Ontegenzeggelijk was de invloed van de oude Grieken enorm op de ontwikkeling van de Romeinse kunst in de periode van de geboorte van Christus tot 400 na Chr., al moeten we ook de Etruskische invloeden niet onderschatten. De Romeinse religie, maar ook de gladiatorengevechten hadden hun wortels in de Etruskische beschaving. Tot 510 voor Chr. stond er zelfs een Etruskische koning aan het hoofd van de stad Rome. Het waren met name de Etrusken die de Griekse kunst in de Romeinse samenleving introduceerden. De Romeinen kopieerden veel van deze Griekse kunst, waaronder de bronzen beelden, alleen het materiaal pasten zij aan. De Romeinen beeldhouwden hun figuren uit marmer. En dat was niet het enige. Griekse slaven legden mozaïekvloeren aan in de Romeinse villa’s; de Romeinen eerden de Griekse en Etruskische goden als hun eigen goden, al vertaalden zij de namen van de goden in het Latijn; en de Griekse bouwstijlen vormden het fundament waarop de Romeinen verder bouwden.
Uiteindelijk werden de Etruskische stadstaten verslagen door de legers van de Romeinen en kwam er een einde aan de Etruskische cultuur. Vervolgens vermengden de bevolkingen van de Etrusken en de Romeinen zich, evenals hun kennis, kunde en ervaringen.
De Romeinen hadden uniforme gedachten over schoonheid. Bijna ieder voorwerp kende een ideaal uiterlijk dat men zoveel mogelijk wilde nastreven. Dat gold niet alleen voor voorwerpen. Ook de Romeinse keizers lieten zich in hun meest ideale vorm portretteren, veelal als jonge goden, net als de gewone burgers die zich op de fresco’s in hun beste kleren lieten afbeelden. Deze idealisering van de werkelijkheid vind je terug in de kunstuitingen van de Romeinen. Net zoals we dit zagen bij de oude Grieken.
De Etrusken en hun kunst
De Etruskische kunst wordt hier niet als een aparte kunststroming besproken. De reden is dat de Etrusken woonden in het gebied dat het huidige Toscane omvat en delen van Umbrië en Latium op het Apennijns Schiereiland. Dit gebied noemde men in het verre verleden Etrurië. De Etrusken, ook wel Etruriërs genoemd, fungeren binnen de kunstgeschiedenis als `de culturele aartsvaders’ van de Romeinen. Vandaar dat ik ze onder het kopje Romeinse kunst behandel.
De herkomst van de Etrusken is onzeker al nemen veel historici aan dat zij oorspronkelijk uit Anatolië kwamen, gelegen in het huidige Turkije. Zij werden echter wat betreft kunst en cultuur vooral beïnvloedt door de oude Grieken, met name vanaf het jaar 625 voor Chr.. De rijkere Etrusken importeerden in die tijd veel Griekse kunstvoorwerpen. Vervolgens kwamen de oud-Griekse kunsten via de Etrusken onder de aandacht van de Romeinen en in die zin stonden zij aan de basis van de Romeinse kunstgeschiedenis. Bijzonder aan deze samenleving was dat vrouw en man gelijk behandeld werden en een gelijke status hadden, al zien we in de overleveringen dat het toch vooral mannen waren die de belangrijkste functies in de stadstaten van Etrurië vertegenwoordigden. De twaalf stadstaten in Etrurië vormden samen een confederatie die vooral op religieus en militair gebied samenwerkte. In tegenstelling tot de Griekse stadstaten voerden zij onderling slechts zelden oorlog.
De Etruskische tempels leken wat betreft architectuur op de Griekse tempels in overeenkomstige periodes. Het is dan ook niet zo vreemd dat zij vanaf 600 voor Chr. dezelfde indeling van tijdvakken kenden als de oud-Griekse periodes: de archaïsche periode (van 600 voor Chr. tot 480 voor Chr.), de klassieke periode (van 480 voor Chr. tot 320 voor Chr.) en de hellenistische periode (van 323 voor Chr. tot ongeveer 100 voor Chr.). Al liepen zij wel zo’n vijftig jaar achter op de Grieken.
Er is niet zo veel bewaard gebleven van de Etrusken, met name omdat zij hun tempels bouwden uit vergankelijk materiaal, met uitzondering van het stenen fundament waarop deze religieuze gebouwen stonden. Ook de steden werden uit vergankelijk materiaal opgebouwd, slechts incidenteel uit bakstenen, zoals we kunnen zien in Marzabotto, in de omgeving van Bologna.
De Etrusken voerden onder meer het gewelf en de boog in binnen de architectuur. Kennis, kunde en ervaringen waar de Romeinen later op voortbouwden. De meeste kunstvoorwerpen van de Etrusken, die tegenwoordig de toonzalen van onze musea verrijken, zijn gevonden in grafkamers.
Afbeelding: Een Etruskisch deksel van een urn van aardewerk uit de 2de eeuw voor Chr.. Opmerkelijk is dat het beeld realistischer is dan in de Griekse kunst. Het toont de afgebeelde mens zoals hij in werkelijkheid is, zonder de afgebeelde persoon te idealiseren. De Etrusken werden vaak gemoedelijk kijkend en languit liggend afgebeeld op hun urnen en sarcofagen.
Locatie: Deze deksel van een urn uit een grafkamer staat in het British Museum. Het museum bevindt zich in Great Russell Street in de Britse hoofdstad Londen.
Bronzen beelden van de Etrusken
Bijzonder is het gebruik van brons in de beeldhouwkunst. Ondanks het feit dat veel bronzen kunstvoorwerpen in latere tijden door de Romeinen en hun navolgers werden omgesmolten zijn er toch bijzondere bronzen beelden bewaard gebleven. Mede dankzij de vele grafkamers van koningen en aristocraten die men in het voormalige Etrurië heeft gevonden, zoals in Tarquinia en in Cerveteri.
Beroemde overblijfselen in brons zijn: de Etruskische jongen met eend, uit de 2de eeuw voor Chr. (nu in het Rijksmuseum van Oudheden in Leiden), de zogende wolvin, uit het begin van de 6de eeuw voor Chr. (nu in het Museo Capitolino in Rome), en de Mars van Todi, uit het begin van de 4de eeuw voor Chr.. De zogenoemde Mars van Todi is een levensgrote bronzen krijger die u nu kunt bezichtigen in het Museo Etrusco Gregoriano (Musei Vaticani) in Vaticaanstad. Het bekendste bronzen beeld is de Chimaera van Arezzo, uit de 4de eeuw voor Chr. (nu in het Nationaal museum van de Archeologie in Florence). Het betreft hier een mythisch dier met het lichaam van een leeuw en een slang als staart, uit wiens rug een geitenkop tevoorschijn komt.
Afbeelding: De Chimaera van Arezzo, uit de 4de eeuw voor Chr., een mythisch dier met het lichaam van een leeuw en een slang als staart. Uit zijn rug ontspringt een geitenkop.
Locatie: Dit bronzen beeld van de Etrusken staat in het Nationaal Museum van de Archeologie (Museo archeologico nazionale di Firenze) in de Italiaanse stad Florence in Toscane, een regio in Midden-Italië. Het museum is gevestigd in het 17de-eeuwse Palazzo della Crocetta aan het Piazza della Santissima Annunziata.
In de herfst van 2022 vonden archeologen 20 bronzen beelden van de Etrusken in een warmwaterbron in Toscane. De gevonden beelden stellen goden voor, waaronder Apollo en Hygieia. De Etrusken vereerden deze goden in een heiligdom in San Casciano dei Bagni, dat werd gesticht door de Etrusken en vervolgens uitgebreid onder de Romeinen. Behalve de 20 godenbeelden vond men tijdens de opgravingen bij de warmwaterbron ook zo’n 5000 gouden, zilveren en bronzen munten.
Afbeelding: Een detail van het bronzen standbeeld van de godin Hygieia, de godin van de gezondheid en hygiene. In 2022 werd dit beeld gevonden in een Etruskische en Romeinse warmwaterbron in San Casciano dei Bagni.
