschappijkritische ondertoon. Met zijn lijnfiguurtjes vestigde hij regelmatig de aandacht op drugsverslaafden, homoseksuelen en personen die aan de ziekte aids leden, een ziekte waar hij uiteindelijk zelf aan overleed. Hij werd slechts 31 jaar oud.
Locatie: Deze door Keith Haring beschilderde metro rijdt in de straten van Mexico-Stad in Mexico.

Keith Haring vond dat kunst voor iedereen toegankelijk moest zijn, vandaar dat de openbare ruimte zo interessant voor hem als kunstenaar was. Zijn kunstuitingen zijn direct herkenbaar aan de begrijpbare en direct te reproduceren figuren en symbolen. Ondanks zijn liefdevolle benadering van zijn onderwerpen, was hij ook scherp in zijn veroordelingen tegen ongelijkheid en racisme.

Apartheid, uit 1984, van de streetart kunstenaar Keith Haring. Zijn activisme komt duidelijk tot uiting in dit schilderij. Het verbeeldt de strijd tegen het racisme in Zuid-Afrika en de daarbij horende scheiding tussen de rassen. Op de afbeelding schopt de onderdrukte zwarte meerderheid de witte minderheid uit haar bevoorrechte positie. De meerderheid en de minderheid zijn vertolkt in de grootte van de figuren. Het schilderij maakt deel uit van de serie Free South Africa.Locatie: Dit schilderij van Keith haring hangt in het Stedelijk Museum Amsterdam, gelegen op het Museumplein 10. Foto: Ronnie Rokebrand.
Afbeelding: Apartheid, uit 1984, van de streetart kunstenaar Keith Haring. Zijn activisme komt duidelijk tot uiting in dit schilderij. Het verbeeldt de strijd tegen het racisme in Zuid-Afrika en de daarbij horende scheiding tussen de rassen. Op de afbeelding schopt de onderdrukte zwarte meerderheid de witte minderheid uit haar bevoorrechte positie. De meerderheid en de minderheid zijn vertolkt in de grootte van de figuren. Het schilderij maakt deel uit van de serie Free South Africa.
Locatie: Dit schilderij van Keith Haring hangt in het Stedelijk Museum Amsterdam, gelegen op het Museumplein 10. Foto: Ronnie Rokebrand.

Banksy, de humor ligt op straat

Wie er achter het pseudoniem Banksy schuil gaat is tot op de dag van vandaag niet bekend. Banksy’s echte naam is waarschijnlijk Robin Gunningham (1973), concludeerden wetenschappers van Queen Mary-universiteit in Londen. Zij gebruikten de techniek van ‘Geografische profilering’ om hun overtuiging te onderbouwen. Zij verzamelden alle plaatsen waar Banksy zijn kunst maakte en combineerde deze gegevens met de plekken waar de graffiti-artiest verbleef. 
Baksy is een van de bekendste graffitikunstenaars. Op een dag moest hij zich lange tijd voor de politie verschuilen onder een treinstel. Vanaf dat moment gebruikt Banksy ook sjablonen om zijn werk te schilderen, zodat het minder tijd kost om een werk af te maken. Vaak laat hij mensen en dieren, zoals apen en ratten, acteren in zijn composities. Dankzij zijn humoristische en soms ook maatschappijkritische muurschilderingen werd hij steeds bekender. Incidenteel begeleidt hij zijn schilderwerken met pakkende teksten. Verder vervaardigt hij cd-hoesjes, stickers en sculpturen. Soms duikt hij in een museum op en brengt hij een kleine verandering aan in het kunstwerk of schildert hij er iets naast, waardoor het ineens een ander kunstwerk is geworden. Banksy schildert tegenwoordig ook op doek, zodat hij zijn werken in galeries kan verkopen. In 2010 maakte hij een film onder de titel Exit Through the Gift Shop.