Locatie: De 20 bronzen beelden en de duizenden munten uit San Casciano dei Bagni werden in 2023 tentoongesteld in het Palazzo del Quirinale, een renaissancepaleis gelegen op de Quirinaalheuvel in Rome.
Etruskisch aardewerk
Naast de bronzen beelden zijn er in het voormalige woongebied van de Etrusken ook veel aardewerk beeldjes gevonden. De Etrusken werkten in hun beeldhouwkunst niet met marmer, maar vooral met terracotta in de vorm van ongeglazuurd aardewerk. De beeldjes die zij maakten plaatsen zij in hun tempels. Verder waren de Etrusken meesters in het bewerken van goud.
Fresco’s in de Etruskische grafkamers
In de grafkamers, vooral in Tarquinia, Caere, Veio en Sarteano, vonden de archeologen veel fresco’s. De bekendste grafkamers lagen in de necropolis van Monterozz in de Italiaanse stad Tarquinia. Een necropolis is een grote begraafplaats uit de Oudheid. Het woord bestaat uit het woord nekros dat lijk of dode betekend, en het woord polis dat stad betekend. Het betekend dus dodenstad. Dergelijke grote grafcomplexen vond je in Griekenland, Egypte en dus ook in Etrurië. In de necropolis van Monterozz werden het Graf van de Jacht en de Visvangst, het Graf van de Stieren, de Orcus graven en het Graf der Luipaarden blootgelegd. Via de wandschilderingen in deze graven kunnen we ons een beeld vormen van het leven van de Etrusken.
De beschilderde aardewerk platen uit Caere, uit de 7de en de late 6de eeuw voor Chr., geven ons een kijkje in de manier waarop huizen en tempels werden gedecoreerd. Hier vond men ook bronzen ketels, beschilderd aardewerk, een wagen met wielen, een troon, schilden, en gouden en bronzen kunstvoorwerpen. Het aardewerk fabriceerde men volgens de zogenoemde bucchero methode dat dun en glanzend aardewerk opleverde met een grijze of zwarte kleur.
De wandschilderingen in de Etruskische grafkamers hebben veel gelijkenis met de wandschilderingen in het Griekenland uit dezelfde tijd. Men vermoedt dan ook dat de Etrusken Griekse kunstenaars in dienst hadden, of als slaven lieten werken, die het schilderwerk voor hen uitvoerden. Een verschil met de Griekse kunst is dat de Etrusken zich in hun afbeeldingen vooral richtten op de gewone burger en slechts zelden naakte personen afbeeldden. Ook zijn de afgebeelde figuren in het algemeen in een vrolijker stemming dan hun Griekse evenknieën en is er op hun afbeeldingen meer aandacht voor de natuurlijke omgeving waarin de Etrusken leefden.
Afbeelding: Een fresco met dansers en muzikanten uit de 5e eeuw voor Christus in het Graf van de Luipaarden. Dit Etruskische graf maakt deel uit van de necropolis van Monterozzi in de Italiaanse stad Tarquinia.
Locatie: De necropolis van Monterozzi bevindt zich op een heuvel ten oosten van de Italiaanse stad Tarquinia in de regio Lazio.
De Romeinse kunst
Geen wonder dat ook de Romeinen in de architectuur, de beeldhouwkunst en de schilderkunst veelal gebruikmaakten van Griekse slaven. Veel mozaïekvloeren in de Romeinse villa’s werden door deze Griekse slaven aangelegd. Dat wil niet zeggen dat er geen ontwikkelingen plaatsvonden. De Romeinen waren veel praktischer en pragmatischer aangelegd dan de Grieken, wat bijvoorbeeld goed tot uitdrukking kwam in de architectuur, waar men in de bouw onder meer gebruikmaakte van beton, een mengsel van cement, zand, kiezel en puin. De Romeinse architectuur is dan ook van wezenlijke invloed geweest op de ontwikkeling van de latere Europese stedelijke omgevingen. Veel van de Romeinse cultuur is overgeleverd dankzij de verhalen en gedichten van schrijvers en dichters als Tacitus, Livius, Horatius, Ovidius, Prospertius, Vergillius, maar ook van bijvoorbeeld Julius Ceasar. De Latijnse taal oefende dan ook lange tijd veel invloed uit op de Europese cultuur.De Latijnse taal oefende dan ook lange tijd veel invloed uit op de Europese cultuur. Denk maar eens aan de missen in de Rooms-Katholieke kerk, die nog tot in mijn jeugd in de Latijnse taal werden uitgesproken, en aan de maanden maart, juli en augustus, vernoemd naar de god Mars, keizer Julius Caesar en keizer Augustus.
Afbeelding: Een buste van de Romeinse keizer Julius Caesar uit het tijdperk van keizer Augustus (44-30 voor Chr.). Gaius Julius Caesar was een man die veel geschreven informatie achterliet voor de Romeinse gemeenschap. Deze borstbeelden maakten deel uit van de verering van de keizer, waarbij men veel bustes in het Romeinse rijk verspreidde ten behoeve van de populariteit van de betreffende keizer. Kenmerkend voor de Romeinse bustes was dat het bestond uit het hoofd, de hals en het bovenste stuk van de torso van de afgebeelde persoon. Dit borstbeeld van Gaius Julius Caesar is vervaardigd van wit Luni-marmer, uit de omgeving van het antieke Italiaanse plaatsje Luni. Het beeldhouwwerk is 52 cm groot.
Locatie: Dit borstbeeld maakt deel uit van de verzameling van het Vaticaans Museum (Museo Gregoriano Profane) in Vaticaanstad. Dit museum bevindt zich op een afstand van 500 meter ten noorden van de Sint-Pietersbasiliek.
De bedolven stad Pompeï, een museum voor Romeinse kunsten
Van de Romeinse schilderkunst bleef niet veel bewaard, met uitzondering van de schilderingen in Pompeï en Herculaneum die in het jaar 79 na Chr. bedolven werden onder het as van de vulkaan Vesuvius. De stad Pompeï was een voormalig zomerverblijf voor rijke Romeinen en werd daarmee een blijvend museum voor Romeinse kunstnijverheid en hoogwaardigere kunsten. Daaruit blijkt wel dat er niet alleen meesterwerken te bewonderen zijn, in tegendeel, in het algemeen kunt u hier kennismaken met veel toegepaste kunsten. Uiteraard zijn er ook prachtige kunstwerken onder het as vandaan gekomen. In deze overblijfselen zijn de invloeden van de hellenistische periode nog overal goed herkenbaar.
Afbeelding: Een Romeins fresco met afbeeldingen van de Romeinse goden Venus en Mars uit het Casa di Marte e Venere ofwel het Huis van Mars en Venus in Pompeï. Op de schildering tilt de oorlogsgod Mars de blauwe mantel van Venus op zodat hij haar naaktheid kan bewonderen. Onder haar mantel draagt Venus, de godin van de liefde en de vruchtbaarheid, enkel een gouden ketting. Kenmerkend voor die tijd is dat men de mannen met een donkere huidskleur afbeeldde, terwijl men de vrouwen met een lichte huidskleur portretteerde. De twee cupido’s spelen met de wapens van Mars. Op de helm reflecteert het licht dat van rechts op de geportretteerden schijnt. Dit lijkt logisch, maar is het niet. Op veel afbeeldingen van de Romeinen hield men geen rekening met het juist afbeelden van het schijnsel van het licht. Ook het perspectief klopte meestal niet. De Romeinen schilderden afbeeldingen van hun goden op de wanden van hun kamers, omdat zij ervan uitgingen dat zij deze kamers en hun bewoners beschermden. Venus bewaakte als godin de slaapkamer.
Locatie: Dit fresco kunt u bezichtigen in het Nationaal Archeologisch Museum Napels, gelegen aan het Piazza Museo in de Italiaanse stad Napels.
Romeinse architectuur
De Romeinse architectuur vinden we terug in tal van overblijfselen uit de Romeinse periode. Uit het dagelijkse en politieke leven vinden we nog insula, huurkazernes van soms 5 verdiepingen hoog waarin arme Romeinen woonden, en woningen voor families die men domus noemde. Verder zijn de resten gevonden van villa’s en zogenoemde villa rustica’s, de landelijke varianten van de Romeinse villa’s. Op de landerijen van een villa rustica werkten pachters en slaven voor de huiseigenaar. We moeten daarbij in ogenschouw houden dat de Romeinse huizen niet alleen dienst deden als woning, maar evenzeer als offerplaats en een plek om de goden te eren. Bijna alle woningen beschikten over een binnenplaats waar de meeste met pannen bedekte ruimtes op uitkwamen. Een dergelijke open binnenplaats noemde men een atrium.
Afbeelding: De burcht Massada, rondom een vroeg-Romeinse villa, staat op de afgeplatte top van een heuvel bij de Dode Zee in Israël. De stad werd in het jaar 73 na Chr. ingenomen door de Romeinen. Goed is de dam te zien die de Romeinen bouwden om bij de verdedigingsmuren te komen. Het staat sinds 2001 als een bijzonder voorbeeld van een vroeg-Romeinse villa op de werelderfgoedlijst van UNESCO. De Romeinse belegeringswerken rond het plateau, waar u een deel van rechtsonder op de afbeelding kunt zien, zijn de meest volledige ter wereld.
Locatie: De burcht Massada ligt in de omgeving van de zuidwestkust van de Dode Zee in Israël. De citadel ligt op een afstand van 20 kilometer ten zuiden van de kibboets Ein Gedi.
De thermen, de badinrichtingen voor de Romeinse burgers
De grote thermen, waarvan men veel sporen terugvond, fungeerden als badinrichtingen voor de Romeinse burgers. Deze thermen beschikten over een koudwaterbad, een warmwaterbad, een heet waterbad en een openbaar zwembad. Daaromheen lagen de massageruimtes, de medicinale baden en de kleedkamers. In de vleugels van het gebouw bevonden zich een bibliotheek, restaurants, sportzalen en ontspanningsruimtes om bijvoorbeeld te lezen.
De basilica, het gebouw voor handel en rechtspraak
In de politiek gebruikte men een basilica, een langgerekt gebouw voor handel en rechtspraak, met centraal een hoofdingang en twee zij-ingangen. Het zou de blauwdruk worden voor de later gebouwde basilieken en kerken in de byzantijnse periode en daarna.
Het Forum Romanum, het marktplein van Rome
Het forum ofwel het Forum Romanum, was het oorspronkelijke, langgerekte marktplein van Rome, dat uitgroeide tot het religieuze, administratieve en politieke centrum van de stad en tenslotte het gehele Romeinse Rijk.
De tempel Pantheon in Rome
Sporen van het religieuze verleden vinden we ook terug in de vele opgegraven Romeinse tempels uit het Romeinse Rijk. Bijzonder is het Pantheon in Rome dat beroemd werd door de enorme koepel die deze tempel overspant. Deze koepel heeft een diameter van niet minder dan 43,2 meter. De Romeinen konden deze reusachtige koepel bouwen dankzij het gebruik van beton, een Romeinse uitvinding.
In het midden van de koepel is een open ruimte waardoor de zonnestralen naar binnen schijnen. Dit geeft het gebouw een zeer bijzondere atmosfeer.
Afbeelding: Het Pantheon in Rome uit de 2de eeuw na Chr.. Het oorspronkelijke gebouw uit 27 voor Chr. werd enige malen door brand verwoest. In de periode 125-128 na Chr. herbouwde men het voor de laatste keer. In de 7de eeuw werd het gebouw in gebruik genomen als katholieke kerk. De koepel van het Pantheon heeft een diameter van niet minder dan 43,2 meter. Deze doorsnede is gelijk aan de hoogte van de muren die deze koepel ondersteunen, zoals gebruikelijk in die tijd. In het midden van de koepel heeft men een open ruimte aangebracht waardoor de zonnestralen naar binnen kunnen schijnen, de zogenoemde oculus. Deze zonnestralen kruipen over het interieur met de snelheid van het draaien van de aarde rondom de zon, een bijzondere belevenis. Opmerkelijk zijn de vijf ringen met cassetten die de koepel dragen. Dankzij deze uitsparingen in het plafond ontstaat er een netwerk van ribben. Dankzij de combinatie van uitsparingen en ribben neemt het gewicht van de koepel af en de sterkte toe. Het Pantheon staat bekend als één van de best bewaard gebleven Romeinse gebouwen.
Locatie: Het Pantheon staat in het centrum van de Italiaanse hoofdstad Rome, direct aan het drukbezochte plein Piazza della Rotonda.
In de wanden van het gebouw stonden tal van Romeinse godenbeelden. Men aanbad in het Pantheon dan ook niet één specifieke god, maar alle in die tijd bestaande Romeinse goden. De huidige tempel werd, na een hevige brand, tussen 125 en 128 na Chr. herbouwd in opdracht van keizer Hadrianus.
Militaire gebouwen en de triomfboog
Het Romeinse rijk kon mede groot worden dankzij een goed georganiseerd leger. Ook hiervan kunt u de resten bewonderen in de opgegraven legerkampen, castra geheten, en de vele triomfbogen. Een triomfboog is een monumentale boog die de Romeinen oprichtten ter nagedachtenis van een triomftocht, maar soms ook voor andere gedenkwaardige, historische gebeurtenissen. De bekendste triomfbogen in Rome zijn de Triomfboog van Titus uit 81 na Chr. en de Triomfboog van Constantijn bij het Colosseum uit 315 na Chr..
Afbeelding: De Triomfboog van Titus uit 81 na Chr. vormt de toegang tot het Forum Romanum in de Italiaanse hoofdstad Rome. De triomfboog is opgebouwd uit honingkleurig Italiaans marmer. Op de verhalende reliëfs, aan de binnenzijde van deze triomfboog, ziet u hoe keizer Titus en zijn vader Vespasianus de uit Jeruzalem geroofde joodse tempelschatten in triomf door de straten van Rome voerden. Het is de oudste triomfboog die u nog in Rome kunt bewonderen.
Locatie: De Triomfboog van Titus staat op het Forum Romanum in de Italiaanse hoofdstad Rome. De ingang van dit oude centrum van Rome ligt aan de Via della Salara Vecchia, ongeveer halverwege de route tussen het Colosseum en het Pantheon.
De amfitheaters en de Circussen
Het spreekwoord `brood en spelen’ stamt niet voor niets uit de Romeinse tijd. Vandaar dat u ook nu nog de resten van Romeinse theaters en amfitheaters kunt bewonderen. In de ovaal gevormde en open amfitheaters hield men gevechten met gevaarlijke dieren en waren er gevechten op leven en dood tussen gladiatoren. Een beroemd voorbeeld is het reusachtige Colosseum in Rome dat plaats bood aan 45.000 tot 55.000 toeschouwers. Met grote katrollen hing men zeilen boven de tribunes, zodat de toeschouwers aangenaam in de schaduw zaten.
Afbeelding: Het Colosseum, een flavisch amfitheater uit circa 79 na Chr., met in het midden de ovaal gevormde arena met daaronder de catacomben. Het is een meesterwerk van Romeinse architectuur en bouwkunst, waarbij men in de funderingen en de muren gebruikmaakte van beton. Het Colosseum had plaats voor 45.000 tot 55.000 toeschouwers. Er konden dus net zoveel mensen in als in de huidige Johan Cruijff ArenA in Amsterdam. Het 48 meter hoge, ellipsvormige gebouw was 155 meter breed en 189 meter lang en daarmee het grootste amfitheater in het toenmalige Romeinse Rijk. Op de afbeelding is te zien dat iedere verdieping een eigen stijl vertegenwoordigd, met haar voedingsbodem in de oud-Griekse periode: de begane grond heeft Dorische zuilen; de eerste verdieping wordt mede gedragen door Ionische zuilen; terwijl de tweede verdieping Korintische zuilen heeft. De bovenrand wordt gestut door vierkante zuilen met Korintische kapitelen. Deze ets is afkomstig uit het Speculum Romanae Magnificentiae ofwel `De spiegel van de Romeinse grootsheid’, gedrukt in 1581 door de Italiaanse uitgever Claudio Duchetti. De prent werd gemaakt door de kunstenaar Giovanni Ambrogio Brambilla. Zijn geboorte- en sterfjaar zijn niet bekend, maar hij was als kunstenaar actief in de periode 1579–1599.