Veeg het onder het tapijt (Sweep it under the carpet), ook wel Sweep at Hoxton genoemd, uit 2006, van de kunstenaar Banksy. Een dienstmeisje veegt het vuil onder de dekking van een bakstenen muur. Hij laat hiermee zien dat men grote problemen in de wereld niet oplost, maar wegstopt. Banksy schilderde deze compositie op de witte muur van de White Cube Galerie in Noord-Londen.Locatie: Sweep it Under the Carpet verscheen in 2006 op een muur van de White Cube Galerie aan de Chalk Farm Road in Noord-Londen. De galerie heeft het kunstwerk helaas verwijdert.
Afbeelding: Veeg het onder het tapijt (Sweep it under the carpet), ook wel Sweep at Hoxton genoemd, uit 2006, van de kunstenaar Banksy. Een dienstmeisje veegt het vuil onder de dekking van een bakstenen muur. Hij laat hiermee zien dat men grote problemen in de wereld niet oplost, maar wegstopt. Banksy schilderde deze compositie op de witte muur van de White Cube Galerie in Noord-Londen.
Locatie: Sweep it Under the Carpet verscheen in 2006 op een muur van de White Cube Galerie aan de Chalk Farm Road in Noord-Londen. De galerie heeft het kunstwerk helaas verwijdert.

Jean-Michel Basquiat, van graffiti kunstenaar tot gewaardeerd kunstenaar

Jean-Michel Basquiat werd in 1960 geboren in New York als kind van een Puerto Ricaanse moeder en een Haïtiaanse vader. In 1977 begon Basquait met een spuitbus graffiti op de muren van Manhattan te spuiten, samen met zijn vriend Al Diaz. Zij ondertekenden hun graffiti met de tag SAMO, een samenvoeging van same old shit. Een graffiti tag noemt men ook wel een scribble. Het is een gestileerde handtekening of symbool van een graffitischrijver, meestal in één kleur. Van de graffiti kon Jean Michel Basquiat niet leven, vandaar dat hij tekeningen, T-shirts, kaarten en collages begon te verkopen, geïnspireerd op zijn graffiti kunst. In het begin van de jaren tachtig in de vorige eeuw ging hij op doek werken, zodat hij ook zijn kunstwerken kon verkopen. In veel van zijn schilderijen behandelde hij het thema racisme, waar hij zelf veel mee te maken had. Schildertechnisch werkte hij met acylverf op grote doeken. Over de acrylverf plaatste hij lijntekeningen en teksten met een olieverf stick.
De galeries pikten zijn werk op en in 1982 opende hij zijn eerste solotentoonstelling in de Annina Nosei Gallery in New York. Een jaar later ging Basquiat samenwerken met Andy Warhol en werd hij een gewaardeerde kunstenaar. Samen met Andy Warhol organiseerde hij duo-exposities. In 1988 overleed hij op 27-jarige leeftijd aan een overdosis heroïne. In 2017 werd een Basquiat-schilderij uit 1982 geveild voor een bedrag van 110,5 miljoen dollar. Veel kunsthistorici zien Jean Michel Basquiat als een neo-expressionist.

Koningen van Egypte II, uit 1982, van Jean-Michel Basquiat. Hij ondertekende als graffitikunstenaar zijn werk met de graffiti tag SAMO en een kroon met een copyrightteken. Hij gaf daarmee aan dat hij, en zijn vriend Al Diaz, de koningen van de New Yorkse graffitiscene waren. Op dit schilderij plaatste hij deze kroon centraal in het kunstwerk, maar tevens op twee doodshoofden. Basquiat gaf hiermee aan dat hij zich bewust was van het gevaar van succes. In een ander kunstwerk schreef hij: most young kings get their head cut off.Locatie: Dit kunstwerk van Jean Michel Basquiat is in het bezit van het Museum Boijmans Van Beuningen. Dit museum behandelt de kunstgeschiedenis van de middeleeuwen tot nu en staat op het Museumpark in Rotterdam.
Afbeelding: Koningen van Egypte II, uit 1982, van Jean-Michel Basquiat. Hij ondertekende als graffitikunstenaar zijn werk met de graffiti tag SAMO en een kroon met een copyrightteken. Hij gaf daarmee aan dat hij, en zijn vriend Al Diaz, de koningen van de New Yorkse graffitiscene waren. Op dit schilderij plaatste hij deze kroon centraal in het kunstwerk, maar tevens op twee doodshoofden. Basquiat gaf hiermee aan dat hij zich bewust was van het gevaar van succes. In een ander kunstwerk schreef hij: most young kings get their head cut off.
Locatie: Dit kunstwerk van Jean Michel Basquiat is in het bezit van het Museum Boijmans Van Beuningen. Dit museum behandelt de kunstgeschiedenis van de middeleeuwen tot nu en staat op het Museumpark in Rotterdam.