Locatie: Het Colosseum is te bewonderen in de Italiaanse hoofdstad Rome aan het Piazza del Colosseo. De ets is in het bezit van het Metropolitan Museum (The Met), gelegen ten oosten van het Central Park in Manhattan in New York in de VS.
Verder vermaakten de Romeinen zich tijdens de wagenrennen die in het Circus Maximus werden gehouden. Een Circus was in de Romeinse tijd een stadion dat vooral gebruikt werd voor wagenrennen. Voor dit type stadion gebruikte men ook vaak de Griekse naam hippodroom.
Afbeelding: Wagenmenner met één van zijn vier paarden voor de wagenrennen die in het Circus werden gehouden. Dit reliëf vond men bij het Romeinse Circus in Trier uit 215 na Chr..
Locatie: Deze afbeelding van een paard met wagenmenner staat in het Rheinische Landesmuseum in de Duitse stad Trier, gelegen aan de rand van de paleistuin. ©Ronnie Rokebrand.
Rondom de middenberm van het Circus Maximum, met een baanlengte van 610 meter, reden de wagenmenners hun rondjes. Langs de baan was er plaats voor niet minder dan 250.000 toeschouwers op 3 verdiepingen hoge tribunes. Veel van deze wagenmenners met hun paarden vindt u terug op de achterzijde van Romeinse munten.
Afbeelding: Op veel Romeinse munten vind je afbeeldingen van wagenmenners met hun wagens, in dit geval een vierspan. Het wagenrennen was geen ongevaarlijke bezigheid. De wagenmenner en de paarden raakten met regelmaat gewond tijdens de wedstrijden, incidenteel overleefden zij de wagenrennen niet. De afgebeelde dolfijnen staan voor snelheid en kracht, geen dier is sneller of krachtiger in zijn bewegingen dan de dolfijn, een eigenschap die de Romeinse keizers zichzelf graag toedichten.
Locatie: Deze Romeinse munt maakt deel uit van de collectie van de Gooise Galerie. ©Ronnie Rokebrand.
De uitvinding van het beton
In de architectuur zagen we vooral dat de techniek van bouwen zich steeds verder ontwikkelde. Tempels, theaters, thermen en stenen wegen, herenbanen genoemd, werden technisch steeds slimmer gebouwd. Men ging beton gebruiken en vervolmaakte de bouw van gewelven en koepels, met als beroemd voorbeeld het eerder beschreven Pantheon. Dankzij de uitvinding van het beton kon men in de openbare ruimte boogconstructies maken die werden toegepast bij de aanleg van bruggen, verhoogde wegen en stadspoorten.
Afbeelding: De Porta Nigra staat in de Duitse stad Trier, de nederzetting die de Romeinen het Tweede Rome noemden. Het was één van de belangrijkste steden in het West-Romeinse Rijk. De poort werd opgericht in het jaar 170 na Chr.. De 30 meter hoge Porta Nigra, letterlijk de Zwarte Poort, werd opgebouwd met geelwitte zandstenen. In de loop der tijd oxideerden de stenen, waardoor ze de huidige zwartgrijze kleur kregen. Oorspronkelijk beschikte de Romeinse stad Trier over vier stadspoorten. Deze poort overleefde de tand des tijds, omdat zij lange tijd in gebruik was als kerk.
Locatie: De Porta Nigra was de noordelijke toegangspoort van de Romeinse stad Trier en staat nu aan de rand van het centrum van de gelijknamige Duitse stad, vlakbij het centraal gelegen marktplein. Het gebouw staat op de werelderfgoedlijst van UNESCO. ©Ronnie Rokebrand.
Op veel plekken waar de Romeinen woonden of hun invloed uitoefenden vindt u nog resten van aquaducten. Dit waren bruggen om drinkwater over te transporteren naar de stedelijke gebieden. Deze aquaducten mondden uit bij fonteinen in de stad waar de burgers hun drinkwater konden halen. De Romeinse aquaducten waren deskundig en op een hoog technisch en wiskundig niveau gebouwd. De aquaducten hadden een verval van ongeveer 34 centimeter per kilometer. Dankzij de zwaartekracht konden zij het water 10 kilometer verder brengen met een verval van minder dan drieënhalve meter.
Afbeelding: Een Romeins aquaduct in Caesarea, een brug voor het transport van drinkwater dat de Romeinen in de 2de eeuw na Chr. bouwden. Fraai is de boogconstructie die de Romeinen als eersten toepasten bij de bouw van aquaducten, bruggen, rioleringssystemen en stadspoorten.
Locatie: De verlaten vestingstad Caesarea Maritima ligt in de noordelijke kustvlakte van Israël, halverwege de weg die de Israëlische steden Tel Aviv en Haifa verbindt.
De Griekse zuilen werden als dragers van de bovenbouw vervangen door stenen muren. Het lelijke beton werd verborgen achter baksteen of stucwerk met daarop fresco’s. Andere bouwmeesters dekten het beton af met marmeren platen. Incidenteel legde men de muren in met mozaïek. De Romeinse gebouwen konden alleen vanaf de voorkant betreden worden, dit in tegensteling tot de Griekse gebouwen. Er waren nog meer verschillen, bijvoorbeeld tussen het Griekse en het Romeinse theater. U kunt deze lezen in het verhaal over de oud-Griekse kunststroming.
Romeinse beeldhouwkunst
Ook de Romeinse beeldhouwkunst is sterk beïnvloed door haar Griekse voorbeelden. En ook in de beeldhouwkunst werden de eerste beelden door Griekse beeldhouwers, in dienst van de Romeinen, vervaardigd, waarbij vooral kopieën van oorspronkelijke Griekse beelden populair waren.
Afbeelding: Een bronzen beeldje van de god Mercurius, de Romeinse god van de handel, reizigers en dieven. Bovendien was hij een boodschapper van de goden. Hij is herkenbaar aan zijn gevleugelde helm. In zijn rechterhand had hij waarschijnlijk een staf waar twee slangen omheen kronkelden. Deze is helaas verdwenen. Het figuurtje stamt uit de 1ste eeuw na Chr.. Het beeldje heeft typische hellenistische kenmerken, zoals het sprekende gezicht van de godheid dat lijkt op de gezichten van de bronzen beeldjes van Griekse goden. De wagen van de Romeinse god Mercurius werd voortgetrokken door hanen, vandaar dat men het bronzen beeldje van een haan naast het beeldje van Mercurius plaatste.
Locatie: Dit bronzen beeldje van de god van de handel Mercurius staat in het Rheinische Landesmuseum, gelegen aan de rand van de paleistuin in de Duitse stad Trier. Het beeldje is gevonden in het Abachtal. ©Ronnie Rokebrand.
Maar hier gold eveneens dat de beeldhouwkunst zich verder doorontwikkelde. Al in de hellenistische periode werden de bronzen, gouden, zilveren en marmeren afbeeldingen nog dramatischer en voller met beweging, dan in de klassieke periode. Dit zag men ook terug in de afbeeldingen van veldslagen die steeds expressiever werden.
Afbeelding: : De marmeren sarcofaag van `Bacchus in India’ ,ook wel de `sarcofaag van de triomf van Bacchus en Ariadne’ genoemd, uit het begin van de 3de eeuw na Chr.. Het werd gevonden tijdens graafwerkzaamheden in de kerk Saint-Irénée. De sarcofaag stamt uit de vroegere stad Lugdunum dat tegenwoordig bekend staat als de stad Lyon. Het reliëf verhaalt over de mythische overwinning van de god Bacchus op India. Geheel rechts zie je een afbeelding van een dronken Hercules. Bachhus, in dit reliëf voortgetrokken door 3 panters, was in het Romeinse Rijk dan ook de god van wijn en plezier. De oud-Grieken noemden hem Dionysos, en vereerden hem als de Griekse god van de vruchtbaarheid en de zoon van oppergod Zeus. Dit is wederom een voorbeeld van hoe de Griekse en Romeinse culturen met elkaar waren verweven. De figuren op de sarcofaag zijn bijzonder knap en vaardig uitgebeeld in een bijzondere compositie. De figuren staan dicht, bijna rommelig naast elkaar, maar het geheel straalt toch eenheid uit. Het samenbrengen van de Romeinse cultuur met die van bijvoorbeeld India in één sculptuur is typerend voor de Romeinse beeldhouwkunst. De 3 Indiase panters zijn voor een scherp oog goed te zien op de voorgrond van het beeldhouwwerk, mede door het diepe reliëf dat tot krachtige variaties in licht en donker leidt. Als u goed kijkt naar het rechterdeel van dit kunstwerk, dan ziet u ook een afbeelding van een olifant.
Locatie: Deze sarcofaag staat in het Gallo-Romeins museum van Lyon-Fourvière in de Franse stad Lyon. Oorspronkelijk was het reliëf beschilderd, maar de tand des tijds heeft de verf weggevaagd. Het museum bevindt zich ten zuiden van het bergstation van het kabelspoor bij de basiliek Notre-Dame-de-Fourvière. ©Ronnie Rokebrand.
In de Romeinse tijd werd langzaam maar zeker de nadruk op de geïdealiseerde schoonheid en harmonie ingeruild voor een beeldhouwkunst met veel expressievere uitingen. De gezichten van bronzen en marmeren beelden werden realistischer en levensechter uitgebeeld. De uitdrukkingen van de gebeeldhouwde portretten waren vaak hard, plichtsgetrouw en autoritair. Een manier van uitdrukken die paste bij de gewenste vaderlijke persoonlijkheid in de Romeinse periode.
De vele, vaak natuurgetrouwe portretbustes die de Romeinen maakten zijn typerend voor de Romeinse beeldhouwkunst.
Afbeelding: Het marmeren hoofd van een oude Romeinse man, uit circa 60 voor Chr.. Het kale en gerimpelde hoofd van de oude man is realistisch, maar streng en autoritair weergegeven; het voorstellingsideaal in de toenmalige tijd.
Locatie: Deze portretbuste staat in de Glyptotheek in München, een bekend museum voor Griekse en Romeinse kunst aan de Königsplatz in München. Glyptotheek betekend letterlijk: opslagplaats voor sculpturen. Het is dan ook het enige museum ter wereld met alleen kunst uit de oud-Griekse en Romeinse tijd.
Veel van deze portretbustes werden meegedragen tijdens de begrafenissen van de geportretteerden; in een soort van optocht met de portretbustes van de voorouders van de overledene.
De Romeinen gingen gebeurtenissen uit hun eigen tijd uitbeeldden, iets wat tot dan toe ongebruikelijk was. In de eerder genoemde triomfbogen werden allerlei sculpturen in reliëf aangebracht, vaak om de militaire overwinningen te tonen aan het volk. In Rome bouwde keizer Trajanus een 30 meter hoge taps toelopende zuil die hij met verhalende reliëfs liet verfraaien. Inclusief de sokkel was de zuil zelfs 38 meter hoog. In de marmeren reliëfs vind je een `waarheidsgetrouw’ verslag van zijn overwinning op de Daciërs met niet minder dan 2500 afgebeelde figuren.
Afbeelding: De zuil van Trajanus, uit 107 tot 112 na Chr.. Deze marmeren kolom is 38 meter hoog. Op de zuil liet keizer Trajanus de overwinning op de Daciërs (het huidige Roemenië) afbeeldden. De bas-reliëfs zijn zeer gedetailleerd en van een uitzonderlijk goede kwaliteit.
Locatie: U vindt deze beroemde zuil op het Forum Traianum in het centrum van Rome, vlakbij de Piazza Venezia.
Omdat de zuil zo hoog was, bouwde men twee bibliotheken naast de zuil van enkele verdiepingen hoog. Zo kon men vanaf de hogere etages ook de bovenste afbeeldingen bewonderen. Er zijn nog meer van dergelijke zuilen bekend, waaronder de Zuil van Marcus Aurelius. Ook in de wanden van thermen en andere gebouwen vinden we veel reliëfs en ander beeldhouwwerk terug. Op deze wijze vereeuwigden de keizers hun heldendaden voor toekomstige generaties. Opmerkelijk in dit kader is dat veel keizers zich als de brengers van vrede lieten portretteren.
Afbeelding: Een bronzen beeltenis van de Romeinse keizer Augustus (17 voor Chr.-14 na Chr.) uit de periode 12 tot 10 voor Chr.. Dit bronzen beeld vond men op de bodem van de Egeïsche Zee tussen de eilanden Euboea en Agios Efstratios. Keizer Augustus draagt een tunica, een kledingstuk van linnen dat om de middel met een gordel werd vastgesnoerd. Daarover draagt hij een zogenoemde paludamentum, dat symbool staat voor zijn positie als legeraanvoerder. Augustus heft zijn rechterhand op in het gebaar van een officiële begroeting. Het gevest van zijn zwaard is te zien onder de linkerhand. Het beeld heeft ooit op een paard gezeten. Met zijn linkerhand hield Augustus de teugels vast. Om zijn ringvinger draagt hij een ring met daarin het teken van de Pontifex Maximus, wat aangeeft dat hij, naast zijn functie als keizer, ook de belangrijkste priester was in de Romeinse godsdienst.
Locatie: Dit bronzen beeld staat in het Nationaal Archeologisch Museum in de Griekse hoofdstad Athene. Dit museum ligt op een afstand van krap 2 kilometer ten noorden van het Monastiráki-plein in Athene.
Romeinse schilderkunst en mozaïeken
Net als bij de oude Grieken zijn er ook niet veel schilderingen van de Romeinen bewaard gebleven, met als positieve uitzondering de wandschilderingen die in de landstreek Campania zijn gevonden in onder meer de provinciale steden Pompeï en Herculaneum, maar ook in Boscoreale en Stabiae. Verder zijn er nog enkele schilderingen gevonden in en rondom Romeinse steden in de rest van Europa.
Afbeelding: Jason en Medea, een Romeinse muurschildering die men in het Duitse Trier heeft gevonden. De tovenares Medea, komende uit Colchis, het huidige Georgië, hielp Jason het Gulden vlies te veroveren. Het Gulden vlies was de gouden vacht van de god Chrysomallos, een goddelijke ram in de Griekse mythologie. Op de schildering houdt Jason het Gulden vlies in zijn rechterhand. Medea verzamelt het gif van een slang, waarmee zij later dodelijk zou toeslaan. Jason nam Medea mee naar Griekenland, trouwde met haar en samen kregen zij twee zonen. Jason werd echter verliefd op de prinses van Korinthe en wilde met haar trouwen. Als wraak vergiftigde Medea alle betrokkenen, inclusief haar 2 zonen. Ook hier zien we weer hoe de oud-Griekse beschaving aan de basis stond van de Romeinse beschaving.
Locatie: Deze muurschildering hangt in het Rheinische Landesmuseum, gelegen aan de rand van de paleistuin in de Duitse stad Trier. ©Ronnie Rokebrand.