Urban Art, de legale vorm van graffiti kunst

Urban Art is de naam voor de legale versie van de min of meer illegale graffiti kunst of streetart. Het zijn vormen van creatieve uitdrukkingen die je op gebruiksvoorwerpen en muren in de stad tegen kunt komen. De saaie muren worden met spuitbussen en verf omgevormd tot kunstige en kleurrijke schilderingen. De opdrachtgevers stellen daarvoor een gevel van een gebouw ter beschikking aan de kunstenaar om zijn schilderingen op aan te brengen. Deze kunstwerken zijn vaak letterlijk huizenhoog en dus maakt de kunstenaar gebruik van ladders en stellages om zijn werk te creëren. Na voltooiing van het kunstwerk ondertekend de urban artist het kunstwerk met zijn naam of pseudoniem, omdat hij niet bang hoeft te zijn dat hij door de politie wordt opgepakt. In wezen is dit een kunstvorm die al eeuwenoud is. We hoeven maar te denken aan de buitenmuurschilderingen van de Mexicaanse kunstenaars Diego Rivera, David Siqueiros en José Cemente Orozco of aan de binnenmuurschilderingen in de Sixtijnse kapel van Michelangelo, de beroemdste muurschilderingen van allemaal.

Vibrant Color 2, uit 2020, van Mister B . Het kleurrijke schilderij is een voorbeeld van Urban Art. Dit schilderij van Mister B is geïnspireerd door zijn werk als muurschilder en graffiti kunstenaar. Het doek is relatief groot en imposant, in dit geval 90×65 centimeter, maar het is tevens indringend en kleurrijk. Je kunt je ogen er niet vanaf houden. Je ruikt als het ware de Urban Art in het doek, met name in de uitbundige kleuren in en rondom het haar en het gezicht van dit meisje dat hij heeft geschilderd. Ook de gevoelige, wat onzekere uitdrukking op het gezicht van het meisje is treffend weergegeven.Locatie: Dit schilderij van Mister B maakt deel uit van de collectie van de Gooise Galerie. In totaal maakte Mister B zeven portretten in de serie Vibrant Color, waarvan dit er een is. ©Ronnie Rokebrand.
Afbeelding: Vibrant Color 2, uit 2020, van Mister B . Het kleurrijke schilderij is een voorbeeld van Urban Art. Dit schilderij van Mister B is geïnspireerd door zijn werk als muurschilder en graffiti kunstenaar. Het doek is relatief groot en imposant, in dit geval 90×65 centimeter, maar het is tevens indringend en kleurrijk. Je kunt je ogen er niet vanaf houden. Je ruikt als het ware de Urban Art in het doek, met name in de uitbundige kleuren in en rondom het haar en het gezicht van dit meisje dat hij heeft geschilderd. Ook de gevoelige, wat onzekere uitdrukking op het gezicht van het meisje is treffend weergegeven.
Locatie: Dit schilderij van Mister B maakt deel uit van de collectie van de Gooise Galerie. In totaal maakte Mister B zeven portretten in de serie Vibrant Color, waarvan dit er een is. ©Ronnie Rokebrand.

Neo-expressionisme, de nieuwe wilden

Veel kunstenaars zochten aan het eind van de zeventiger jaren naar nieuwe manieren om hun emoties en persoonlijke belevingen te uiten. Deze expressie vonden ze in een nieuwe kunststroming, het neo-expressionisme. Zij noemden zich de `nieuwe wilden’ (die Neue Wilde) met een knipoog naar de fauvisten.
De neo-expressionisten werkten weer figuratief, dat was dan ook de enige relatie met het expressionisme, met dien verstande dat zij dit op het doek vaak combineerden met abstracte objecten. De resultaten waren hartstochtelijke, vaak grimmige, maar ook prikkelende kunstwerken met kleuren, allerlei vormen en vol met figuratie.
In de kunst betekent figuratief dat het werk een voorstelling uitbeeldt en herkenbaar is. Veel kunstenaars waren politiek geëngageerd en gebruikten onderwerpen uit de volkscultuur.
Er waren ook neo-expressionisten die niet alleen met verf werkten, maar met alle voorwerpen die voorhanden waren om tot een geschilderde collage of een installatie te komen. Een goed voorbeeld is de veelzijdige Amerikaanse kunstenaar Julian Schnabel (1951), die bekend werd met zijn plate paintings, bestaande uit enorme schilderijen bedekt met een reliëf van gebroken serviesgoed dat hij met gips op de onderlaag bevestigde. Zijn robuuste en kleurrijke composities zette hij in een figuratieve stijl op het doek. 
De Duitse kunstenaar en fotograaf Sigmar Polke (1941-2010) typeerde de kunstwereld eveneens als een postmoderne kunstenaar. De onderwerpen in zijn doeken zijn divers. Sigmar Polke probeerde in zijn kunstwerken onder meer de Tweede Wereldoorlog te verwerken, bijvoorbeeld in zijn werk `Kamp’.

B-mode, van Sigmar Polke, eenkunstenaar die in zijn werken gebruik maaktse van tijdschriften en reclameuitingen uit de consumptiemaatschappij.
Afbeelding: B-mode, van Sigmar Polke. Deze kunstenaar gebruikte in zijn schilderijen allerlei combinaties van kleurstoffen, lakken en exotische chemicaliën. In zijn composities gebruikte hij tijdschriften, boeken, bekende artiesten en afbeeldingen van reclame uitingen uit de consumptiemaatschappij. Op deze afbeelding heeft hij op een geheel eigen wijze Marilyn Monroe geportretteerd.
Locatie: Dit kunstwerk is in particulier bezit. 

De rauwe werken van de Duitse kunstschilder, beeldhouwer, tekenaar en graficus Georg Baselitz (1938), een pseudoniem van Hans-Georg Kern, bevinden zich ergens op de grens tussen figuratie en abstractie. Dat geldt zowel voor zijn schilderwerken, waarbij hij de figuren en motieven vaak ondersteboven in zijn composities plaatst, als in zijn beeldhouwwerken. In de DDR, waar hij woonde en werkte, werden zijn kunstwerken niet gewaardeerd. Toen Georg Baselitz in de vijftiger jaren de kans kreeg om in West-Berlijn te werken, hoefde hij niet lang na te denken en vertrok hij uit Oost-Duitsland.

Armalamor, uit 1994, van de Duitse neo-expressionist Georg Baselitz. Het beeldhouwwerk is uit hout gesneden en vervolgens met stof bekleedt. Locatie: Dit beeldhouwwerk staat voor de ingang van de Deutsche Nationalbibliothek, gelegen op de Adickesallee 1  in de Duitse stad Frankfurt am Main.
Afbeelding: Armalamor, uit 1994, van de Duitse neo-expressionist Georg Baselitz. Het beeldhouwwerk is uit hout gesneden en vervolgens met stof bekleedt.
Locatie: Dit beeldhouwwerk staat voor de ingang van de Deutsche Nationalbibliothek, gelegen op de Adickesallee 1 in de Duitse stad Frankfurt am Main.