Men vermoedde dat Gaius Fabius als eerste Romeinse fresco-schilderingen in kunstvorm maakte in de Romeinse tempel van Salus in Rome. Men noemde hem Pictor ofwel schilder, waar ook onze woorden picturaal en pictogram van afstammen. Er zijn tevens nog enkele grafschilderingen in de vorm van muurschilderingen bewaard gebleven die nu in een museum in Rome worden bewaard voor het nageslacht. Deze fresco’s werden met waterverf in natte kalk op de muur aangebracht, zodat de kalk de pigmenten in het verf kon opzuigen. Binnen 24 uur was de kalk droog en dan moest de fresco echt klaar zijn. Er was weinig of geen tijd om de aangebrachte schilderingen te herstellen. Achteraf kon men alleen met tempera nog wat aanpassingen doen in de schildering. Tempera is een verfsoort bestaande uit een mengsel met kleurpigmenten. Als deze verfsoort eenmaal is opgedroogd, dan is het goed bestendig tegen de voortschrijdende tijd.
Afbeelding: Een portret van de bakker Paquius Proculo en zijn vrouw in het Pompeï van de 1ste eeuw na Chr.. Het lijkt een typisch portret van een `middenstandsfamilie’. Ze zijn redelijk welvarend, gezien het netjes opgemaakte kapsel van de vrouw en het gegeven dat zij zich een portret financieel konden permitteren. In haar handen draagt zij een griffel, een zogenoemde stilus, en een wastafeltje waarop zij kon schrijven met de griffel. Een wastafeltje was een houten plankje dat werd bedekt met bijenwas, zodat je er met de griffel op kon schrijven door de bijenwas weg te krassen. Men gaat er vanuit dat men dit portret schilderde ter ere van het huwelijk van het bakkersechtpaar.
Locatie: Dit portret uit Pompeï staat in het Nationaal Archeologisch Museum in Napels (Italië). Dit museum bevindt zich aan het Piazza Museo.
Omdat de meeste schilderingen in Pompeï zijn gevonden heeft men binnen de kunstgeschiedenis de overgebleven schilderingen geclassificeerd in de zogenoemde vier stijlen (1 tot en met 4) van Pompeï. Deze indeling past men ook toe op fresco’s die niet uit de omgeving van Pompeï komen en die u onder meer in het Palazzo Massimo te Rome kunt bezichtigen. Het is goed om te beseffen dat deze stijlen tegelijkertijd werden ontwikkeld en naast elkaar bestonden.
Op veel binnenmuren in Pompeï zie je schilderingen in de stijl van de trompe-l’oeil, een kunstschildertechniek waarbij men met opzet een optische illusie creëerde. Door middel van gezichtsbedrog suggereerde men de aanwezigheid van pilaren en zuilen. Men schilderde op de binnenmuren doorkijkjes, soms in de vorm van schijnvensters, waarbij het leek alsof je in de tuin keek of op een aantrekkelijk landschap.
Afbeelding: Oude Romeinse fresco’s uit het Casa della Biblioteca (het huis van de bibliotheek) in Pompeï. De muurschildering is een goed voorbeeld van de stijl van de tromp-l’oeil, waarbij men de aanwezigheid van zuilen suggereerde en een schijnvenster creëerde, waardoor het lijkt alsof je op een straat met een fraai gebouw kijkt.
Locatie: Deze muurschildering is overgebracht naar het Nationaal Archeologisch Museum (Museo Archeologico Nazionale), gelegen aan het Piazzo Museo in Napels in Italië. Foto: Francesco Bini (Sailko). Licentie: Creative Commons Attribution-Share Alike 3.0 Unported.
Romeinse mozaïeken
Romeinse mozaïeken zijn eigenlijk ook schilderingen, maar dan samengesteld uit duizenden kleine en gekleurde steentjes. Met deze van oorsprong Griekse kunsttechniek verfraaide men wanden en vloeren van onder andere tempels, badinrichtingen (thermen) en villa’s.
Afbeelding: Een vloermozaïek van de Romeinse kunstenaar Monnus, vandaar dat men dit het Monnus Mozaïek noemt. Zijn handtekening staat in het mozaïek. Het Monnus Mozaïek fungeerde oorspronkelijk als de vloer van een villa. Het mozaïek toont onder meer de symbolen van de maanden van het jaar. Monnus was duidelijk een liefhebber van de Griekse en Romeinse muziek en literatuur, gezien de afbeeldingen van muzen en andere kunst gerelateerde afbeeldingen. Het mozaïek kwam in 1884 tevoorschijn tijdens de bouw van het Rheinische Landesmuseum.
Locatie: Het Monnus Mozaïek ligt in het Rheinische Landesmuseum in de Duitse stad Trier. Het werd gevonden in de fundamenten van een afgebrande Romeinse villa uit de late 3de eeuw, begin 4de eeuw na Chr.. ©Ronnie Rokebrand.
Deze mozaïeken werden vaak door Griekse slaven ingelegd. In tegenstelling tot de fresco’s zijn er wel veel mozaïeken bewaard gebleven, uiteraard dankzij de aard van het gebruikte en duurzame materiaal.
Afbeelding: Alexander en Bucephalus, in de Slag bij Issus. Het betreft een uitsnede uit het Alexander mozaïek. Op dit beschadigde deel van het mozaïek ziet u Alexander de Grote te paard tijdens het heetst van de strijd; op zijn borst draagt hij zijn eigen portret. Men neemt aan dat het mozaïek een reconstructie betreft van een schilderij dat vermoedelijk van Apelles of Philoxenus van Eretria is. Men vond het in het Huis van de Faun in Pompeï.
Locatie: Het Alexander mozaïek staat tentoongesteld in het Nationaal Archeologisch Museum (Museo Archeologico Nazionale), gelegen aan het Piazzo Museo in de Napels in Italië.
Er bestonden twee soorten mozaïeken. De oorspronkelijke mozaïeken waren ingelegd met kleine, gekleurde kiezelsteentjes. De latere mozaïeken maakte men van heel kleine, vierkante kubusjes van natuurlijk gekleurde steensoorten. Dit mozaïek noemde men tessera. Dankzij deze techniek konden de kunstenaars, waaronder nu ook voor het eerst vrouwen, fraaie mozaïeken vervaardigen die op schilderingen leken. Men gaat ervan uit dat veel mozaïeken zijn geïnspireerd op in die tijd bestaande schilderingen, waardoor de mozaïeken tevens een beeld geven van de schilderkunst van de Romeinen.
Afbeelding: Romeins mozaïekpaneel met als onderwerp de academie van Plato, uit de 1ste eeuw voor Chr., gevonden in Pompeï. Het mozaïek is gemaakt in de tessera-stijl. De zeven figuren ofwel de zeven wijzen zijn afgebeeld onder een boom in klassieke kleding met toga en sandalen.
Locatie: Dit mozaïekpaneel hangt ingelijst in het Nationaal Archeologisch Museum, gelegen aan het Piazza Museo (Nazionale) in de Italiaanse stad Napels.
Romeinse kunst buiten Italië
Het Romeinse Rijk eindigde niet bij de huidige Italiaanse landsgrenzen. De Romeinen hadden hun macht uitgebreid van Spanje tot Engeland en van Servië tot Egypte, een enorm gebied waar de Romeinse legioenen de orde trachten te bewaren. Vandaar dat zij in deze gebieden steden bouwden met tempels, forums en badinrichtingen. Het was dan ook niet verbazingwekkend dat we ook buiten het Italiaanse grondgebied tempels, godenbeelden in marmer, brons en aardewerk, wandschilderingen en andere vormen van kunstuitingen terugvonden. In het algemeen geïnspireerd op de kunstuitingen die in Rome in de mode waren.
Romeinse kunst en architectuur in Spanje en Portugal
Het huidige Spanje dankte haar naam aan de Romeinen die dit gebied Hispania noemden. Zij waren de stichters van de huidige Spaanse steden Segovia en Mérida, en de Portugese stad Évora. In en rondom al deze voormalige Romeinse nederzettingen vind je nog sporen terug uit de tijd van de Romeinse overheersing. In Mérida heeft men een gebied opgegraven met een theater uit 18 voor Chr., gebouwd door generaal Marcus Vipsanius Agrippa, mede op initiatief van zijn vriend keizer Augustus.
Afbeelding: Het Romeinse theater van Mérida uit het jaar 18 voor Chr.. Rondom het begin van onze jaartelling was er in dit theater plaats voor ongeveer 6000 bezoekers. Men plaatste het complex in 1993 op de werelderfgoedlijst van UNESCO. Het Romeinse theater vormt tegenwoordig de thuisbasis van het Mérida Klassieke Theaterfestival.
Locatie: Het Romeinse theater ligt bij het plaatsje Mérida in de Spaanse provincie Badajoz. Mérida ligt op een afstand van zo’n 40 kilometer ten oosten van de Portugese grens en is de hoofdstad van de autonome regio Extremadura.
Vandaar dat deze generaal ook een tempel voor Augustus liet bouwen. Deze tempel noemde men de tempel van Augustus, maar was in feite ter ere van de godin Diana, tenminste dat nemen historici aan. Er is hier geen zekerheid over, omdat ook keizer Augustus een goddelijke status had. Diana was een zus van de god Apollo en werd vereerd als de Romeinse godin van de maan, de jacht, de ongerepte natuur, de geboorte en de kuisheid. Verder zijn er een bijna 800 meter lange brug van graniet en overblijfselen van aquaducten bewaard gebleven. Dezelfde resten van aquaducten vindt u bij de Spaanse stad Segovia. In het Portugese Évora vindt u eveneens een tempel voor de godin Diana. Deze tempel, en het omringende historische centrum van Évora, staat op de werelderfgoederenlijst van UNESCO.
Afbeelding: De ruïnes van de tempel voor de godin Diana in het Portugese Évora. Deze tempel uit de 1ste eeuw na Chr. staat in het historische centrum van het stadje Évora. Dit historische centrum staat op de werelderfgoedlijst van UNESCO. Enkele Korintische zuilen zijn goed bewaard gebleven. Ook bij deze tempel is er twijfel of de Romeinen deze tempel ter ere van de goddelijke keizer Augustus bouwden of voor de godin Diana.
Locatie: De tempel van Diana bevindt zich midden in het historische centrum van Évora. Dit stadje ligt ruim 100 kilometer ten oosten van de Portugese hoofdstad Lissabon in het zuidoosten van Portugal. Het is de hoofdstad van het gelijknamige district in de regio Alentejo.
Romeinse kunst en architectuur in Frankrijk
Een constante aanvoer van schoon water was (en is) cruciaal voor steden om te kunnen overleven. Vandaar dat u ook in andere gebieden, waar de Romeinse keizers aan de macht kwamen, resten van aquaducten kunt vinden. Bijvoorbeeld in en rondom de Franse stad Nîmes, waar ook een Korintische tempel en een amfitheater bewaard zijn gebleven. Een ander theater vindt u in de Franse stad Orange. Overal waar Romeinen zich settelden, ontstonden badhuizen die men thermen noemde, onder meer in het toenmalige Aqua Gracianae, het huidige Aix-les-Bains. De Romeinse baden waren van marmer en werden omringd door beelden en pilaren.
Afbeelding: Dit Romeinse hoofd van de godin Venus werd in 1935 gevonden in de thermen van het Franse stadje Aix-les-Bains en bevindt zich nu in het Museum Lapidaire. De Romeinen omringden hun marmeren baden met marmeren beelden, waaronder beelden van Romeinse goden en godinnen.
Locatie: Dit beeld van de godin Venus bevindt zich in het Museum Lapidaire in het Franse stadje Aix-les-Bains, de toenmalige Romeinse nederzetting Aqua Gracianae. Dit museum maakt deel uit van het toeristeninformatiekantoor dat is gehuisvest in de vroegere Romeinse tempel van Diana, de godin van het baden. Deze naam stamt pas uit de Middeleeuwen. Waarschijnlijk werd de tempel ooit gebouwd ter ere van Mercurius of Borvo, de Keltische god van de warmwaterbronnen. ©Ronnie Rokebrand.
Op de plek waar nu de stad Lyon ligt, bevond zich de Romeinse nederzetting Lugdunum. U vindt hier op de Fourviere heuvel nog een fraai Romeins theater dat plaats bood aan 10.000 bezoekers en een kleiner theater, het Odeon. In het nabijgelegen Gallo-Romeinse Museum staan veel kunstvoorwerpen uit het oude Lugdunum.
Afbeelding: Dit bijzondere bronzen beeldje heeft men gevonden in de archeologische zone van het oude Lugdunum, het huidige Lyon. De man is volgens Grieks voorbeeld naakt afgebeeld, maar natuurgetrouwer dan de Grieken deden, die alleen atletisch gevormde mannen met een perfect en ideaal figuur afbeeldden. Net als op de afbeelding van keizer Augustus in dit hoofdstuk heft hij zijn rechterhand op in het gebaar van een officiële begroeting.
Locatie: Dit bronzen beeldje staat in het Gallo-Romeinse Museum in de archeologische zone van Lyon. Dit museum bevindt zich ten zuiden van het bergstation van het kabelspoor bij de basiliek Notre-Dame-de-Fourvière. ©Ronnie Rokebrand.
Romeinse kunst en architectuur in Duitsland
Ook in de Duitse stad Trier vindt u nog veel aanwijzingen voor de aanwezigheid van de Romeinen in dit gebied, bijvoorbeeld in de vorm van een basilica, een grote stadspoort en een badinrichting die men de Kaiserthermen noemt. Bijzonder is de Porta Nigra, een stadspoort uit 170 na Chr.. De stad Trier droeg in de Romeinse tijd de naam Augusta Treverorum en was vernoemd naar de Romeinse keizer Caesar Augustus. In deze stad staan nog veel Romeinse overblijfselen, zoals de Romeinse brug uit het begin van onze jaartelling. De onverwoestbare fundamenten van deze brug zijn nog steeds in gebruik. Beroemd is de Basilica van Constantijn, het grootste gebouw uit de Romeinse tijd dat nog recht overeind staat. Het gebouw is 67 meter lang, 27,2 meter breed en 33 meter hoog.
Afbeelding: De Basilica van Constantijn. Het werd in 310 na Chr. van bakstenen gebouwd op initiatief van Constantijn de Grote. Eerst fungeerde het als ontvangstzaal, maar later kreeg het tal van andere functies, zoals paleis en kerk. Hierdoor bleef het gebouw behouden.
Locatie: De Basilica van Constantijn staat in het historische centrum van de Duitse stad Trier. ©Ronnie Rokebrand.
En natuurlijk zijn er nog tal van Romeinse kustvoorwerpen bewaard gebleven. De meeste staan in het Rheinische Landesmuseum, waaronder een beeldje van een oude zoogster.
Afbeelding: Een bronzen beeldje van een oude zoogster. Zij draagt een capuchon op haar hoofd dat kenmerkend is voor zoogsters in de Romeinse tijd. Waarschijnlijk mocht zij in dienst blijven van haar werkgevers. Het beeldje werd in de 1ste eeuw na Chr. vervaardigd.
Locatie: Dit sprekende bronzen beeldje van de oude zoogster staat in het Rheinische Landesmuseum aan de rand van de paleistuin in de Duitse stad Trier. ©Ronnie Rokebrand.
Romeinse kunst en architectuur in Groot-Brittannië
In Groot-Brittannië liggen nog de resten van de 118 kilometer lange muur van keizer Hadrianus, gebouwd om de stammen uit het Noorden van Engeland buiten het Romeinse gebied te houden. De muur liep van de oostkust naar de westkust en werd bewaakt door de Romeinse legioenen, vaak in samenwerking met lokale stammen.
Afbeelding: De resten van de 118 kilometer lange Romeinse muur van keizer Hadrianus (Hadrian’s Wall) bij Greenhead Lough.
Locatie: Greenhead Lough ligt ruwweg op de breedtegraad van Newcastle, ongeveer in het midden van Engeland.
Romeinse kunst en architectuur in Kroatië
In de stad Split in Kroatië kunnen we de overblijfselen bezichtigen van het bekende Paleis van Diocletianus dat in het begin van de 4de eeuw na Chr. werd gebouwd door de Romeinse keizer Diocletianus. Hij bouwde het paleis in de vorm van een Romeins castellum, zodat men het goed kon verdedigen. Deze keizer woonde hier tot aan zijn overlijden.