De Brit Damien Hirst (1965) concentreerde zich in zijn kunstwerken op de relatie met de dood, zoals in zijn serie zeefdrukken van `Het Laatste Avondmaal’. In de jaren negentig van de vorige eeuw zette hij dode dieren in als kunstwerk. Bekend is de haai die hij in 1991 conserveerde in een bak water met formaldehyde ofwel sterk water. Het ruim 2 meter hoge kunstwerk zorgde voor de doorbraak van Damien Hirst als veelzijdig kunstenaar en staat bekend als `De fysieke onmogelijkheid van de dood in de geest van iemand die leeft’.
Beroemd werd zijn kunstwerk For the Love of God, een platina afgietsel van een schedel van een 18e-eeuwse Europeaan. Hij versierde deze schedel met 8601 diamanten, waaronder een roze diamant van 52,4 karaat, de zogenoemde Skull Star Diamond. De kostprijs van dit kunstwerk was 17 miljoen euro. Het was daarmee het duurste kunstwerk dat ooit is gemaakt.
Lance Armstrong fietste de laatste etappe van de Tour de France in 2009 op een fiets die door Damien Hirst was beschilderd met vlinders. Met deze zelfde vlinders decoreerde hij in dat zelfde jaar enkele hoodies (kledingstukken met een capuchon) voor Adrian Nyman.

Een gelimiteerde editie van de Butterfly Print hoodie ontworpen door Damien Hirst voor Adrian Nyman in 2009
Afbeelding: Een gelimiteerde editie van de Butterfly Print hoodie, in 2009 ontworpen door Damien Hirst.
Locatie: Deze hoodie is in het bezit van het Rhode Island School of Design Museum of Art, gelegen aan de 20 North Main Street in Providence in de staat Rhode Island (New England) in de VS. Een medewerker van dit museum heeft deze hoodie gefotografeerd. 

Postmoderne architectuur

De postmoderne architectuur is een reactie op de strakke en functionalistische architectuur tijdens het modernisme. Men wilde niet meer ontwerpen volgens de strakke lijnen van het functionalistische modernisme. De gelijkvormige gebouwen die, volgens de postmodernisten, daar het gevolg van waren, werden verafschuwd door een nieuwe generatie architecten die vanaf de zestiger jaren in de 20ste eeuw de toon zetten in de architectenbureaus. Fraaie details, unieke vormen en kwinkslagen naar het verleden moesten de architectuur van een nieuw elan voorzien: de postmoderne architectuur was geboren. Een goed voorbeeld staat in Nederland. Het Innhotel in Zaandam wekt de indruk dat het is opgebouwd uit 70 gestapelde houten huisjes. De vormen zijn uniek, de details zijn fraai en de historische huisjes zijn een grappige verwijzing naar het Zaanse verleden.

Het postmoderne Innhotel in de Nederlandse stad Zaandam
Afbeelding: Het postmoderne 4-sterren Innhotel in Zaandam met een in het oog springende gevel bestaande uit een opeenstapeling van zeventig losse Zaanse huisjes, uitgevoerd in vier kleuren Zaans groen.
Locatie: Het Innhotel staat aan de Provincialeweg 102 in de Nederlandse stad Zaandam.

Een geroemde postmoderne architect was de Amerikaan Michael Graves (1934-2015), die bekend werd met zijn postmoderne Portland Building in Portland in de staat Oregon in de VS.
In Japan waren dit Minoru Takeyama (1934-2020), die in Tokyo Pepsi Canning Plant, de Tokyo Port Terminal en het gebouw van de Egyptische ambassade ontwierp, en Arata Isozaki (1931) die onder meer verantwoordelijk was voor het ontwerp van de Art Tower in  de Japanse stad Mito.

De Art Tower in de Japanse stad Mito van de Japanse architect Arata Isozaki.. Het werd in 1990 gebouwd.
Afbeelding: De Art Tower in de Japanse stad Mito van de architect Arata Isozaki. Het gebouw werd in 1990 opgeleverd. 
Locatie: Deze wolkenkrabber staat op de 1-chōme-6-8 Gokenchō in Mito, de hoofdstad van het prefectuur Ibaraki op het Japanse eiland Honshu.

De Japanse architect Kisho Kurokawa (1934-2007) werd in het begin van de jaren zestig in de 20ste eeuw bekend als een van de bedenkers van het metabolisme. Het metabolisme hield zich bezig met het uitwerken van een utopisch systeem voor architectuur en ruimtelijke ordening. Vanaf de jaren zeventig werden zijn ontwerpen postmodern, met als voorbeeld de Nakagin Capsule Toren die tussen 1970 en 1972 werd gebouwd. 

De Nakagin Capsule Tower in Tokyo van de Japanse architect Kisho Kurakawa uit 1972.Locatie: De Nakagin Capsule Toren staat aan de 8-4-6 Ginza, Chuo-ku, in de wijk Ginza in de Japanse hoofdstad Tokyo.
Afbeelding: De Nakagin Capsule Tower in Tokyo van de Japanse architect Kisho Kurakawa uit 1972.
Locatie: De Nakagin Capsule Toren staat aan de 8-4-6 Ginza, Chuo-ku, in de wijk Ginza in de Japanse hoofdstad Tokyo.

In Italië was het de architect Aldo Rossi (1931-1997) die zich door het postmodernisme liet inspireren. Hij ontwierp onder meer het Bonnefantenmuseum, gelegen aan de Avenue Ceramique 250 in Maastricht. In al zijn gebouwen greep hij terug op de architectuur uit de omgeving van zijn nieuw te bouwen constructie. Ook de Spanjaard Ricardo Bofill (1939-2022) liet zich inspireren door de lokale vormentaal in de architectuur, een manier van ontwerpen die typerend is voor het postmodernisme. Een bekend gebouw van hem is Walden 7 in Barcelona, gebouwd in de periode 1970-1975.

Deconstructivistische architectuur, een zoektocht naar innoverende oplossingen

Het deconstructivisme in de architectuur maakt deel uit van de postmoderne architectuur. Alles bekijken en beschouwen zonder een waardeoordeel te geven en door zo min mogelijk gebruik te maken van het eigen referentiekader: dat was wat de deconstructivistische architectuur beoogde. Ondanks de uitdagingen die dit voor de architect opleverde, ontstonden hierdoor verrassende gebouwen. Zij keken niet meer naar de wijze waarop een dak gevormd diende te zijn en zij waren wars van traditionele manieren, zoals bijvoorbeeld van het opvangen van water door dakgoten. Sterker nog, zij zochten naar nieuwe, uitdagende en innoverende oplossingen voor hun gebouwen. En vaak met succes.
Een bekende deconstructivistische architect was – en is – onze landgenoot Rem Koolhaas, geboren in 1944 in Rotterdam. Met zijn eigen architectenbureau OMA bouwde hij interessante gebouwen, waaronder het Nederlands Danstheater in Den Haag, het Museum of Art in Seoul en de CCTV-toren in Beijing.
Een andere bekende architect in deze kunststroming was Frank Gehry, geboren in 1929 in Toronto in Canada en schepper van onder andere het Guggenheim museum in Bilbao dat in 1997 haar deuren opende voor het publiek.

Het Guggenheim Museum, een deconstructivistisch ontwerp van de Amerikaanse architect Frank Gehry. Volgens de overlevering verfrommelde Gehry een blad papier tot een prop, hij trok er wat aan om de vorm van een schip te benaderen, en voilà, hij had de basis van het ontwerp voor dit museum voor moderne en experimentele kunst. De bronzen reuzenspin met een marmeren ei, die voor het gebouw staat, is van de Franse kunstenaar Louise Bourgeois (1911-2010).Locatie: Het Guggenheim Museum in de Spaanse stad Bilbao is een van de vijf Guggenheim musea in de wereld. De andere staan in Berlijn, New York, Venetië en Abu Dhabi. Het museum ligt bij het centrum van Bilbao op de Avenida Abandoibarra 2, langs de oever van de rivier de Nervión.
Afbeelding: Het Guggenheim Museum, een deconstructivistisch ontwerp van de Amerikaanse architect Frank Gehry. Volgens de overlevering verfrommelde Gehry een blad papier tot een prop, hij trok er wat aan om de vorm van een schip te benaderen, en voilà, hij had de basis van het ontwerp voor dit museum voor moderne en experimentele kunst. De bronzen reuzenspin met een marmeren ei, die voor het gebouw staat, is van de Franse kunstenaar Louise Bourgeois (1911-2010).
Locatie: Het Guggenheim Museum in de Spaanse stad Bilbao is een van de vijf Guggenheim musea in de wereld. De andere staan in Berlijn, New York, Venetië en Abu Dhabi. Het museum ligt bij het centrum van Bilbao op de Avenida Abandoibarra 2, langs de oever van de rivier de Nervión.