Afbeelding: Een tekening van de reconstructie van het paleis van Diocletianus in Split (Kroatië) in de vorm van een goed verdedigbaar castellum. De reconstructie is in 1912 getekend door de Franse archeoloog, architect en stedenbouwkundige Ernest Hébrard.
Locatie: De resten van dit paleis vindt u verspreidt door de Kroatische stad Split. Opmerkelijk is dat ook veel latere gebouwen, zoals de bekende kathedraal, zijn gebouwd uit materiaal van het voormalige Romeinse paleis van Diocletianus.
Romeinse kunst en architectuur in Jordanië
Natuurlijk mag ook het huidige Midden-Oosten niet in dit overzicht ontbreken. Bijzonder zijn de resten van de graftombes in de stad Petra in Jordanië. Deze oorspronkelijke stad van de Nabateeërs werd in 106 na Chr. door de Romeinen gekolonialiseerd, waardoor er ook veel Romeinse invloeden zichtbaar zijn.
Afbeelding: Ad Deir is een in de rotsen uitgehouwen bouwwerk in de oude Jordaanse stad Petra. Het monument werd door de Nabateeërs in de 1ste eeuw na Chr. gebouwd en is 51 meter hoog en 49 meter breed. Het bouwwerk staat te boek als klooster, maar oorspronkelijk diende het als mausoleum voor de toenmalige heerser.
Locatie: De historische stad Petra ligt in een kloof in het zuidwesten van Jordanië, niet ver verwijdert van de grens met Israël. De foto werd genomen door Berthold Werner.
Romeinse kunst en architectuur in Egypte
In Egypte mengden de Egyptische en de Romeinse culturen zich met elkaar, met bijzondere kunstuitingen tot gevolg. In de oase El Fajoem (El Fayoum) vond men graven met Romeinse portretten die op hout geschilderd waren en die men op de mummies van de geportretteerden plaatste. Deze fraaie portretten van Romeinen, met hun kenmerkende zwarte krulletjes, werden in grote getalen gevonden. Helaas werden deze op hout geschilderde portretten als brandhout gebruikt, waardoor er slechts zo’n 750 bewaard zijn gebleven. In januari 2022 werd er tijdens een uitzending op de Nederlandse televisie van Kunst en Kitsch nog een portret van een Romeinse vrouw ontdekt.
Afbeelding: Een Romeins portret van een jonge man dat door de Romeinen op een mummie werd gelegd, zoals nog te zien is aan de windsels. Het is gevonden in een van de graven bij de Egyptische oase El Fayoum. Zijn donzige snor geeft aan dat hij niet ouder is dan begin twintig. Een beginnende snor was in de Romeinse tijd een indicatie dat hij aan het begin stond van zijn toetreding tot de volwassenheid en de daarbij horende sociale groepen. Opmerkelijk in bijna al de 750 gevonden portretten in El-Fajoem is dat de gezichten, met donkere ogen, weinig tot geen emotie uitstralen. Toch lijken het moderne portretten met stoïcijnse blikken die de beschouwers direct aankijken.
Locatie: Dit Romeinse Fajoemportret is in het bezit van het Metropolitan Museum of Art in New York in de VS. U vindt dit kunstmuseum ten oosten van Central Park in het stadsdeel Manhattan.
Romeinse kunst en architectuur in Tunesië
In Tunesië kunt u nog de resten bezichtigen van de oude Romeinse stad Sbeitla (Sefutula) met een Romeinse marktplaats, in die tijd een forum genoemd, en een bijzondere byzantijnse tempel uit de 2de eeuw na Chr..
Afbeelding: Het forum en de achterliggende byzantijnse tempel van Sbeitla.
Locatie: De archelogische zone van Sbeitla of Sefutula ligt in het noordwestelijke deel van Tunesië.
Romeinse kunst en architectuur in Libanon
In Libanon ligt de oude stad Baalbek dat in het verleden Heliopolis heette. In de hellenistische periode werd hier de zonnegod en stormgod Baal vereerd. Keizer Augustus maakte hier in 15 voor Chr. een Romeinse provinciestad van. Op de plek waar men de god Baal vereerde liet hij een veel bezochte tempel voor de Romeinse god Jupiter bouwen. Verder verrezen er een Bacchustempel en een Venustempel. U kunt de resten van deze tempels nog steeds bezichtigen.
Afbeelding: De Jupitertempel in de Korintische stijl in Baalbek in Libanon, gefotografeerd in het jaar 1905.
Locatie: De foto maakt deel uit van de Photochrom-printcollectie `Gezichten op het Heilige Land’ onder nummer 15098. Deze printcollectie maakt deel uit van de collectie van de bibliotheek van het Amerikaanse congres in Washington.
Romeinse kunst en architectuur in Libië
In het Romeinse provinciestadje Sabratha in Libië bouwden de Romeinen aan het einde van de 2de eeuw na Chr. een fraai Romeins theater waar men ook nu nog theatervoorstellingen verzorgd. Verder vindt u in de archeologische zone onder meer nog Romeinse beelden, reliëfs, en een fraaie mozaïek vloer. Verder vindt u hier een mausoleum met een beeld van de Egyptische god Bes.
Afbeelding: De drie gratiën in het Romeinse theater van Sabratha in Libië. Volgens de Romeinse mythologie waren zij de dochters van Bacchus en Venus. In de Griekse mythologie waren deze drie zusters nakomelingen van Zeus en Eurynome.
Locatie: De archeologische zone van Sabratha ligt aan de kust van de Middellandse Zee, ongeveer 70 kilometer ten westen van de Libische hoofdstad Tripolis.
Romeinse kunst en architectuur in Nederland en België
De Romeinen waren ook in Nederland en België de baas. Geen wonder dat u ook hier veel kunstuitingen van de Romeinen kunt bezichtigen. Menigeen kent het Rijksmuseum van Oudheden in Leiden, waar u de rijkscollectie van oudheden kunt bezichtigen, met onder andere de sarcofaag van de Dame van Simpelveld, de Nehalennia-altaren, maar ook veel overblijfselen van de Romeinse legioenen. In België kunt u het Romeins museum in Ath met een bezoek vereren, met onder meer de resten van Romeinse schuiten. Het Gallo-Romeins museum in Tongeren bezit een uitgebreide verzameling kunstvoorwerpen uit de tijd van de Romeinse overheersing. U vindt ze op de derde verdieping van dit museum. Er zijn in Nederland en België nog tal van andere Romeinse verzamelingen te bewonderen in de vele musea die aandacht schenken aan de Romeinse kunst en geschiedenis in de lage landen.
Afbeelding: De Deurne peelhelm is een vergulde zilveren Romeinse paradehelm die men in 1910 vond in het veen bij Helenaveen in Nederland. De helm werd waarschijnlijk ergens in de 4de eeuw na Chr. vervaardigd.
Locatie: Deze Deurne peelhelm staat tentoongesteld in het Rijksmuseum van Oudheden in Leiden. Dit nationale archeologiemuseum is gevestigd in een historisch herenhuis en een begijnhof aan het Rapenburg in Leiden.
Grote afbeelding: De Mona Lisa van Galilea. Het betreft hier een afbeelding van de god Dionysus dat deel uitmaakt van een vloermozaïek in Zippori in Israël. De god Dionysus was in de Griekse mythologie de god van de vruchtbaarheid. Hij was tevens de god van wijn en plezier. Hij werd vaak op twee manieren afgebeeld: als een schone, bijna vrouwelijke jongeling; en als een wat oudere bebaarde man. Bij de Romeinen stond hij bekend onder de naam Bacchus. Het is wederom een goed voorbeeld van de grote invloed van de Griekse mythologie en kunsten op de Romeinse kunst.
Locatie: De Mona Lisa van Galilea maakt deel uit van een vloermozaïek in het Huis van Dionysus in Zippori in Beneden-Galilea in Israël. ©Ronnie Rokebrand.