Peter Eisenman, geboren in 1932 in Newark in de VS, bouwde het Holocaust monument in Berlijn. De architecte Zaha Hadid (1950-2016), geboren in Bagdad in Irak, werd bekend om haar ontwerp voor de brandweerkazerne Vitra in Well am Rhein in Duitsland, en het ontwerp van het Havenhuis in Antwerpen, waarin het havenbedrijf van de Belgische stad Antwerpen zetelt.
De Amerikaan Charles Moore (1925-1993) droeg de geuzennaam `vader van de postmoderne architectuur’. Hij vergaarde roem met zijn ontwerpen voor het Piazza d’Italia in New Orleans, waar hij een klassiek plein bouwde van moderne materialen, en het John Paul Getty Museum in Malibu, dat gelijkenis vertoonde met een Romeinse villa uit de klassieke Romeinse periode.
Meer letterlijke voorbeelden van deconstructivistische architectuur zijn gebouwen die op instorten lijken te staan. Een goed voorbeeld hiervan is de oostvleugel van het Groninger Museum dat in 1994 werd geopend. De architecten van Coop Himmelb(l)au gooiden hier alle tradities binnen de architectuur overboord. De wanden zijn vervaardigd van glas en staal, met als gevolg dat het daglicht op onverwachte plekken naar binnen schijnt.

Het Museum of Art in de Zuid-Koreaanse hoofdstad Seoul is ontworpen door de Nederlandse architect Rem Koolhaas. Het gebouw is vrijdragend; het lijkt of het een licht gebouw is en boven de grond zweeft. De buitenzijde is vervaardigd van U-glas, dat bekend staat om het diffuse licht dat het doorlaat en weinig schittering geeft. Het gebouw ligt tegen een helling; de stoelen in het auditorium staan tegen deze helling opgesteld, zoals in een oud-Grieks theater. Locatie: Het Museum of Art staat links van de hoofdingang van het Seoul National University Gwanak Campus (adres: San 56-1, Gwanak-gu, Seoel 151-742) op het terrein van de Seoul National University.
Afbeelding: Het Museum of Art in de Zuid-Koreaanse hoofdstad Seoul is ontworpen door de Nederlandse architect Rem Koolhaas. Het gebouw is vrijdragend; het lijkt of het een licht gebouw is en boven de grond zweeft. De buitenzijde is vervaardigd van U-glas, dat bekend staat om het diffuse licht dat het doorlaat en weinig schittering geeft. Het gebouw ligt tegen een helling; de stoelen in het auditorium staan tegen deze helling opgesteld, zoals in een oud-Grieks theater. 
Locatie: Het Museum of Art staat links van de hoofdingang van het Seoul National University Gwanak Campus (adres: San 56-1, Gwanak-gu, Seoel 151-742) op het terrein van de Seoul National University.

High Tech architectuur, inspiratie in moderne technologieën

De High Tech architectuur plaatst men onder het postmodernisme. Het is een stroming in de architectuur uit het begin van de jaren zeventig in de 20ste eeuw. De bouwmeesters vonden hun inspiratie in de zich snel ontwikkelende moderne technologieën. In hun opmerkelijke, vaak met veel staal en glas geconstrueerde bouwwerken, zochten zij naar eenvoudige en elegante oplossingen.
De eerste wolkenkrabbers werden gebouwd met stalen frames. Deze bleven echter voor het oog verborgen achter de betonnen gevels van de gebouwen. De High Tech architecten braken met deze traditie en plaatsten het stalen frame, de kabels en trappen direct in het zicht van de beschouwers en gebruikers van het gebouw, al dan niet voorzien van een laagje verf. Hetzelfde patroon volgden de architecten in de interieurs van deze gebouwen. Grote en open ruimtes met de aluminium buizen in het zicht tegen het plafond waren het resultaat. Veel lofts, die ook in de 21ste eeuw populair zijn, heeft men op deze manier gebouwd en ingericht. De populariteit neemt wel af in verband met de gemiddeld hogere energiekosten: er is maar één ruimte en deze moet je geheel verwarmen.
Typerend voor de High Tech architectuur is dat men vooral gebruikmaakte van prefab elementen, met andere woorden alle bouwelementen werden zoveel mogelijk vooraf in een fabriek gemaakt.
De bekendste Britse High Tech architecten zijn Richard Rogers (1933-2021), al werd deze in het Italiaanse Florence geboren, en Norman Foster (1935). Rogers ontwierp, samen met Renzo Piano (1937), onder meer het Centre Pompidou in Parijs waar men vanaf 1970 zeven jaar aan werkte voordat het voltooid was. Een ander bekend ontwerp van Richard Rogers is het gebouw van Lloyd’s in Londen, het zogenoemde Lloyd’s Building.

Het Lloyd's gebouw (Lloyd's Building) in Londen.
Afbeelding: Het 14 verdiepingen tellende postmoderne Lloyd’s-gebouw in Londen, ontworpen door Richard Rogers. De liften, trappen en leidingen plaatste Rogers aan de buitenkant van het gebouw in het zicht van alle passanten. Hierdoor ontstond aan de binnenzijde één grote ruimte.
Locatie: Het Lloyd’s gebouw ligt aan de One Lime Street in de Britse hoofdstad Londen.

Norman Foster ontwierp onder meer in Londen het 180 meter hoge kantoorgebouw 30 St Mary Axe (2004) en de Millennium Bridge (2000). In Berlijn ontwierp hij de nieuwe koepel van het Rijksdaggebouw, die hij in 1999 trots aan de nieuwe parlementsleden toonde. De combinatie van oude en nieuwe architectuur in het gerenoveerde Rijksdaggebouw zijn een goed voorbeeld van het postmodernisme.
In Nederland zijn de treinstations Lelystad Centrum, Almere Centrum, Duivendrecht en station Zaandam van de hand van de architect Peter Kilsdonk (1954) mooie voorbeelden van High Tech architectuur. Hetzelfde geldt voor de treinstations Leiden Centraal, Amsterdam Sloterdijk en Rotterdam Blaak die de architect Harry Reijnders (1954) ontwierp.
In de loop der jaren namen de architecten steeds meer afstand van hun principes om vooral eenvoudig ogende gebouwen te creëren. De esthetische schoonheid en de elegantie van de gebouwen bleef echter belangrijk in hun ontwerpen. De constructies werden steeds futuristischer, vaak met toevoeging van klassieke ornamenten, maar zij behoren toch nog steeds tot de High Tech architectuur.

Grote afbeelding: Kijkgaatje in de Wereld (Peephole into the World), uit 2020 van de Italiaanse kunstschilder Vincento Osada. Het glas van de patrijspoort vervormt het zicht op de werkelijkheid, terwijl het geheel toch realistisch, figuratief, herkenbaar en neutraal is geschilderd. De compositie dwingt de kijker om als een voyeur naar de eigen wereld te kijken, terwijl de patrijspoort tevens afstand schept tot het onderwerp. Een patrijspoort staat symbool voor een onvast zicht op de werkelijkheid, want meestal kijk je door een dergelijk maritiem raam in de richting van de woelige baren en is de plek waarvan je kijkt eveneens niet stabiel. In die zin is de symboliek van dit schilderij herkenbaar, want we weten dat een mensenleven niet altijd harmonieus verloopt en ook dat onze kijk op onze wereld niet eenduidig is. De waarheid en de werkelijkheid zijn niet meer dan standpunten bezien vanuit een bepaalde referentie. Vincento Osada laat met dit schilderij de beschouwers nadenken over de wereld waarin zij leven. Dit is kenmerkend voor de postmoderne kunst. Locatie: Het schilderij Kijkgaatje In De Wereld maakt deel uit van de collectie van de Gooise Galerie. ©Ronnie Rokebrand.

Delen:

Facebook
Twitter
Pinterest
LinkedIn

Inhoudsopgave

Copyright © 2022. All Rights Reserved

error: Content is protected !!

Deze website maakt gebruik van cookies om ervoor te zorgen dat u de beste ervaring op onze website krijgt.